1
Niet-Nederlandse luchtvaartmaatschappijen welke gevestigd zijn in de Staten, welke zijn aangesloten bij de Multilaterale Overeenkomst inzake commerciële rechten voor niet-geregelde luchtdiensten binnen Europa (Tractatenblad 1957, 137), mogen, behoudens voorafgaande kennisgeving, tussen Nederland en de andere bij genoemde Overeenkomst aangesloten Staten de volgende categorieën commerciële vluchten uitvoeren, t.w.:
-
a.
vluchten, welke worden uitgevoerd voor menslievende doeleinden of in geval van nood;
-
b.
passagiersvluchten per luchttaxi, welke een gelegenheidskarakter hebben en op aanvraag worden uitgevoerd, mits het luchtvaartuig geen plaatsruimte biedt aan meer dan tien passagiers en mits de bestemming wordt gekozen door de huurder of huurders en geen deel van het laadvermogen van het luchtvaartuig onder bezwarende titel wordt overgedragen aan publiek;
-
c.
vluchten, waarbij het gehele laadvermogen van de luchtvaartuigen wordt gehuurd door éénzelfde natuurlijke persoon of rechtspersoon voor het vervoer van zijn personeel of goederen, mits geen enkel deel van bedoeld laadvermogen aan een derde onder bezwarende titel wordt overgedragen;
-
d.
op zichzelf staande vluchten, met dien verstande, dat géén recht bestaat op meer dan één vlucht per maand tussen dezelfde twee verkeerscentra;
-
e.
vluchten voor uitsluitend vervoer van vracht;
-
f.
vluchten voor het vervoer van passagiers tussen gebieden, welke geen redelijke rechtstreekse verbindingen hebben door middel van geregelde luchtdiensten.
2
Voor de toepassing van het eerste lid, onder d, van dit artikel worden de luchthavens Schiphol en Rotterdam aangemerkt als luchthavens die zowel voor vluchten van als naar Nederland dezelfde verkeerscentra bedienen.