Besluit van 30 oktober 1981, houdende voorschriften betreffende de samenstelling en de werkwijze van de commissie beheer landbouwgronden

Besluit samenstelling en werkwijze commissie beheer landbouwgronden

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en Visserij van 17 augustus 1981, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, nr. J. 5559;
De Raad van State gehoord (advies van 30 september 1981, nr. 810923/23);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw en Visserij van 22 oktober 1981, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, nr. J. 6760;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

2

In de commissie hebben zitting;

  • a.

    de Directeur-Generaal Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, die tevens voorzitter is;

  • b.

    vier ambtelijke leden, onderscheidenlijk vertegenwoordigend: Onze Minister, Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;

  • c.

    twee leden te benoemen door Onze Minister op voordracht van het Interprovinciaal Overleg;

  • d.

    één lid, te benoemen door Onze Minister op voordracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten;

  • e.

    één lid, te benoemen door Onze Minister op voordracht van de Unie van Waterschappen;

  • f.

    drie leden, die worden benoemd op voordracht van de Federatie van Land- en Tuinbouworganisaties Nederland;

  • g.

    één lid, te benoemen door Onze Minister op voordracht van de Stichting Natuur en Milieu;

  • h.

    één lid, te benoemen door Onze Minister op voordracht van de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten;

  • i.

    één lid, dat benoemd wordt op voordracht van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond, ANWB;

  • j.

    één lid, te benoemen door Onze Minister op voordracht van de Nederlandse Vereniging van Boseigenaren.

Artikel

3

Artikel

4

Aan de leden kan op hun verzoek dan wel, in voorkomend geval, op verzoek van de organisatie die het betrokken lid heeft voorgedragen ontslag worden verleend.

Artikel

5

Artikel

6

Onze Minister kan op verzoek van de commissie sub-commissies instellen.

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

10

De leden en adviserende leden genieten voor het bijwonen van vergaderingen een vergoeding bepaald ingevolge het Vacatiegeldenbesluit 1988, alsmede een reis- en verblijfkostenvergoeding op de voet van het Reisbesluit binnenland.

Artikel

11

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Landbouw en Visserij, J. de Koning
De Minister van Justitie, J. de Ruiter