Wet van 3 april 1985, houdende overgangsmaatregel met betrekking tot loonbetalingen tijdens ziekte en aanvullingen op de wettelijke ziekengelduitkering

Overgangsmaatregel bovenwettelijke uitkeringen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in verband met de verlaging van het uitkeringspercentage in de Ziektewet en de invoering van premieheffing over ziekengeld en loonbetaling tijdens ziekte een overgangsmaatregel te treffen met betrekking tot loonbetaling tijdens ziekte en aanvulling op de wettelijke ziekengelduitkering;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Indien de aanspraken, bedoeld in artikel 2, eerste lid, voortvloeien uit een collectieve voorziening, geldt dat lid ten aanzien van die aanspraken, alsmede ten aanzien van de aanspraken van de andere werknemers in dienst van de werkgever die tot toepassing van de collectieve voorziening gehouden is, eerst met ingang van de dag na afloop van die voorziening, doch, indien het betreft aanspraken op grond van een voor onbepaalde tijd krachtens de Wet op de Bedrijfsorganisatie vastgestelde verordening, uiterlijk met ingang van 1 juni 1985.

Artikel

4

Artikel 2, eerste en derde lid, is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van aanspraken jegens een bedrijfsvereniging, uit hoofde van een vóór 1 november 1984 vastgesteld besluit krachtens artikel 29, derde lid, of artikel 57 van de Ziektewet. Ten aanzien van werknemers wier aanspraken op grond van artikel 3 eerst na de datum van inwerkingtreding van deze wet worden beperkt, blijven de besluiten evenwel onverminderd van kracht tot de uit artikel 3 voortvloeiende datum.

Artikel

5

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. de Koning
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes