Artikel
1
In dit besluit wordt verstaan onder:
"commissie": commissie beheer landbouwgronden als bedoeld in artikel 30 van de Wet agrarisch grondverkeer (Stb. 1981, 248);
Hebben goedgevonden en verstaan:
In dit besluit wordt verstaan onder:
"commissie": commissie beheer landbouwgronden als bedoeld in artikel 30 van de Wet agrarisch grondverkeer (Stb. 1981, 248);
In de commissie hebben zitting;
de Directeur-Generaal Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, die tevens voorzitter is;
vier ambtelijke leden, onderscheidenlijk vertegenwoordigend: Onze Minister, Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
twee leden te benoemen door Onze Minister op voordracht van het Interprovinciaal Overleg;
één lid, te benoemen door Onze Minister op voordracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten;
één lid, te benoemen door Onze Minister op voordracht van de Unie van Waterschappen;
drie leden, die worden benoemd op voordracht van de Federatie van Land- en Tuinbouworganisaties Nederland;
één lid, te benoemen door Onze Minister op voordracht van de Stichting Natuur en Milieu;
één lid, te benoemen door Onze Minister op voordracht van de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten;
één lid, dat benoemd wordt op voordracht van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond, ANWB;
één lid, te benoemen door Onze Minister op voordracht van de Nederlandse Vereniging van Boseigenaren en het Bosschap gezamenlijk.
De leden hebben zitting voor het tijdvak van vijf jaren, doch uiterlijk totdat zij de leeftijd van vijfenzestig jaren hebben bereikt.
Aan de leden kan op hun verzoek dan wel, in voorkomend geval, op verzoek van de organisatie die het betrokken lid heeft voorgedragen ontslag worden verleend.
Onze Minister kan op verzoek van de commissie sub-commissies instellen.
De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit wenselijk oordeelt of ten minste 3 leden dit onder opgaaf van redenen schriftelijk verzoeken. In het laatste geval wordt de commissie bijeengeroepen binnen een maand na ontvangst van het desbetreffende verzoek.
Bij staking der stemmen wordt binnen vier weken een nieuwe vergadering uitgeschreven. In de oproeping voor deze vergadering moet het doel van deze vergadering duidelijk zijn aangegeven. Indien in de aldus te houden vergadering de stemmen wederom staken wordt de desbetreffende aangelegenheid aan Onze Minister voorgelegd.
Bij de werkzaamheden als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onder c, van de Wet agrarisch grondverkeer, verricht het bureau de uitvoerende werkzaamheden die hier uit voortvloeien.
De leden en adviserende leden genieten voor het bijwonen van vergaderingen een vergoeding bepaald ingevolge het Vacatiegeldenbesluit 1988, alsmede een reis- en verblijfkostenvergoeding op de voet van het Reisbesluit binnenland.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.