Vrijstelling van vervangende dienst wegens kostwinnerschap van erkende gewetensbezwaarde

De Minister van Sociale Zaken,
Overwegende, dat bij beschikking van de Minister van Defensie van 11 mei 1976, nr. 25 077 (Stcrt. 100), de voor dienstplichtingen geldende regeling inzake het toekennen van vrijstelling wegens kostwinnerschap is verruimd;
Overwegende, dat voor hen, wier gewetensbezwaren ingevolge de Wet gewetensbezwaren militaire dienst zijn erkend, een zoveel mogelijk daarmede overeenkomende regeling dient te worden vastgesteld;
Gelet op het Besluit gewetensbezwaren militaire dienst (Stb. 1964, 404),

Besluit:

Artikel

1

Vrijstelling van de gewone vervangende dienst wegens kostwinnerschap wordt verleend aan de erkende gewetensbezwaarde, ter zake van wiens verblijf in de vervangende dienst ten behoeve van een of meer personen, als omschreven in artikel 16, tweede lid, van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst, een vergoeding als bedoeld in artikel 26 van die wet zou moeten worden toegekend.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Indien de erkende gewetensbezwaarde van zijn aanspraak op vrijstelling wegens kostwinnerschap geen gebruik wenst te maken, wordt, met inachtneming van de daaromtrent bestaande voorschriften, een vergoeding als bedoeld in artikel 26 van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst toegekend. Op overeenkomstige wijze wordt gehandeld, indien de aanvraag om vrijstelling niet vóór de datum van opkomst in de gewone vervangende dienst is gedaan.

Artikel

5

De beschikking, welke in de Staatscourant zal worden geplaatst, treedt in werking met ingang van 1 juli 1976.

's-Gravenhage
De Minister voornoemd, J. Boersma