Regeling in- en doorvoer vleesproducten 1985

De staatssecretaris van Landbouw en Visserij,
Gelet op artikel 12 van de Veewet (Stb. 1920, 153);

Besluit:

Paragraaf

1

Definitiebepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Minister:

Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

officiële dierenarts:

door de bevoegde centrale autoriteit van het land van verzending aangewezen dierenarts;

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 januari 1980 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vleesproducten (PbEG L 47);.

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 395);

richtlijn nr. 97/78/EG van de Raad van de Europese Unie van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEG 1998, L 24);

verordening 999/2001/EG:

verordening van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001, houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën;

inspectiepost:

op Nederlands grondgebied gelegen inspectiepost aan de grens die voldoet aan de bij of krachtens artikel 6 van richtlijn 97/78/EG gestelde voorschriften en uit dien hoofde overeenkomstig dat artikel is aangewezen en erkend voor de controle van bepaalde soorten producten; belanghebbende bij de lading: belanghebbende bij de lading als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel e, van richtlijn 97/78/EG;

lid-staat:

staat, niet zijnde Nederland, die als lid deel uitmaakt van de Europese Gemeenschappen;

derde land:

land, niet zijnde Nederland en niet zijnde een lid-staat;

partij:

hoeveelheid producten van dezelfde aard waarvoor eenzelfde certificaat of document, voor zover dit op grond van de onderhavige regeling is voorgeschreven, geldt, die met hetzelfde vervoermiddel wordt vervoerd en afkomstig is uit hetzelfde derde land of gedeelte van een derde land;

handelaar:

elke natuurlijke persoon of rechtspersoon, zijnde de eerste ontvanger op Nederlands grondgebied van een partij producten afkomstig uit een lid-staat.

richtlijn 77/99/EEG:

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende de gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van vleesproducten en bepaalde andere producten van dierlijke oorsprong (PbEG 1977, L 26 en PbEG 1992, L 57);

vleesproducten:

vleesproducten als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, aanhef, van richtlijn 77/99/EEG, niet zijnde vlees onderscheidenlijk producten als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, sub i en ii, van die richtlijn;

andere producten van dierlijke oorsprong:

producten als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van richtlijn 77/99/EEG.

producten:

vleesproducten of andere producten van dierlijke oorsprong;

VWA:

Voedsel en Waren Autoriteit, ingesteld bij besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 juli 2002 (Stcrt. 127);

beschikking 91/449/EEG:

beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 26 juli 1991 tot vaststelling van het model van de gezondheidscertificaten voor uit derde landen ingevoerde vleesproducten (PbEG L 240):

beschikking 93/13/EEG:

beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 december 1992 tot vaststelling van de procedures voor de veterinaire controles in de inspectieposten aan de grens van de Gemeenschap bij het binnenbrengen van producten uit derde landen (PbEG 1993, L 9);

douane-entrepot:

opslagruimte als bedoeld in verordening (EEG) nr. 2503/88 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1988 betreffende de douane-entrepots (PbEG L 225);

vrij entrepot:

opslagruimte als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder b, van verordening (EEG) nr. 2504/88 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1988 betreffende de vrije zones en de vrije entrepots (PbEG L 225);

ruimte voor tijdelijke opslag:

opslagruimte als bedoeld in verordening (EEG) nr. 4151/88 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1988 tot vaststelling van de bepalingen die van toepassing zijn op goederen die het douanegebied van de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEG L 367);

beschikking 91/449/EEG:

beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 26 juli 1991 tot vaststelling van het model van de gezondheidscertificaten voor uit derde landen ingevoerde vleesproducten (PbEG L 240);

beschikking 93/242/EEG:

beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 april 1993 inzake de invoer in de Gemeenschap van bepaalde levende dieren en producten daarvan uit bepaalde Europese landen, met betrekking tot mond- en klauwzeer (PbEG L 110).

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 november 1991 inzake gezondheidsvoorschriften en veterinairrechtelijke voorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van konijnevlees en vlees van gekweekt wild (PbEG L 268);

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 16 juni 1992 betreffende de gezondheidsvoorschriften en veterinairrechtelijke voorschriften voor het doden van vrij wild en het in de handel brengen van vlees van vrij wild (PbEG L 268);

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van producten waarvoor ten aanzien van deze voorschriften geen specifieke communautaire wetgeving geldt als bedoeld in bijlage A, hoofdstuk I, van richtlijn 89/662/EEG, en, wat ziekteverwekkers betreft, van richtlijn 90/425/EEG (PbEG 1993, L 62);

beschikking 94/86/EG:

beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 16 februari 1994 tot vaststelling van de voorlopige lijst van derde landen waaruit de Lid-Staten de invoer van vlees van vrij wild toestaan (PbEG L 44);

beschikking 94/278/EG:

beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 18 maart 1994 tot vaststelling van de lijst van derde landen waaruit de Lid-Staten de invoer van bepaalde producten als bedoeld bij Richtlijn 92/118/EEG van de Raad toestaan;

beschikking 95/357/EG:

beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 26 juli 1995 tot vaststelling van de lijst van inspectieposten aan de grens die zijn erkend voor de veterinaire controles van producten en dieren uit derde landen, tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake de door de veterinaire deskundigen van de Commissie te verrichten controles en tot intrekking van Beschikking 94/24/EG (PbEG L 211);

beschikking 96/105/EG:

beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 januari 1996 inzake nieuwe overgangsmaatregelen om de overgang naar de bij Richtlijn 90/675/EEG van de Raad vastgestelde regeling inzake veterinaire controles te vergemakkelijken (PbEG L 24);

beschikking 97/41/EG:

beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 18 december 1996 tot vaststelling van de gezondheidsvoorschriften en het gezondheidscertificaat voor de invoer uit derde landen van vleesproducten die zijn verkregen met vlees van pluimvee, vlees van gekweekt wild vlees van vrij wild en konijnenvlees (PbEG L 17);

vers vlees:

alle voor menselijke consumptie geschikte delen van vee als bedoeld in artikel 66 van de Veewet, niet zijnde gekweekt wild, die geen behandeling hebben ondergaan ter bevordering van de houdbaarheid, tenzij het een koelbehandeling betreft;

konijnen:

tamme konijnen;

konijnevlees:

alle voor menselijke consumptie geschikte delen van konijnen;

hazen:

tamme hazen;

hazevlees:

alle voor menselijke consumptie geschikte delen van hazen;

vlees van gekweekt wild:

alle voor menselijke consumptie geschikte delen van gekweekt wild;

gekweekt wild:

landzoogdieren als bedoeld in artikel 2, onderdeel 3, van richtlijn 91/495/EEG, niet zijnde konijnen of hazen;

vrij wild:

landzoogdieren en vogels als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van richtlijn 92/45/EEG;

vlees van vrij wild:

alle voor menselijke consumptie geschikte delen van vrij wild.

Paragraaf

2

De invoer van producten en de doorvoer van producten bestemd voor een andere lidstaat

Artikel

2

Artikel

3

De in- en doorvoer van producten is verboden.

Artikel

4

Artikel

4a

Het in artikel 3 gestelde verbod geldt niet voor uit België afkomstige vleesproducten, waarin varkensvlees is verwerkt

  • a.

    mits voldaan is aan het bepaalde in de artikelen 6b tot en met 6d, en

  • b.

    die een behandeling hebben ondergaan als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van richtlijn 80/215/EEG, of

  • c.

    die vergezeld gaan van een handelsdocument onderscheidenlijk certificaat, als bedoeld in artikel 4, onderdeel a, met dien verstande dat voor zover het vorenbedoelde certificaat is vereist, dit moet zijn aangevuld met de woorden ‘Producten in overeenstemming met de beschikking van de Commissie van 20 september 1985.’.

Artikel

4b

Het in artikel 3 gestelde verbod geldt niet voor uit Italië afkomstige vleesproducten waarvan de invoer in de Lid-Staten in de periode van 1 november 1984 tot en met 27 november 1987 niet was verboden overeenkomstig artikel 3, eerste tot en met vierde lid, van de Beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 18 september 1987, inzake bepaalde beschermende maatregelen tegen mond- en klauwzeer in Italië, No. 87/495/EEG, die vergezeld gaan van een handelsdocument onderscheidenlijk certificaat, als bedoeld in artikel 4, onderdeel a dan wel onderdeel b, op voorwaarde dat voldaan is aan het bepaalde in de artikelen 6b tot en met 6e.

Artikel

4c

Vervallen

Artikel

4d

Vervallen

Artikel

4e

Vervallen

Artikel

5

Artikel

5a

In afwijking van hetgeen in de artikelen 5 en 6 is bepaald ten aanzien van de voor de onderscheiden vleesproducten of andere producten van dierlijke oorsprong uit derde landen voorgeschreven gezondheidscertificaten, mag een partij afkomstig uit Nieuw-Zeeland eveneens vergezeld gaan van een op de partij betrekking hebbend(e):

  • a.

    dier- en volksgezondheidscertificaat zoals dat op 31 december 1996 voor het betrokken product was voorgeschreven, of

  • b.

    met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst van 17 december 1996 tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland inzake sanitaire maatregelen voor de handel in levende dieren en dierlijke producten (PbEG 1997, L 57), een gezondheidscertificaat zoals dat ingevolge de regelgeving van de Europese Gemeenschap ter uitvoering van die Overeenkomst is vastgesteld en dat een verklaring als bedoeld in bijlage VII van die Overeenkomst bevat, met dien verstande dat indien een vleesproduct enkel op het gebied van de volksgezondheid, dan wel enkel op het gebied van de diergezondheid als gelijkwaardig is erkend, aanvullend een dier- onderscheidenlijk volksgezondheidscertificaat als bedoeld in artikel 5 of 6 is bijgevoegd.

Artikel

6

Paragraaf

3

De doorvoer van producten bestemd voor een derde land

Artikel

6a

Het in artikel 3 gesteld verbod geldt voorts niet voor de doorvoer van producten bestemd voor een derde land, mits

  • a.

    de partij producten vergezeld gaat van een bij de partij behorend document, waaruit, indien de partij afkomstig is uit een derde land, tenminste de oorsprong van de zending kan worden afgeleid en, indien de partij via het grondgebied van een lid-staat naar Nederland is verzonden, tevens, voorzover van toepassing, wordt voldaan aan de artikelen 6h en 6j;

  • b.

    voorzover de partij afkomstig is uit een derde land en rechtstreeks naar Nederland is verzonden, voorzover van toepassing, tevens is voldaan aan de artikelen 6f, 6g, en 6i.

Paragraaf

4

De controle bij in- en doorvoer van producten, afkomstig uit Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen

Artikel

6b

Artikel

6c

Artikel

6d

Bij het vervoer op Nederlands grondgebied in het kader van doorvoer van een uit de lid-staten afkomstige partij producten, naar een lid-staat moet de partij producten voldoen aan de op de doorvoer van producten afkomstig uit lid-staten betrekking hebbende voorwaarden, gesteld in de artikelen 4 tot en met 4d en 6.

Artikel

6e

Artikel

6ea

Vervallen

Paragraaf

5

De controle bij in- en doorvoer van producten afkomstig uit derde landen

Artikel

6f

Artikel

6g

Artikel

6h

Artikel

6i

Artikel

6j

Artikel

6k

Artikel

6l

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij kan ontheffing verlenen van het in artikel 3 gestelde verbod.

Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend.

Artikel

7

De regeling van de minister van Landbouw en Visserij van 3 januari 1979, nr. J 4374 (Stcrt. 4) wordt ingetrokken.

Artikel

7a

's-Gravenhage
De staatssecretaris van Landbouw en Visserij,
Voor deze,
De secretaris-generaal, VanDinter