Besluit van 28 maart 1977, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in de artikelen 11 en 13 van de Tijdelijke Verstrekkingenwet maatschappelijke dienstverlening

Besluit toelating rechtspersonen maatschappelijke dienstverlening

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk van 21 december 1976, Directie Maatschappelijke Dienstverlening nr. U 40778;
De Raad van State gehoord (advies van 26 januari 1977, nr. 19);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van 21 maart 1977, Directie Maatschappelijke Dienstverlening, nr. U 41779;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Voor de toepassing van het bij of krachtens dit besluit bepaalde wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Tijdelijke Verstrekkingenwet maatschappelijke dienstverlening;

  • b.

    de toelating: de toelating bedoeld in artikel 11 van de wet;

  • c.

    het plan: het landelijk plan bedoeld in artikel 9 van de wet;

  • d.

    rechtspersoon: een stichting of vereniging, met uitzondering van de verenigingen genoemd in artikel 53, Boek 2 Burgerlijk Wetboek.

Artikel

2

Voor toelating komen slechts in aanmerking rechtspersonen.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Een besluit op een verzoek om toelating wordt niet genomen dan na het verstrijken van de termijn genoemd in artikel 4, eerste lid, doch binnen twaalf weken daarna.

Artikel

6

Onze Minister stelt nadere regelen met betrekking tot het tijdstip en de wijze waarop een verzoek om toelating wordt ingediend door een rechtspersoon die in de plaats treedt van een reeds toegelaten rechtspersoon.

Artikel

7

Onze Minister kan nadere regelen stellen ter uitvoering van dit besluit.

Artikel

8

Dit besluit, dat kan worden aangehaald als besluit toelating rechtspersonen maatschappelijke dienstverlening, treedt in werking op een nader door Ons te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende Nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk
Juliana
De Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, W. Meijer
De Minister van Justitie, Van Agt