Besluit van 3 november 1983, houdende regelen inzake kwaliteitsdoelstellingen en metingen oppervlaktewateren

Besluit kwaliteitsdoelstellingen en metingen oppervlakterwateren

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 24 januari 1983, DGMH/BWS/W, nr. 176814;
Overwegende dat uitvoering moet worden gegeven aan de richtlijnen van de Raad van de Europese Gemeenschappen:
van 16 juni 1975, 75/440/EEG, betreffende de vereiste kwaliteit van het oppervlaktewater dat is bestemd voor de produktie van drinkwater in de Lid-staten;
van 8 december 1975, 76/160/EEG, betreffende de kwaliteit van zwemwater;
van 18 juli 1978, 78/659/EEG, betreffende de kwaliteit van zoet water dat bescherming of verbetering behoeft teneinde geschikt te zijn voor het leven van vissen;
van 9 oktober 1979, 79/869/EEG, inzake de meetmethoden en de frequentie van de bemonstering en de analyse van het oppervlaktewater dat is bestemd voor de produktie van drinkwater in de Lid-staten;
van 30 oktober 1979, 79/923/EEG, inzake de vereiste kwaliteit van schelpdierwater;
Gezien het advies van de Raad van de Waterstaat van 14 mei 1982;
De Centrale raad voor de Milieuhygiëne gehoord;
De Raad van State gehoord (advies van 18 mei 1983, no. W08.83.0114/11.3.19.);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkhuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 30 september 1983, DGMH/BWS, nr. 2053202;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Oppervlaktewater voor de bereiding van drinkwater

Artikel

1

Artikel

2

§

2

Zwemwater

Artikel

3

Artikel

4

§

3

Water voor zalmachtigen en water voor karperachtigen

Artikel

5

Artikel

6

Oppervlaktewater waaraan één van de in artikel 5 bedoelde kwaliteitsdoelstellingen is verbonden, dient te worden onderzocht met een minimumfrequentie als aangegeven in bijlage III ten aanzien van de in die bijlage aangegeven parameters en op de wijze als aangegeven in bijlage V.

§

4

Schelpdierwater

Artikel

7

Artikel

8

§

5

Verdere bepalingen

Artikel

9

Artikel

11

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P. Winsemius
De Minister van Verkeer en Waterstaat, N. Smit-Kroes
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes

Bijlage

I

Oppervlaktewater voor de bereiding van drinkwater

Zuurgraad

pH

6,5 ≤ pH ≤ 9,01 Overschrijdingen van de norm als gevolg van de natuurlijke gesteldheid van de bodem en de invloed daarvan op het water worden niet beschouwd als overschrijding.

12

Kleurintensiteit

mg/l (Pt)

≤ 501 Overschrijdingen van de norm als gevolg van de natuurlijke gesteldheid van de bodem en de invloed daarvan op het water worden niet beschouwd als overschrijding.

12

Gesuspendeerde stoffen

mg/l

/ 50 het rekenkundig gemiddelde van de uitkomsten van het onderzoek

4

Temperatuur

°C

≤ 25

12

Geleidingsvermogen voor elektriciteit

mS/m

≤ 1001 Overschrijdingen van de norm als gevolg van de natuurlijke gesteldheid van de bodem en de invloed daarvan op het water worden niet beschouwd als overschrijding.

12

Geurverdunningsfactor

-

≤ 16

12

Nitraat

mg/l-N

≤ 101 Overschrijdingen van de norm als gevolg van de natuurlijke gesteldheid van de bodem en de invloed daarvan op het water worden niet beschouwd als overschrijding.

12

Fluoride

mg/l-F

≤ 1

4

Sulfaat

mg/l-SO4

≤ 1001 Overschrijdingen van de norm als gevolg van de natuurlijke gesteldheid van de bodem en de invloed daarvan op het water worden niet beschouwd als overschrijding.

4

Chloride

mg/l-Cl

≤ 2001 Overschrijdingen van de norm als gevolg van de natuurlijke gesteldheid van de bodem en de invloed daarvan op het water worden niet beschouwd als overschrijding.

12

Natrium

mg/l-Na

≤ 1201 Overschrijdingen van de norm als gevolg van de natuurlijke gesteldheid van de bodem en de invloed daarvan op het water worden niet beschouwd als overschrijding.

4

IJzer opgelost

mg/l-Fe

≤ 0,51 Overschrijdingen van de norm als gevolg van de natuurlijke gesteldheid van de bodem en de invloed daarvan op het water worden niet beschouwd als overschrijding.

4

Mangaan

mg/l-Mn

≤ 0,51 Overschrijdingen van de norm als gevolg van de natuurlijke gesteldheid van de bodem en de invloed daarvan op het water worden niet beschouwd als overschrijding.

4

Boor

mg/l-B

≤ 1

4

Koper

µg/l-Cu

≤ 50

4

Zink

µg/l-Zn

≤ 200

4

Beryllium

µg/l-Be

≤ 1

4

Arseen

µg/l-As

≤ 20

4

Cadmium

µg/l-Cd

≤ 1,5

4

Chroom

µg/l-Cr

≤ 50

4

Lood

µg/l-Pb

≤ 30

4

Seleen

µg/l-Se

≤ 10

4

Kwik

µg/l-Hg

≤ 0,3

4

Barium

µg/l-Ba

≤ 200

4

Cyanide

µg/l-CN

≤ 50

4

Met waterdamp vluchtige fenolen

µg/l-C6H5OH

≤ 5

4

Minerale olie

µg/l

≤ 200

4

Oppervlakte-actieve stoffen die reageren met methyleen-blauw

µg/l (lauryl-sulfaat)

≤ 200

4

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen

µg/l

≤ 0,2

4

Extraheerbaar organisch gebonden chloor

µg/l-CI

≤ 10

4

Vluchtig organisch gebonden chloor

µg/l-CI

≤ 20

4

Organochloor-pesticiden totaal

µg/l

≤ 0,1

4

Organochloor-pesticiden per afzonderlijke stof:

µg/l

≤ 0,05

4

aldrin

dieldrin

endrin

heptachloorepoxide

dichloordifenyl-trichloorethaan

dichloordifenyl-dichloorethaan

dichloordifenyl-dichloooretheen

hexachloorbenzeen

α-hexachloorcyclohexaan

γ-hexachloorcyclohexaan

Overige bestrijdingsmiddelen3Overige bestrijdingsmiddelen zijn die bestrijdingsmiddelen in de zin van Bestrijdingsnmiddelenwet 1962 (Stb. 288), ten aanzien waarvan geen toepassing is gegeven aan artikel 1, vijfde lid, van die wet en waarvoor niet elders in het Besluit kwaliteitsdoelstellingen en metingen oppervlaktewateren parameters en daarbij behorende normen en onderzoeksfrequenties zijn gesteld. en hun belangrijkste afbraakprodukten4De belangrijkste afbraakprodukten zijn de in het Nederlandse oppervlaktewater voorkomende stoffen die onder invloed van biologische of chemische processen uit bestrijdingsmiddelen zijn ontstaan en die van nature niet in dat oppervlatewater voorkomen. per afzonderlijke stof

µg/l

≤ 0,1

zo dikwijls als er zich aanwijzingen voordoen dat de waterkwaliteit niet aan de norm voldoet

Overige bestrijdingsmiddelen3Overige bestrijdingsmiddelen zijn die bestrijdingsmiddelen in de zin van Bestrijdingsnmiddelenwet 1962 (Stb. 288), ten aanzien waarvan geen toepassing is gegeven aan artikel 1, vijfde lid, van die wet en waarvoor niet elders in het Besluit kwaliteitsdoelstellingen en metingen oppervlaktewateren parameters en daarbij behorende normen en onderzoeksfrequenties zijn gesteld. en hun belangrijkste afbraakprodukten4De belangrijkste afbraakprodukten zijn de in het Nederlandse oppervlaktewater voorkomende stoffen die onder invloed van biologische of chemische processen uit bestrijdingsmiddelen zijn ontstaan en die van nature niet in dat oppervlatewater voorkomen. totaal

µg/l

< 0,5

zo dikwijls als er zich aanwijzingen voordoen dat de waterkwaliteit niet aan de norm voldoet

Fosfaat

µg/l-P

/ 2001 Overschrijdingen van de norm als gevolg van de natuurlijke gesteldheid van de bodem en de invloed daarvan op het water worden niet beschouwd als overschrijding.

12

De aangegeven waarde betreft het rekenkundig gemiddelde van de uitkomsten van het onderzoek en is niet van toepassing op oppervlaktewater waarin zich geen overmatige groei van hogere waterplanten voordoet en het gemiddelde gehalte aan algenbiomassa gedurende de maanden april tot en met september lager dan of gelijk is aan: 100 µg/I-chlorofyl-a

Organisch gebonden stikstof

mg/l-N

≤ 2,5

4

Ammonium

mg/l-N

≤ l,21 Overschrijdingen van de norm als gevolg van de natuurlijke gesteldheid van de bodem en de invloed daarvan op het water worden niet beschouwd als overschrijding.

12

Biochemisch zuurstofverbruik

mg/l-O2

≤ 7

12

Chemisch zuurstofverbruik

mg/l-O2

≤ 301 Overschrijdingen van de norm als gevolg van de natuurlijke gesteldheid van de bodem en de invloed daarvan op het water worden niet beschouwd als overschrijding.

12

Zuurstof opgelost

mg/l-O2

≥ 51 Overschrijdingen van de norm als gevolg van de natuurlijke gesteldheid van de bodem en de invloed daarvan op het water worden niet beschouwd als overschrijding.

12

Algen biomassa

µg/l-chlorofyl-a

≤ 100

6

De aangegeven waarde betreft het rekenkundig gemiddelde van de uitkomsten van het onderzoek en geldt gedurende de maanden april tot en met september

Thermotolerante bacteriën van de coli-groep

aantal/ml

≤ 20 de mediaan-waarde van de uitkomsten van het onderzoek

12

Faecale streptococcen

aantal/ml

≤ 10 de mediaan-waarde van de uitkomsten van het onderzoek

12

Salmonellae

aantal/100 ml

≤ 1 de mediaan-waarde van de uitkomsten van het onderzoek

4

Voorschriften ten aanzien van de toetsing

Met het oog op de beantwoording van de vraag of aan de kwaliteitsdoelstelling is voldaan, dient te worden nagegaan of er overschrijdingen van de normen zijn opgetreden. Daarbij dienen niet te worden meegerekend:

  • a.

    overschrijdingen van de normen, die zijn veroorzaakt door uitzonderlijke weersomstandigheden, of uitzonderlijke hydrodynamische omstandigheden zoals die afgeleid kunnen worden uit hoge gehalten aan gesuspendeerde stoffen,

  • b.

    per kalenderjaar per parameter één overschrijding van de norm voor parameters ten aanzien waarvan 12 keer per jaar onderzoek dient plaats te vinden, indien minstens 11 waarnemingen beschikbaar zijn waaronder geen overschrijding als bedoeld onder a voorkomt, met dien verstande dat de overschrijding niet meer mag bedragen dan 50% van de norm. Wanneer waarnemingen zijn uitgevallen als gevolg van ijsbedekking, geldt dit voorschrift indien minstens 10 waarnemingen beschikbaar zijn waaronder geen overschrijding als bedoeld onder a voorkomt.

Bij parameters ten aanzien waarvan een gemiddelde of mediaanwaarde is gegeven, worden de waarnemingen die zijn beïnvloed door uitzonderlijke weersomstandigheden, of uitzonderlijke hydrodynamische omstandigheden zoals afgeleid worden uit hoge gehalten aan gesuspendeerde stoffen, niet meegerekend.

Bijlage

II

behorende bij het Besluit kwaliteitsdoelstellingen en metingen oppervlaktewateren

Voorschriften ten aanzien van de toetsing

Met het oog op de beantwoording van de vraag of aan de kwaliteitsdoelstelling is voldaan, dient te worden nagegaan of er overschrijding van de normen is opgetreden. Daarbij dienen niet te worden meegerekend overschrijdingen van de normen die veroorzaakt zijn door uitzonderlijke weersomstandigheden, of uitzonderlijke hydrodynamische omstandigheden zoals die afgeleid kunnen worden uit hoge gehalten aan gesuspendeerde stoffen. Bij parameters ten aanzien waarvan een gemiddelde of een mediaanwaarde is gegeven, worden de waarnemingen die zijn beïnvloed door uitzonderlijke weersomstandigheden, of uitzonderlijke hydrodynamische omstandigheden zoals die afgeleid kunnen worden uit hoge gehalten aan gesuspendeerde stoffen, niet meegerekend.

Het zwemwater wordt geacht overeen te stemmen met de in deze bijlage gegeven normen indien blijkt dat de monsters, genomen op een zelfde plaats van monsterneming, volgens de in deze bijlage aangegeven frequentie:

  • -

    bij de parameters "bacteriën van de coligroep" en "thermotolerante bacteriën van de coligroep" 95% in overeenstemming is met de normen voor de betreffende parameter.

  • -

    bij de overige parameters, met uitzondering van faecale streptokokken, 95% in overeenstemming is met de normen voor de betreffende parameter. Voor de (maximaal) 5% van de monsters die niet conform de norm zijn, mag deze afwijking niet meer bedragen dan 50% van de normwaarde voor de betreffende parameters, waarbij een uitzondering wordt gemaakt voor pH en opgeloste zuurstof.

Bijlage

III

Water voor zalmachtigen en water voor karperachtigen

Zuurgraad

pH

6,5 ≤ pH ≤ 9,01 Overschrijdingen van de norm als gevolg van de natuurlijke gesteldheid van de bodem en de invloed daarvan op het water worden niet beschouwd als overschrijding.

6,5 ≤ pH ≤ 9,01 Overschrijdingen van de norm als gevolg van de natuurlijke gesteldheid van de bodem en de invloed daarvan op het water worden niet beschouwd als overschrijding.

12

De schommelingen in de pH ten opzichte van de natuurlijke pH-waarde mogen niet meer dan ½ pH eenheid binnen de hierboven gestelde waarde bedragen mits deze schommelingen niet de schadelijke werking van andere in het water aanwezige stoffen verhogen

Temperatuur

°C

De verhoging ten opzichte van de natuurlijke waarde dient minder te zijn dan:

1,5 °C

3 °C

12

met dien verstande dat de maximale temperatuur van het water de volgende waarden niet mag overschrijden:

21,5 °C

25 °C

en dat voor wateren waarin soorten kunnen voorkomen die koud water nodig hebben voor hun voortplanting, de temperatuur gedurende de voortplantingsperiode de volgende waarden niet mag overschrijden:

10 °C

10 °C

Gesuspendeerde stoffen

mg/l

≤ 50 het rekenkundig gemiddelde van de uitkomsten van het onderzoek

≤ 50 het rekenkundig gemiddelde van de uitkomsten van het onderzoek

12

Smaak

De in het oppervlaktewater aanwezige vissen mogen niet worden gekenmerkt door een onnatuurlijke smaak zoals die in het bijzonder kan optreden door de invloed van fenolen of olie

-3Een onderzoek vindt plaats indien ten aanzien van het desbetreffende oppervlaktewater uit organoleptische waarnemingen, chemische identificatie van hoge concentratie aan fenolen, minerale olie of residueel chloor of uit gegevens uit andere bronnen, een smaakafwijking van het visvlees wordt vermoed.

Olie

-

Geen zichtbare oliefilm op het wateroppervlak of oliebezinksel op de bodem. Geen schadelijke effecten voor de vissen door produkten op oliebasis

12

Fosfaat

µg/l-P

< 2001 Overschrijdingen van de norm als gevolg van de natuurlijke gesteldheid van de bodem en de invloed daarvan op het water worden niet beschouwd als overschrijding.

≤ 2001 Overschrijdingen van de norm als gevolg van de natuurlijke gesteldheid van de bodem en de invloed daarvan op het water worden niet beschouwd als overschrijding.

12

De aangegeven waarde betreft het rekenkundig gemiddelde van de waarnemingen en is niet van toepassing op oppervlaktewater waarin zich geen overmatige groei van hogere waterplanten voordoet en het gemiddelde gehalte aan algenbiomassa gedurende de maanden april tot en met september lager dan of gelijk is aan:

30 µg/l-chlorofyl-a

100 µg/l-chlorofyl-a

Ammonium

mg/l-N

≤ 0,81 Overschrijdingen van de norm als gevolg van de natuurlijke gesteldheid van de bodem en de invloed daarvan op het water worden niet beschouwd als overschrijding.

≤ 0,81 Overschrijdingen van de norm als gevolg van de natuurlijke gesteldheid van de bodem en de invloed daarvan op het water worden niet beschouwd als overschrijding.

12

Bij een watertemperatuur van minder dan 10°C geldt als norm ≤ 4,0

Bij een watertemperatuur van minder dan 10°C geldt als norm ≤ 4,0

Biochemisch zuurstofverbruik

mg/l-O2

/ 6

/ 10

12

Zuurstof opgelost

µg/l-O2

≥ 71 Overschrijdingen van de norm als gevolg van de natuurlijke gesteldheid van de bodem en de invloed daarvan op het water worden niet beschouwd als overschrijding.

≥ 61 Overschrijdingen van de norm als gevolg van de natuurlijke gesteldheid van de bodem en de invloed daarvan op het water worden niet beschouwd als overschrijding.

12

Ammoniak

µg/l-N

≤ 20

≤ 20

12

Residueel chloor

µg/l-HOCI

≤ 5

≤ 5

-4Een onderzoek vindt plaats indien de aanwezigheid van residueel chloor wordt vermoed.

Nitriet

µg/l-N

≤ 100

≤ 300

4

Koper

µg/l-Cu

≤ 30

≤ 30

12

Zink

µg/l-Zn

≤ 200

≤ 200

12

<<Algemene opmerking>>

Bij de vaststelling van de normen voor genoemde parameters is er vanuit gegaan dat deze en waarden van niet genoemde parameters niet zodanig zijn voor de functies van vissen, zoals groei, voortplanting en benutting, dat deze ongunstig worden beïnvloed.

Voorschriften ten aanzien van de toetsing

Met het oog op de beantwoording van de vraag of aan de kwaliteitsdoelstelling is voldaan, dient te worden nagegaan of er overschrijdingen van de normen zijn opgetreden. Daarbij dienen niet te worden meegerekend:

  • a.

    overschrijdingen van de normen die zijn veroorzaakt door uitzonderlijke weersomstandigheden, of uitzonderlijke hydrodynamische omstandigheden zoals die afgeleid kunnen worden uit hoge gehalten aan gesuspendeerde stoffen,

  • b.

    per kalenderjaar per parameter één overschrijding van de norm voor parameters ten aanzien waarvan 12 keer per jaar onderzoek dient plaats te vinden indien minstens 11 waarnemingen beschikbaar zijn waaronder geen overschrijding als bedoeld onder a voorkomt, met dien verstande dat de overschrijding niet meer mag bedragen dan 50% van de norm. Wanneer waarnemingen zijn uitgevallen als gevolg van ijsbedekking, geldt dit voorschrift indien minstens 10 waarnemingen beschikbaar zijn waaronder geen overschrijding als bedoeld onder a voorkomt.

Bij parameters ten aanzien waarvan een gemiddelde of mediaanwaarde is gegeven, worden de waarnemingen die zijn beïnvloed door uitzonderlijke weersomstandigheden, of uitzonderlijke hydrodynamische omstandigheden zoals die afgeleid kunnen worden uit hoge gehalten aan gesuspendeerde stoffen, niet meegerekend.

Bijlage

IV

Schelpdierwater

Zuurgraad

pH

7,5 ≤ pH ≤ 9,0

4

Temperatuur

°C

De verhoging van de gemeten waarde ten opzichte van de natuurlijke waarden mag niet meer zijn dan 2°C

4

Kleurintensiteit

mg/l (Pt)

Het verschil tussen de gemeten waarde en de natuurlijke waarde mag niet meer zijn dan 10 mg Pt/l

4

Gesuspendeerde stoffen

mg/l

De verhoging van de gemeten waarde ten opzichte van de natuurlijke waarde mag niet meer zijn dan 30% van de natuurlijke waarde

4

Saliniteit

g/kg

≤ 40

12

Het verschil tussen de gemeten waarde en de natuurlijke waarde mag niet meer zijn dan 10% van de natuurlijke waarde

Olie

Geen zichtbare film op het wateroppervlak. Geen afzetting op de schelpdieren

4

Geur

De schelpdieren mogen niet worden gekenmerkt door een onnatuurlijke geur

2Een onderzoek vindt plaats indien ten aanzien van het schelpdiervlees een smaak- of geurafwijking wordt vermoed.

Smaak

De schelpdieren mogen niet worden gekenmerkt door een onnatuurlijke smaak

2Een onderzoek vindt plaats indien ten aanzien van het schelpdiervlees een smaak- of geurafwijking wordt vermoed.

Thermotolerante bacteriën van de coli-groep

aantal/ml

≤ 3 in het schelpdiervlees en de vloeistof binnen de schelp van het schelpdier

4

Zuurstof opgelost

mg/l-O2

≥ 7

12

Gehalogeneerde organische stoffen en de metalen:

De concentraties van deze stoffen in het schelpdier-

2

Arseen

water of in het schelpdiervlees mogen geen schadelijke

Cadmium

effecten veroorzaken op de schelpdieren en hun larven

Chroom

Koper

Kwik

Lood

Nikkel

Zilver

Zink

Voorschriften ten aanzien van de toetsing

Met het oog op de beantwoording van de vraag of aan de kwaliteitsdoelstelling is voldaan, dient te worden nagegaan of er overschrijdingen van de normen zijn opgetreden. Daarbij dienen niet te worden meegerekend:

  • a.

    overschrijdingen van de normen die zijn veroorzaakt door uitzonderlijke weersomstandigheden,

  • b.

    per kalenderjaar per parameter één overschrijding van de norm voor parameters ten aanzien waarvan 12 keer per jaar onderzoek dient plaats te vinden, indien minstens 11 waarnemingen beschikbaar zijn waaronder geen ov erschrijding als bedoeld onder a voorkomt, met dien verstande dat de overschrijding niet meer mag bedragen dan 50% van de norm. Wanneer waarnemingen zijn uitgevallen als gevolg van ijsbedekking, geldt dit voorschrift indien minstens 10 waarnemingen beschikbaar zijn waaronder geen overschrijding als bedoeld onder a voorkomt.

Bijlage

V

Voorschriften met betrekking tot het onderzoek omtrent de in de bijlagen I-IV genoemde parameters

1

De plaats van het onderzoek

Ten aanzien van oppervlaktewateren waaraan de kwaliteitsdoelstelling oppervlaktewater voor de bereiding van drinkwater is verbonden, dient het onderzoek te worden verricht op een plaats die representatief is voor de waterkwaliteit op het punt waar het oppervlaktewater vóór de zuiveringsbehandeling wordt onttrokken.

Ten aanzien van oppervlaktewater waaraan de kwaliteitsdoelstelling zwemwater is verbonden, dient het onderzoek te worden verricht op een plaats die representatief is voor het gedeelte van het oppervlaktewater, waar doorgaans de meeste zwemmers worden aangetroffen.

Ten aanzien van oppervlaktewater waaraan de kwaliteitsdoelstelling water voor zalmachtigen, water voor karperachtigen of schelpdierwater is verbonden, dient het onderzoek te worden verricht op een plaats die representatief is voor de hoedanigheid van het water waarop genoemde kwaliteitsdoelstelling van toepassing is.

2

De tijdstippen van onderzoek

Het onderzoek dient op een zodanig tijdstip te geschieden, dat de uitkomsten van het onderzoek representatief zijn voor de hoedanigheid van het betreffende water.

Ten aanzien van de parameters temperatuur, zuurgraad en zuurstof opgelost, waarbij de resultaten van het onderzoek afhankelijk zijn van dagelijks voorkomende natuurlijke fluctuaties, dient een zodanig tijdstip gekozen te worden dat de uitkomsten van het onderzoek representatief zijn voor het etmaalgemiddelde over de dag waarop het onderzoek plaatsvindt.

3

De conservering van het monster

Een monster dat niet ter plaatse wordt onderzocht, dient zodanig te worden bewaard dat de uitkomst van het onderzoek niet in betekenende mate wordt beïnvloed.

Voor de conservering van het monster wordt aanbevolen de voorschriften zoals gesteld in de praktijkrichtlijn 6601 van het Nederlands Normalisatie-instituut in acht te nemen.

4

De werkwijze ten aanzien van metingen

4.1.Voor de toepassing van deze bijlage wordt verstaan onder:

  • -

    meetmethode: een methode voor de bepaling van een in de bij deze bijlage behorende tabel genoemde parameter;

  • -

    meetprincipe: omschrijving van het beginsel waarop een meetmethode berust;

  • -

    standaardmeetmethode: een door het Nederlands Normalisatie-instituut vastgestelde meetmethode;

  • -

    enkelvoudige meetuitkomst: een door één meting verkregen waarde;

  • -

    gemiddelde van de meetuitkomsten: het rekenkundig gemiddelde van een eindige serie enkelvoudige meetuitkomsten;

  • -

    werkelijke waarde: de waarde van een parameter, niet zijnde de parameters temperatuur, zuurgraad en zuurstof opgelost, die wordt verkregen door aan een bekende hoeveelheid gedestilleerd gedemineraliseerd water een eveneens bekende hoeveelheid van de desbetreffende stof toe te voegen;

  • -

    standaardafwijking(s): de standaardafwijking, te berekenen met de formule:

waarbij n het aantal enkelvoudige meetuitkomsten dat in beschouwing genomen wordt aangeeft, ∑ het gemiddelde van de uitkomsten en i het rangnummer, behorende bij het resultaat van de in beschouwing genomen uitkomsten.

4.2.Van de meetmethoden moet kunnen worden aangetoond dat deze voldoen aan de hierna gestelde eisen ten aanzien van precisie, systematische afwijking en aantoonbaarheidsgrens.

  • a.

    Precisie

    Tweemaal de waarde van de standaardafwijking van een serie meetuitkomsten dient kleiner te zijn dan of gelijk aan de in de tabel onder "precisie" aangegeven waarde.

  • b.

    Systematische afwijking

    Het verschil tussen de werkelijke waarde en de waarde van het rekenkundig gemiddelde van een serie meetuitkomsten dient kleiner te zijn dan of gelijk aan de in de tabel onder "systematische afwijking" aangegeven waarde.

  • c.

    Aantoonbaarheidsgrens

    Bij meting van een oplossing met een in de tabel onder "aantoonbaarheidsgrens" aangegeven waarde, dient van een serie meetuitkomsten een gemiddelde meetuitkomst te worden verkregen, die groter is dan drie maal de standaardafwijking van een serie meetuitkomsten, met behulp van de toegepaste meetmethode verkregen bij meting van gedestilleerd gedemineraliseerd water, vermeerderd met het gemiddelde van laatstbedoelde meetuitkomsten.

    • -

      De hiervoor onder a, b en c bedoelde meetuitkomsten dienen te zijn verkregen uit metingen, verricht door dezelfde waarnemer met dezelfde middelen en dezelfde hulpstoffen onder zoveel mogelijk gelijke omstandigheden.

    • -

      De in a, b en c genoemde serie meetuitkomsten bestaan uit tenminste 10 enkelvoudige meetuitkomsten.

    • -

      Voor de vaststelling van de precisie en de systematische afwijking dient gebruik te worden gemaakt van een oplossing waarin de te onderzoeken stof voorkomt in een nauwkeurig bekende concentratie die ten hoogste 20% mag afwijken van de voor de betreffende parameter in bijlage I aangegeven waarde.

    In afwijking van het voorafgaande dient voor de vaststelling van de precisie en de systematische afwijking van de parameters temperatuur, zuurgraad en zuurstof opgelost gebruik gemaakt te worden van de volgende methoden.

    Voor temperatuur: vergelijking met een geijkte thermometer bij 0°C en 25°C.

    Voor zuurgraad: vergelijking met twee of meer standaard bufferoplossingen waarvan de pH-waarde nauwkeurig bekend is en ligt tussen 6,5 en 9.

    Voor zuurstof opgelost: vergelijking met een verzadigde zuurstofoplossing waarvan het gehalte aan opgelost zuurstof nauwkeurig bekend is.

4.3.Het onderzoek naar de waarde van de parameters in het oppervlaktewater dient te geschieden met meetmethoden die in ieder geval gebaseerd zijn op de voor deze parameters in de tabel aangegeven meetprincipes. Indien voor een parameter in de tabel geen eisen zijn gesteld ten aanzien van precisie, systematische afwijking en aantoonbaarheidsgrens, dient het onderzoek naar de waarde van deze parameter in het oppervlaktewater te geschieden met de voor deze parameter in de tabel aangegeven standaardmeetmethode.

4.4.Indien redelijkerwijs kan worden getwijfeld aan de juistheid van een toegepaste of toe te passen meetmethode, onderscheidenlijk aan de juistheid van de daarmee verkregen resultaten, wordt deze methode door degene die zodanige methode toepast of gaat toepassen, vergeleken met de in de tabel aangegeven standaardmeetmethode of worden - voor zover mogelijk - de resultaten, verkregen met eerstbedoelde meetmethode vergeleken met de resultaten, verkregen met de standaardmeetmethode.

Kleurintensiteit

Filtreren over glasvezelfilter; fotometrische methode met gebruik van de pt/Co referentieschaal

mg/l-Pt

10%

10%

2

6413

1e druk 1979

Gesuspendeerde stoffen

Membraanfiltratie 0,45 µm, drogen bij 105°C en wegen

mg/l

6484

1e druk 1982

Geleidingsvermogen voor elektriciteit

Impedantiemeting met correctie tot 20°C

m S/m

5%

5%

6412

1e druk 1979

Saliniteit

Impedantiemeting

g/kg

Geur- en verdunningsfactor

Zintuiglijke waarneming bij 20°C door vergelijking van geurloos water met verdunningen van het monster van het oppervlaktewater. Het monster van het oppervlaktewater dient door toevoeging van geurloos water verdund te zijn met de factor: 0, 4, 8, 12, 16, 20 en 24

Temperatuur

Thermometrie, de meting wordt bij de bemonstering ter plaatse uitgevoerd

°C

0,5

1

Zuurgraad

Methode met specifieke elektroden, de meting wordt bij de bemonstering ter plaatse uitgevoerd

pH

0,1

0,2

6411

1e druk 1981

Doorzicht

Secchi-schijf, de meting wordt bij de bemonstering ter plaatse uitgevoerd

m

6606

1e druk 1981

Zuurstof opgelost

Methode van Winkler, Methode met specifieke elektroden

mg/l-O2

0,5

0,5

6490

1e druk 1982

Chemisch zuurstofverbruik

Oxydatie met behulp van kaliumdichromaat na filtratie over een filter met poriëngrootte van 0,45 µm

mg/l-O2

10%

10%

15

3235 ≥.3

2e druk 1976

Biochemisch zuurstofverbruik

Bepaling van de opgeloste zuurstof voor en na 5 dagen incubatie bij 20 ± 1°C in het donker. Toevoeging van eennitrificatie-inhibitor

mg/l-O2

3235 ≥5.4

1e druk 1972

Organisch gebonden stifstof

Absorptiespectrometrie na Kjeldahldestructie tot ammonium met correctie voor het anorganisch ammonium

mg/l-N

0,5

0,5

0,2

6481

1e druk 1982

Algenbiomassa

Filtratie van de algen. Extractie van chlorofyl-a met een daartoe geschikt medium. Fotometrische bepaling van het chlorofyl-a. Het verschil van de extincties gemeten bij 665 en 750 ml is een maat voor het chlorofyl-a gehalte

µg/l-chloro-fyl-a

6520

1e druk 1981

Ammoniak

Berekening van het gehalte aan ammoniak uit het gehalte aan ammonium

6644

1e druk 1983

Ammonium

Absorptiespectrometrie

mg/l-N

0,03

0,03

0,03

6472

1e druk 1981

Nitriet

Absorptiespectrometrie

mg/l-N

6474

1e druk 1981

Nitraat

Absorptiespectrometrie

mg/l-N

10%

10%

1

6440

1e druk 1981

Sulfaat

Absorptiespectrometrie. Titrimetrie

mg/1-SO4

10%

10%

5

6487

1e druk 1982

Fosfaat

Absorptiespectrometrie

µg/1-P

10%

20%

20

6479

1e druk 1981

Cyanide

Absorptiespectrometrie

µg/1-CN

10%

10%

10

6489

1e druk 1982

Fluoride

Absorptiespectrometrie. Methode met specifieke elektroden

mg/1-F

5%

5 %

0,05

6483

1e druk 1982

Chloride

Absorptiespectronletrie. Titrimetrie volgens de methode Mollr

mg/1-C1

5%

5 %

5

6470

1e drllk 1981

Residueel chloor

Diethyl-p-phenyleendiamine methode, de meting wordt ter plaatse van de bemonstering uitgevoerd

µg/1-HOCI

6480

1e druk 1982

Beryllium

Atomaire absorptiespectrometrie

µg/1-Be

10%

10%

0,1

Boor

Atomaire absorptiespectrometrie, absorptiespectrometrie

mg/1-B

10%

10%

0,1

Natrium

Atomaire absorptiespectrometrie, vlamfotometrie

mg/1-Na

5%

5 %

1

6442

1e druk 1979

Chroom

Atomaire absorptiespectrometrie

µg/l-Cr

10%

10%

5

6444

1e druk 1977

Mangaan

Atomaire absorptiespectrometrie

mg/l-Mn

10%

20%

0,1

6461

1e druk 1981

IJzer opgelost

Atomaire absorptiespectrometrie na filtratie over een filter met poriëngrootte 0,45 µm

mg/l-Fe

10%

10%

0.02

6460

1e druk 1981

Koper

Atomaire absorptiespectrometrie

µg/l-Cu

5%

5%

2.5

6454

1e druk 1981

Zink

Atomaire absorptiespectrometrie

µg/l-zn

5%

5%

10

6443

1e druk 1977

Arseen

Atomaire absorptiespectrometrie

µg/l-As

20%

20%

2

6457

1e druk 1981

Seleen

Atomaire absorptiespectrometrie

µg/l-Se

20%

20%

2

Cadmium

Atomaire absorptiespectrometrie

µg/l-Cd

10%

10%

0.5

Barium

Atomaire absorptiespectrometrie

µg/l-Ba

15%

20%

20

6436

1e druk 1982

Kwik

Atomaire absorptiespectrometrie

µg/l-Hg

30%

30%

0.1

6445

1e druk 1978

Lood

Atomaire absorptiespectrometrie

µg/l-Pb

10%

10%

5

Minerale olie

Infrarood absorptiespectrometrie na extractie met tetraehloorkoolstof

µg/l

20%

30%

10

Oppervlakte actieve stoffen die reageren met methyleen-blauw

Absorptiespectrometrie

µg/l

10%

10%

50

Met waterdamp vluch-tige fenolen

Absorptiespectrometrie met behulp van de 4 amino-antipyrine methode

µg/l-C6H5oH

0,5

0,5

0.5

6670

1e druk 1982

Extraheerbaar organisch gebonden chloor

Microcoulometrie na extractie met petroleumether 3x

g/l-Cl

1

Vluchtig organisch gebonden chloor

Microcoulometrie na uitblazen met inert gas

µg/l-Cl

0.5

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen

Extractie met hexaan, meting van de fluorescentie in het ultraviolet na dunne-laag-chromatografie of vloeistofchroma-tografie. Kwantificering met behulp van de referentiestoffen fluorantheen; benzo 11,12 >fluorantheen; benzo 3,4 fluorantheen; benzo 3,4 pyreen; benzo 1,12 peryleen; indeno (1,2.3,-cd) pyreen

µg/l

50%

50%

0.04

Organochloor pesticiden

Identificatie met behulp van gaschromatografie na extractie en voorzuivering. Kwantitatieve bepaling met behulp van ijkvloeistoffen

µg/l

50%

50%

0.05

Cholinesteraseremmers

Extractie met dichloormethaan. Oxidatie met broom van het indampresidu. Incubatie met paardeserum en butyrylthiocholine. Fotometrische bepaling van het gevormde thiocholine. Het resultaat wordt uitgedrukt in paraoxon

µg/l paraoxon

Thermotolerante bacteriën van de coligroep

Ophoping in een vloeibaar, laetosehoudend medium bij 37°C gevolgd door bevestiging in een meer selectief vloeibaar lactosehoudend medium bij 44°C. Kwantificering met behulp van een M.W.A.-tabel.

aantal/ml

6572

1e druk 1982

Membraanfiltratie, voorincubatie bij 25°C, incubatie bij 44°C op een vast lactosehoudend medium gevolgd door bevestiging in een meer selectief vloei-baar lactosehoudend medium bij 44°C

aantal/ml

6570

1e druk 1982

Faecale streptococcen

ophoping in een vloeibaar azidehoudend medium gevolgd door bevestiging op een meer selectief vast azide-houdend medium.

aantal/ml

6563

1e druk 1982

Membraanfiltratie en incubatie op een vast azidehoudend medium

aantal/ml

Salmonellae

Voorophoping in een vloeibaar, niet selectief medium. Ophoping in een vloeibaar (∗1)selectief medium. Isolatie op een vast selectief medium. Bevestiging door biochemische en serologi-sche methoden

aantal 100ml

Entero-virussen

Concentratie door middel van filtratie en/of uitvlokking en centrifugeren; bevestiging door middel van plaque-formatie-methode (P.F.U.) of cytopathogeen-effect-methode

aantal/l

Geur (water) (organismen)-

Zintuiglijke waarneming ter plaatse Bepaling van geurafwijkingen van rauwe monsters ten opzichte van monsters uit onverdacht oppervlaktewater

Kleur

Zintuiglijke waarneming ter plaatse

Olie

Zintuiglijke waarneming ter plaatse

Schuim

Zintuiglijke waarneming ter plaatse

Smaak (organismen)

Bepaling van smaakafwijkingen van rauwe en gekookte monsters ten opzichte van monsters uit onverdacht oppervlaktewater

Vuil

Zintuiglijke waarneming ter plaatse