Landbouwkwaliteitsregeling aanwijzing groenten en fruit

De Minister van Landbouw en Visserij,
Gehoord het Landbouwschap, het Produktschap voor Groenten en Fruit, het Bedrijfschap voor de Groothandel en de Tussenpersonen in Groenten en Fruit, het Bedrijfschap voor de Detailhandel in Aardappelen, Groenten en Fruit, het Uitvoer-Controle Bureau voor Tuinbouwprodukten, de Adviescommissie Warenwet, de Consumentenbond en het Konsumenten Kontakt,

Besluit:

Artikel

1

Onder groenten en fruit, als bedoeld in artikel 1 van het Landbouwkwaliteitsbesluit groenten en fruit (Stb. 1977, 490), worden verstaan:

  • Aardbeien

  • Abrikozen

  • Andijvie

  • Appelen en Peren

  • Artisjokken

  • Asperges

  • Aubergines

  • Augurken

  • Avocado's

  • Bananen

  • Bessen van de ‘Ribes L’-variëteiten

  • Bessen van de ‘Vaccinium L’-variëteiten

  • Bleekselderij

  • Bloemkool

  • Boerenkool

  • Bramen

  • Broccoli

  • Capucijners

  • Champignons

  • Chinese kool

  • Citrusvruchten

  • Courgettes

  • Doperwten

  • Druiven

  • Frambozen

  • Kersen (w.o. Morellen)

  • Kervel

  • Kiwi

  • Knoflook

  • Knolselderij

  • Knolvenkel

  • Komkommers

  • Koolrabi

  • Koolrapen

  • Krenten en rozijnen

  • Kropsla

  • Kroten

  • Kruisbessen

  • Meloenen

  • Nectarine

  • Paksoi

  • Paprika

  • Perziken

  • Peterselie

  • Peulen

  • Postelein

  • Prei

  • Pruimen

  • Raapstelen

  • Rabarber

  • Radijs

  • Rettich

  • Schorseneren

  • Selderij

  • Sjalotten

  • Sluitkool

  • Snijbonen en Slabonen (w.o. spek- en pronkbonen)

  • Spinazie

  • Spruiten

  • Tomaten

  • Tuinbonen

  • Uien

  • Veldsla

  • Walnoten

  • Watermeloenen

  • Witlof

  • Wortelen

Artikel

2

's-Gravenhage
De Minister van Landbouw en Visserij, Voor deze,
De secretaris-generaal, VanSetten