Wet van 2 juli 1969, houdende regelen nopens de hygiëne en de veiligheid in zweminrichtingen

Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is bij de wet regelen te stellen met betrekking tot de hygiëne en de veiligheid in zweminrichtingen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:

badinrichting: een voor het publiek of voor personen, behorende tot bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorieën, toegankelijke plaats, welke is ingericht om te worden gebruikt voor het zwemmen of baden, tezamen met de daarbij behorende terreinen, gebouwen, getimmerten en uitrustingen;

Onze Minister: Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

inspecteur: de op grond van een aanwijzing krachtens artikel 15, eerste lid, ter plaatse bevoegde inspecteur van de volksgezondheid.

Artikel

2

Het is de houder van een badinrichting verboden gelegenheid tot zwemmen of baden in die inrichting te geven, indien niet is voldaan aan de met betrekking tot die inrichting krachtens de artikelen 3, 4 en 7 geldende voorschriften.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Vervallen

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Vervallen

Artikel

10

Artikel

10a

Artikel

10b

Artikel

10c

Artikel

10d

Artikel

11

Artikel

11a

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Vervallen

Artikel

15

Artikel

16

Vervallen

Artikel

17

Vervallen

Artikel

18

Vervallen

Artikel

19

Vervallen

Artikel

20

Vervallen

Artikel

21

Vervallen

Artikel

22

De burgemeester past bestuursdwang toe ter handhaving van een krachtens artikel 11, eerste lid, gegeven last.

Artikel

23

Artikel

24

De rechthebbenden op gronden en gebouwen waarin of waarop tekens worden bevestigd, zijn gehouden het aanbrengen van die tekens en wat tot instandhouding daarvan vereist wordt, te gedogen, mits dit minstens tweemaal vierentwintig uren te voren wordt aangezegd door gedeputeerde staten.

Artikel

24a

Vervallen

Artikel

25

Artikel 26

Vervallen

Artikel

27

Deze wet kan worden aangehaald als: Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden.

Artikel

28

Deze wet treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk
JULIANA.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. J. H. KRUISINGA.
De Minister van Justitie a.i., H. K. J. BEERNINK.