1
Voor de belanghebbende, bedoeld in artikel B1, vijfde lid, wordt een uitzicht als bedoeld in artikel C1 vastgesteld, op het salarisniveau volgens schaal 12 bij salarisnummer 7 als bedoeld in bijlage 1A van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel.
Voor de belanghebbende, bedoeld in artikel B1, zesde lid, wordt, indien zijn salaris op 31 maart 1985 werd berekend volgens schaal 7, 8, 9, 10 of 11 als bedoeld in bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, en daarbij in de bijlage bedoeld in artikel 22 van de bekostigingsbeschikkingen voor de nieuwe lerarenopleidingen zoals die op 31 maart 1985 luidde, als maximum salarisniveau voor betrokkene schaal 11 salarisancienniteit 6 was voorgeschreven, een uitzicht als bedoeld in artikel C1 vastgesteld bij een salarisbedrag op 31 maart 1985 als in kolom A van schema 1 is genoemd op het salarisniveau dat daarnaast in kolom B is aangeduid.
Voor de belanghebbende, bedoeld in artikel B1, zesde lid, wordt, indien zijn salaris op 31 maart 1985 werd berekend volgens schaal 8, 9, 10 of 11 als bedoeld in bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, en daarbij in de bijlage bedoeld in artikel 22 van de bekostigingsbeschikkingen voor de nieuwe lerarenopleidingen zoals die op 31 maart 1985 luidde, als maximum salarisniveau voor betrokkene schaal 11 ancienniteit 8 was voorgeschreven, een uitzicht als bedoeld in artikel C1 vastgesteld bij een salarisbedrag op 31 maart 1985 als in kolom C van schema I is genoemd op het salarisniveau dat daarnaast in kolom D is aangeduid.
Voor de belanghebbende, bedoeld in artikel B1, zesde lid, wordt, indien zijn salaris op 31 maart 1985 werd berekend volgens schaal 12 als bedoeld in bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 dan wel met als eindschaal schaal 12 volgens schaal 10 of schaal 11 van die bijlage werd berekend, een uitzicht als bedoeld in artikel C1 vastgesteld bij een salarisbedrag op 31 maart 1985 als in kolom E van schema III is genoemd op het salarisniveau dat daarnaast in kolom F is aangeduid.
2
Voor de belanghebbende, bedoeld in het eerste lid wordt, indien hij voor het vak of de vakken die hij aan de nieuwe lerarenopleiding verzorgt beschikt over een bewijs van bekwaamheid, dan wel, indien het het vak godsdienst betreft, beschikt over een getuigschrift, op basis waarvan hij, indien hij op 31 maart 1985 als leraar verbonden zou zijn aan enige school voor voortgezet onderwijs, bezoldigd zou worden volgens een 1-schaal, tevens een uitzicht vastgesteld op het in kolom B van schema IV genoemde salarisniveau bij de in kolom A vermelde leeftijd die betrokkene op 28 februari 1985 had.