Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw en Visserij van 8 mei 1984, no. J 6085, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, gedaan mede namens de Staatssecretarissen van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Verkeer en Waterstaat;
Overwegende, dat het wenselijk is regelen te stellen omtrent het toepassen van bestrijdingsmiddelen met behulp van luchtvaartuigen teneinde bij te dragen tot een betere bescherming van het leefmilieu van mens, dier en plant;
Gehoord de Bestrijdingsmiddelencommissie;
De Raad van State gehoord (advies van 26 juli 1983, nr. W11.83.0243/09.3.29);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Landbouw en Visserij van 8 mei 1984 no. J 6085, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, uitgebracht mede namens de Staatssecretarissen van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Verkeer en Waterstaat;