Besluit van 18 april 1988, houdende regelen ten aanzien van de toekenning van vacatiegelden

Vacatiegeldenbesluit 1988

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 23 december 1987, Generale Thesaurie, Directie Financieringen, nr. 387-12027;
Overwegende dat nieuwe regelen gesteld dienen te worden ten aanzien van de toekenning van vacatiegelden door het Rijk;
De Raad van State gehoord (advies van 8 maart 1988, nr. W06.88.0002);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 13 april 1988, Generale Thesaurie, Directie Financieringen, nr. 388-2949;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

3a

Dit besluit is niet van toepassing op leden van een adviescollege als bedoeld in de Kaderwet adviescolleges, niet zijnde een adviescollege als bedoeld in artikel 3 van die wet.

Artikel

4

Artikel

5

Dit besluit kan worden aangehaald als "Vacatiegeldenbesluit 1988".

Lasten en bevelen dat dit besluit met daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en aan de Algemene Rekenkamer.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Financiën, H. E. Koning
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes