Besluit van 19 oktober 1985, houdende uitvoering van artikel 39a, achtste en negende lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs

Schoolpracticumbesluit voortgezet onderwijs

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen a.i., mede namens Onze Minister van Landbouw en Visserij, van 23 juli 1985, nr. 6505/3332A, centrale directie Wetgeving en Juridische Zaken;
Gelet op de artikelen 39a, achtste en negende lid, 61 en 63 van de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1967, 387);
Gehoord de Onderwijsraad (advies van 21 maart 1985, nr. OR VII/246T);
De Raad van State gehoord (advies van 17 september 1985, nr. W05.85.0433/09.5.38);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen van 4 oktober 1985, nr. 6785/3332A, centrale directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

de wet: de Wet op het voortgezet onderwijs;

opleidingsinstelling: een uit de openbare kas bekostigde dan wel aangewezen universiteit, hogeschool, opleiding, school, cursus of instituut waar onderwijs wordt gevolgd ter verkrijging van een bewijs van bekwaamheid dan wel een bewijs van voldoende pedagogische en didactische voorbereiding als bedoeld in artikel 29, vierde lid, en artikel 33 van de wet en in de artikelen 108 tot en met 111 van de Overgangswet W.V.O.;

schoolpracticum: het verkrijgen van ervaring in de school als bedoeld in artikel 39c, eerste lid, van de wet;

staatsexamencommissie: een commissie belast met het afnemen van een examen als bedoeld in artikel 60 van de wet dan wel in de artikelen 115 of 116 van de Overgangswet W.V.O.

Artikel

2

Maximum per vak

Het maximum aantal lessen bedoeld in artikel 39c, achtste lid onder a, van de wet, bedraagt 20 procent van het aantal lessen in het betrokken vak aan de school.

Artikel

3

Aantal studenten per vak

Het aantal studenten, bedoeld in artikel 39c, eerste lid, van de wet, dat bij dezelfde les kan worden toegelaten, bedraagt:

  • a.

    ten hoogste 2 voor praktijkvakken, en

  • b.

    ten hoogste 3 voor de overige vakken.

Artikel

4

Vermenigvuldigingsfactor

Voor de berekening van het aantal lessen ter voldoening aan de percentages, bedoeld in artikel 39c, derde lid, en achtste lid onder a, van de wet, worden lessen:

  • a.

    bij welke 2 studenten worden toegelaten, vermenigvuldigd met de factor 1,5;

  • b.

    bij welke 3 studenten worden toegelaten, vermenigvuldigd met de factor 2.

Artikel

5

Bekendmaking beschikbare plaats

Het tijdstip met ingang waarvan door de school desgevraagd bekendheid moet worden gegeven aan opleidingsinstellingen en staatsexamencommissies over de te verwachten beschikbaarheid en de aard van schoolpracticumplaatsen in het komende schooljaar is 1 januari.

Artikel

6

Aanmelding en plaatsing

Artikel

7

Uitgezonderde categorieën studerenden

De staatsexamencommissie meldt slechts die studenten aan die zich voorbereiden op een examen ten aanzien waarvan in het examenprogramma zodanige eisen worden gesteld, dat het gevolgd hebben van een schoolpracticum noodzakelijk is. De staatsexamencommissie kan weigeren studenten aan te melden die zij niet voldoende voorbereid acht voor het volgen van het schoolpracticum.

Artikel

8

Samenloop bij beperkte beschikbaarheid

Artikel

9

Overeenkomstige toepassing op het vormingswerk voor jeugdigen

Vervallen

Artikel

10

Overeenkomstige toepassing op het nieuwe vervolg/beroepsonderwijs

Vervallen

Artikel

11

Overeenkomstige toepassing op het deeltijd vervolg/beroepsonderwijs

Vervallen

Artikel

12

Overgangsrecht bij artikel 6, derde en vijfde lid

Vervallen

Artikel

13

Citeertitel en inwerkingtreding

Dit besluit kan worden aangehaald als Schoolpracticumbesluit voortgezet onderwijs. Het treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit Besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Pisa
Beatrix
De Minister van Onderwijs en Wetenschappen, W. J. Deetman
De Minister van Landbouw en Visserij, G. J. M. Braks
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes