Besluit van 27 september 1974, houdende vaststelling van het Besluit zwavelgehalte brandstoffen

Besluit zwavelgehalte brandstoffen

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne van 28 mei 1974, DG MH/SL, no. 135152, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Economische Zaken, van Landbouw en Visserij en van Verkeer en Waterstaat;
Overwegende dat het wenselijk is ter beperking van de emissie van zwaveldioxyde grenzen te stellen aan het zwavelgehalte van brandstoffen;
Gelet op de artikelen 13, 73, eerste lid, en 89 van de Wet inzake de luchtverontreiniging (Stb. 1970, 580);
Gezien het advies van de Raad inzake de luchtverontreiniging van 18 juli 1973;
De Raad van State gehoord (advies van 19 juni 1974, no. 15);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne van 25 september 1974, DG MH/SL, no. 138624;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Artikel 4

Vervallen

Artikel

5

De methode volgens welke het zwavelgehalte van de in artikel 1 bedoelde brandstoffen wordt vastgesteld, wordt door Onze Minister bepaald.

Artikel

5a

Artikel

5b

De aan een vergunning krachtens artikel 8.1 van de Wet milieubeheer verbonden voorschriften met betrekking tot het zwavelgehalte van een brandstof blijven van kracht, voor zover zij niet in strijd zijn met het bij of krachtens dit besluit bepaalde.

Artikel

6

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk
JULIANA.
De Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, I. VORRINK.
De Minister van Justitie, VAN AGT.