Besluit van 4 mei 1994, houdende het in de handel brengen van dieren en producten van dierlijke oorsprong en de toepassing van maatregelen met betrekking tot in Nederland gebrachte dieren en producten

Besluit inzake het in de handel brengen van dieren en producten en de toepassing van maatregelen met betrekking tot in Nederland gebrachte dieren en producten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 13 december 1993, No. J. 9319 743, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
Gelet op Richtlijn nr. 89/662/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (Pb EG L 395), Richtlijn No. 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (Pb EG L 224), Richtlijn nr. 90/675/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 10 december 1990 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor produkten uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht (Pb EG L 373), Richtlijn nr. 91/496/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (Pb EG L 268), Beschikking nr. 93/13/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 december 1992 tot vaststelling van de procedures voor de veterinaire controles in de inspectieposten aan de grens van de Gemeenschap bij het binnenbrengen van produkten uit derde landen (Pb EG L 9) en Beschikking nr. 93/14/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 23 december 1992 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake de veterinaire controles van produkten uit derde landen in vrije entrepots, vrije zones en douane-entrepots, alsmede tijdens het vervoer van een derde land naar een ander derde land via de Gemeenschap (Pb EG L 9);
Gezien het advies van de Raad voor Dierenaangelegenheden, het Landbouwschap, het Produktschap Vee en Vlees, het Produktschap voor Pluimvee en Eieren, het Produktschap voor Vis en Visprodukten, het Bedrijfschap voor de Pluimveehandel en -industrie en het Bedrijfschap voor de Handel in Vee;
De Raad van State gehoord (advies van 28 maart 1994, no. W11.93.0834);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 25 april 1994, no. J. 946060, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    richtlijn nr. 89/662/EEG: Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 395);

  • b.

    richtlijn nr. 90/425/EEG: Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (Pb EG L 224);

  • c.

    richtlijn nr. 97/78/EG: richtlijn nr. 97/78/EG van de Raad van de Europese Unie van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnen gebracht (PbEG 1998, L 24);

  • d.

    richtlijn nr. 91/496/EEG: Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (Pb EG L 268);

  • e.

    belanghebbende bij de lading: belanghebbende bij de lading als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel e, van richtlijn nr. 97/78/EG;

  • f.

    wet: Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.

Artikel

2

Artikel

3

Onze Minister kan onder nader door hem te stellen regelen bepalen dat de maatregelen worden genomen die de Europese Commissie op grond van artikel 8, eerste lid, onderdeel a, laatste alinea, van richtlijn nr. 90/425/EEG en van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, laatste alinea, van richtlijn nr. 89/662/EEG heeft vastgesteld.

Artikel

4

Artikel

5

Onze Minister kan ter uitvoering van krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap vastgestelde verplichtingen inzake de diergezondheid regelen stellen met betrekking tot het in Nederland in de handel brengen van dieren en producten van dierlijke oorsprong.

Artikel

6

Vervallen

Artikel

7

Vervallen

Artikel

9

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

10

Artikel

11

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit inzake het in de handel brengen van dieren en producten en de toepassing van maatregelen met betrekking tot in Nederland gebrachte dieren en producten.

Artikel

12

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J. D. Gabor
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin