Artikel
1
De verpakking van voorverpakt vlees, aanwezig in vleeswinkels als bedoeld in de hoofdstukken IV en IVa van het eisenbesluit (Vleeskeuringswet) dient aan de volgende eisen te voldoen:
-
a.
zij dient uit vochtbestendig materiaal te bestaan;
-
b.
er mag een bakje of schaaltje of een onderlegger van vochtopnemend materiaal aanwezig zijn;
-
c.
Op de buitenzijde dient duidelijk te zijn aangegeven de naam en het adres van de voorverpakkingsinrichting. Indien terzake gebruik gemaakt is van een code dienen levens de naam en het adres van degene die het vlees rechtstreeks aan de consument verkoopt te worden vermeld. Indien de voorverpakkingsinrichting, dan wel de verkoper een rechtspersoon is, dan mag volstaan worden met in plaats van het adres de plaats van vestiging te vermelden, tenzij de voorverpakkingsinrichting bezit c.q. exploiteert.
-
d.
zij dient te zijn voorzien van de aanduiding ‘tenminste houdbaar tot ......’; hier dient te zijn vermeld tot welke datum het vlees minimaal houdbaar is. De datum moet zijn aangegeven in de volgorde: dag, maand, jaar, met dien verstande dat:
-
1º.
de dag moet zijn aangegeven met een getal bestaande uit twee cijfers;
-
2º.
de maand moet zijn aangegeven hetzij met de naam hetzij met de eerste drie letters van de naam (waarbij maart moet worden aangeduid met de letters mrt), hetzij met een getal, bestaande uit twee cijfers;
-
3º.
het jaar moet zijn aangegeven hetzij met het jaartal, hetzij met een getal bestaande uit de laatste twee cijfers van het jaartal.
-
1º.
-
e.
zij dient voorts te voldoen aan de eisen gesteld bij of krachtens de Warenwet (Stb. 1935, 793).