Besluit van 5 augustus 1977, houdende regeling betreffende de kwaliteit van groenten en fruit
Landbouwkwaliteitsbesluit groenten en fruit
Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Ministers van Landbouw en Visserij en van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne van 13 april 1977, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, no. J. 1011;
Gehoord het Landbouwschap, het Produktschap voor Groenten en Fruit, het Bedrijfschap voor de Groothandel en de Tussenpersonen in Groenten en Fruit, het Bedrijfschap voor de Detailhandel in Aardappelen, Groenten en Fruit, het Uitvoer-Controle-Bureau voor Tuinbouwprodukten, de Adviescommissie Warenwet, de Consumentenbond en het Konsumenten Kontakt;
Overwegende, dat regelen ter bevordering van de afzet van groenten en fruit, mede met het oog op de uitvoering van de in het kader van de betreffende Europese marktorganisatie vastgestelde bepalingen, dienen te worden gesteld;
De Raad van State gehoord (advies van 25 mei 1977, no. 16);
Gezien het nader rapport van Onze Ministers van Landbouw en Visserij en van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne van 20 juli 1977, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, no. J.1628);
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel
1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
"groenten en fruit": een of meer van de op een door Onze Minister vast te stellen lijst voorkomende verse eetbare tuinbouwproducten, met inbegrip van gedroogde knoflook;
"derde landen": landen of gebieden, die geen deel uitmaken van de Europese Unie;
"verhandelen": het bedrijfsmatig in voorraad hebben ter bewerking of verwerking, ten verkoop voorhanden hebben, te koop aanbieden, verkopen of afleveren;
"sorteer- en pakstation": onderneming, die in Nederland geteelde groenten en fruit sorteert of verpakt, en als zodanig bij het productschap geregistreerd is;
Het is verboden groenten en fruit te verhandelen, bedrijfsmatig te vervoeren of in te voeren, tenzij deze voldoen aan het bij of krachtens dit besluit bepaalde.
Artikel
3
Groenten en fruit bestemd voor de consument moeten voldoen aan de navolgende eisen:
a.
zij moeten gezond zijn, zuiver, vrij van abnormale uitwendige vochtigheid, vrij van vreemde geur of smaak, en zodanig ontwikkeld en rijp, dat ze hun bestemming in goede staat kunnen bereiken;
b.
zij moeten worden gepresenteerd in overeenstemming met hun aard en bestemming;
een en ander met inachtneming van dienaangaande gestelde nadere regelen, welke mede voorschriften kunnen inhouden met betrekking tot
-
de indeling in kwaliteitsklassen, de sortering, de oorsprong, het gewicht, de soort of variëteit, alsmede de aanduiding daarvan;
-
de verpakking;
-
de bewerkingswijze.
Artikel
4
1
De eisen gesteld in artikel 3 gelden niet ten aanzien van groenten en fruit:
a.
die door de teler daarvan op zijn bedrijf aan de consument voor diens persoonlijke behoeften worden verhandeld;
b.
die binnen Nederland door de teler worden verhandeld aan sorteer- en pakstations of aan bewaarinrichtingen, of die van de teler naar deze sorteer- en pakstations of bewaarinrichtingen worden vervoerd;
c.
die binnen Nederland van een bewaarinrichting naar een sorteer- en pakstation worden vervoerd;
d.
die binnen Nederland van een teler naar een veiling of een ander groothandelscentrum worden vervoerd, of die op een dergelijke veiling of ander groothandelscentrum door een teler worden verhandeld, behoudens dienaangaande gestelde nadere regelen;
e.
die worden ingevoerd uit derde landen en onder ambtelijk toezicht, overeenkomstig de door Onze Minister te stellen regelen, in de staat worden gebracht waarin zij voldoen aan de kwaliteitsvoorschriften.
2
Groenten en fruit moeten, in de in het eerste lid, onder a en e bedoelde gevallen, ten minste geschikt zijn voor menselijke consumptie.
Artikel
5
Groenten en fruit bestemd voor de verwerkende industrie dienen een voor hun bestemming geschikte hoedanigheid te hebben, een en ander met inachtneming van dienaangaande gestelde nadere regelen. Zij mogen niet worden verwerkt, tenzij ze geschikt zijn voor menselijke consumptie.
Onze Minister kan bepalen dat krachtens verordening, als bedoeld in het eerste lid, genomen besluiten de goedkeuring behoeven van een door hem aangewezen autoriteit.
Artikel
7
Groenten en fruit zijn onderworpen aan een keuring, volgens door Onze Minister te stellen regelen.
Artikel
8
1
Onze Minister kan merken, tekenen en bewijsstukken vaststellen, als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de wet, welke kunnen verschillen naar kwaliteitsklasse.
2
Onze Minister kan regelen stellen inzake de gebruikmaking van merken, tekenen of bewijsstukken.
3
Onze Minister kan regelen stellen betreffende het vervaardigen, voorhanden en in voorraad hebben zomede het afleveren en gebruiken van in het eerste lid bedoelde merken, tekenen of bewijsstukken van de cliché's, stempels en andere werktuigen tot het vervaardigen of aanbrengen van die merken, tekenen of bewijsstukken.
Artikel
9
1
Het is verboden de in artikel 8 bedoelde merken, tekenen of bewijsstukken te bezigen in strijd met het bij of krachtens dit besluit bepaalde.
2
Het is verboden voor groenten en fruit aanduidingen te bezigen welke sterk gelijken op de in artikel 8 bedoelde merken, tekenen of bewijsstukken.
Artikel
9a
Een ieder die groenten en fruit waarop een merk als bedoeld in artikel 8 is aangebracht verhandelt, is verplicht het merk daarvan te verwijderen, zodra de groenten en fruit niet meer de hoedanigheid bezitten die aan het merk is verbonden.
Artikel
10
Het Kwaliteits-Controle-Bureau voor Groenten en Fruit te 's-Gravenhage
-
is belast met het toezicht op de naleving door de aangeslotenen van het bij of krachtens dit besluit bepaalde;
-
is belast met keuring als bedoeld in artikel 7, bij zijn aangeslotenen;
-
is bevoegd tot het uitreiken van de merken, tekenen of bewijsstukken, bedoeld in artikel 8; deze merken, tekenen of bewijsstukken worden uitsluitend uitgereikt aan aangeslotenen.
Artikel
11
1
Veilingen en andere groothandelscentra als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder d, waar in Nederland geteelde groenten en fruit worden verhandeld, dienen aangesloten te zijn bij de in artikel 10 genoemde instelling.
2
Sorteer- en pakstations dienen aangesloten te zijn bij de in artikel 10 genoemde instelling.
Artikel
12
1
De voorzitter van de in artikel 10 genoemde instelling wordt door Onze Minister telkens voor ten hoogste vier jaren benoemd. Hij is terstond wederbenoembaar.
2
Het bestuur van de in artikel 10 genoemde instelling doet aan Onze Minister een voordracht voor de benoeming.
3
De voorzitter mag niet rechtstreeks betrokken zijn bij de teelt van of de handel in groenten en fruit.
Artikel
13
Onze Minister kan in overeenstemming met Onze Minister van Financiën plaatsen aanwijzen waarop ten in- of uitvoer bestemde groenten en fruit worden aangeboden ten invoer, onderscheidenlijk ten uitvoer.
Artikel
14
1
Onze Minister kan vrijstelling en, op aanvraag, ontheffing verlenen van het bepaalde bij of krachtens dit besluit.
2
Onze Minister kan bepalen dat een vrijstelling of ontheffing als bedoeld in het eerste lid, door het produktschap wordt verleend. Hij kan voorts bepalen dat een besluit, waarbij een zodanige vrijstelling wordt verleend, de goedkeuring behoeft van een door hem aangewezen autoriteit.
Artikel
15
Het Uitvoercontrolebesluit 1963 (Tuinbouwprodukten) (Stb. 218) is buiten werking gesteld.
Artikel
16
1
Dit besluit kan worden aangehaald als "Landbouwkwaliteitsbesluit groenten en fruit".
2
Het treedt in werking met ingang van 1 oktober 1977.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende Nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.
's-Gravenhage
Juliana
De Minister van Landbouw en Visserij,Van der Stee
De Minister van Economische Zaken,R. F. M. Lubbers
De Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne,Hendriks