1
Ter zake van een aanvrage tot afgifte van een certificaat van oorsprong met betrekking tot teeltmateriaal als bedoeld in artikel 2 van de Zaaizaad- en plantgoedwet (Stb. 1966, 455) dient door de aanvrager aan de Kamer van Koophandel, waarbij de aanvrage is ingediend, te worden overgelegd een volledig ingevulde en overeenkomstig het derde lid ondertekende verklaring, die met betrekking tot die goederen is afgegeven door of vanwege:
-
de NAK, voor wat betreft teeltmateriaal van de gewassen, genoemd in het Aansluitingsbesluit NAK (Besluit van 5 april 1967, Stb. 217);
-
de NAKG, voor wat betreft teeltmateriaal van de gewassen, genoemd in het Aansluitingsbesluit NAKG (Besluit van 5 april 1967, Stb. 219);
-
de NAKB, voor wat betreft teeltmateriaal van de gewassen, genoemd in het Aansluitingsbesluit NAKB (Besluit van 5 april 1967, Stb. 216);
-
de NAKS, voor wat betreft teeltmateriaal van de gewassen genoemd in het Aansluitingsbesluit NAKS (Besluit van 5 april 1967, Stb. 218);
dan wel enig ander bewijsstuk dat kan dienen om, met toepassing van de in artikel 1, eerste lid, onder a, van het Besluit bedoelde EEG-verordeningen dan wel de in artikel 1, eerste lid, onder b, van het Besluit bedoelde internationale afspraken, de oorsprong van de in de aanvrage vermelde goederen vast te stellen, dat door de Plantenziektekundige Dienst van het Ministerie van Landbouw en Visserij voor het desbetreffende teeltmateriaal is afgegeven.
3
De in het eerste lid bedoelde verklaring wordt ondertekend door de Directeur van de bevoegde keuringsdienst, als bedoeld in dat lid, of door een door hem daartoe gemachtigde, werkzaam bij die keuringsdienst.