Beschikking afgifte certificaten inzake goederenverkeer 1976

Beschikking afgifte certificaten inzake goederenverkeer 1976

De Staatssecretaris van Financiën,

Besluit:

Artikel

1

In deze Ministeriële regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    besluit: Besluit afgifte oorsprongsverklaringen 1976;

  • b.

    Minister: Minister van Financiën;

  • c.

    inspecteur: hetgeen daaronder voor de toepassing van de Douanewet wordt verstaan;

  • d.

    ambtenaar: ambtenaar van de rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane;

  • e.

    GN-post: de post of onderverdeling daarvan van de gecombineerde nomenclatuur welke deel uitmaakt van het gemeenschappelijk douanetarief van de Europese Gemeenschappen.

Artikel

3

Artikel

3a

Ingeval door de Minister van Financiën vergunning wordt verleend aan een drukker om certificaten inzake goederenverkeer te drukken, wordt in de vergunning omschreven:

  • a.

    welke serienummers op de aanvragen en de certificaten gebruikt moeten worden;

  • b.

    indien de drukkerij in plaats van naam en adres een teken ter identificatie op de certificaten wil drukken, welk teken het betreft.

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7a

Een certificaat inzake goederenverkeer voor goederen, waar op de in de internationale afspraken, bedoeld in artikel I, eerste lid, letter b, van het besluit opgenomen regelingen betreffende de oorsprong van goederen niet van toepassing zijn, wordt slechts afgegeven indien wordt voldaan aan het bepaalde in de ade artikelen 23 tot en met 25 van de Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PbEG L 302).

Artikel

8

's-Gravenhage
De Staatssecretaris van Financiën, M. J. vanRooijen
Voor deze, De plv. directeur-generaal voor fiscale zaken,VanLawick

Bijlage

Model als bedoeld in artikel 3, tweede lid

BEVINDING

van de Kamer van Koophandel en Fabrieken

te .....................................................................................................................................................................

Bovenstaaande verklaring juist bevonden.

.........................., .............................. 19.......

De Kamer van Koophandel en

Fabrieken

te .......................................................................

(Handtekening bevoegde functionaris)

Stempelafdruk

van de kamer