Compensatiebeschikking toetreding Spanje en Portugal
De minister van Landbouw en Visserij,
Overwegende dat in de artikelen 53, 72, 118, 123, 213, 240, 72, 275 en 304 van de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek en de aanpassing van de Verdragen (Pb. E.G. nr. L 302, van 5 november 1985) onder meer regelen zijn gesteld volgens welke in het onderlinge handelsverkeer de verschillen in het prijspeil van de betreffende produkten worden gecompenseerd;
Overwegende dat mitsdien een regeling ter uitvoering moet worden getroffen;
In overeenstemming met de staatssecretaris van Financiën;
Besluit:
Artikel
1
Voor de toepassing van deze beschikking worden voor zover van belang de begripsomschrijvingen overgenomen van artikel 1 van de In- en uitvoerbeschikking Landbouwgoederen 1981 (Stcrt. 50), hierna te noemen: ‘beschikking’ en wordt voorts verstaan onder:
a.
Toetredingsakte:
Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek en de aanpassing van de Verdragen (Pb. E.G. nr. L 302, van 5 november 1985);
b.
uitvoeringsverordeningen:
door de Raad of de Commissie van de Europese Gemeenschappen vastgestelde verordeningen of beschikkingen, houdende uitvoering van de Toetredingsakte;
c.
goederen:
produkten, die vallen onder een basisverordening.
Artikel
2
1
Indien ter zake van de invoer uit Spanje of uit Portugal van goederen, ter uitvoering van de artikelen 72, 118, 123, 240, 272, 275 of 304 van de Toetredingsakte een compenserend bedrag is vastgesteld, wordt dat bedrag als heffing opgelegd.
2
Indien ter zake van de invoer uit Spanje of uit Portugal van goederen, waarvoor ter uitvoering van de artikelen 53, eerste lid, of 213, eerste lid, van de Toetredingsakte een compenserend bedrag is vastgesteld, dat, ingevolge die artikelen, afhankelijk van het in te voeren goed, wordt geheven danwel toegekend, wordt dat bedrag als heffing opgelegd, onderscheidenlijk, op aanvraag, als subsidie toegekend.
3
Het bedrag van de in het eerste en tweede lid bedoelde heffing, onderscheidenlijk subsidie, is gelijk aan het in Nederlandse courant uitgedrukte bedrag of samenstel van bedragen, hetwelk in de gevallen, naar de onderscheidingen en volgens de regelen aangegeven in de Toetredingsakte en de uitvoeringsverordeningen, bij de invoer van dat goed als compenserend bedrag moet worden opgelegd, onderscheidenlijk toegekend.
4
Het bepaalde in de vorige leden laat onverlet het verschuldigd zijn van een heffing ter zake van de invoer van goederen waarvoor de Commissie ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 1677/85 (Pb. EG. nr. L 164) een compenserend bedrag heeft vastgesteld, tenzij daarvan ingevolge communautaire bepalingen kan worden afgeweken.
Artikel
3
1
Indien ter zake van de uitvoer naar Spanje of naar Portugal van goederen, ter uitvoering van de artikelen 72, 118, 123, 240, 272, 275 of 304 van de Toetredingsakte een compenserend bedrag is vastgesteld, wordt dit bedrag, op verzoek, als restitutie toegekend.
2
Indien ter zake van de uitvoer naar Spanje of naar Portugal van goederen, waarvoor ter uitvoering van de artikelen 53, eerste lid, of 213, eerste lid, van de Toetredingsakte, een compenserend bedrag is vastgesteld, dat, ingevolge die artikelen, afhankelijk van het uit te voeren goed, wordt geheven danwel toegekend, wordt dat bedrag als heffing opgelegd, onderscheidenlijk, op aanvraag, als restitutie verleend.
3
Het bedrag van de in het eerste en tweede lid bedoelde restitutie, onderscheidenlijk heffing, is gelijk aan het in Nederlandse courant uitgedrukte bedrag of samenstel van bedragen, hetwelk in die gevallen, naar de onderscheidingen en volgens de regelen aangegeven in de Toetredingsakte en de uitvoeringsverordeningen, bij de uitvoer van het goed volgens zijn bestemming als compenserend bedrag kan worden verleend, onderscheidenlijk geheven.
4
Het bepaalde in het eerste lid laat onverlet het verlenen van een restitutie ter zake van de uitvoer van goederen waarvoor de Commissie ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 1677/85 een compenserend bedrag heeft vastgesteld, tenzij daartoe ingevolge communautaire bepalingen geen aanleiding bestaat.
Artikel
4
1
Een restitutie, als bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid, wordt slechts uitbetaald na overlegging van de navolgende documenten:
a.
het formulier L, als bedoeld in artikel 19 van de beschikking, als bedoeld in artikel 19 van de Beschikking;
b.
een copie van het vervoerdocument; en
c.
een bewijs dat de produkten in consumptie zijn gebracht in Spanje of Portugal overeenkomstig het bepaalde in artikel 18, eerste lid, van Verordening (EEG) nr. 3665/87 (Pb. EG. nr. L 351) danwel, in geval artikel 15 van Verordening (EEG) nr. 3154/85 toegepast wordt, een controle-exemplaar T nr. 5.
2
Indien ernstige twijfel bestaat omtrent de werkelijke bestemming van het produkt, is artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 3665/87 van overeenkomstige toepassing.
Artikel
5
1
Op het bepaalde in de artikelen 2, eerste en tweede lid, en 3, tweede lid, betreffende de heffing ter zake van de invoer, zijn de hoofdstukken I en II, paragraaf I, met uitzondering van artikel 15, derde lid, alsmede hoofdstuk IV van de beschikking, met uitzondering van artikel 60, van toepassing, dan wel van overeenkomstige toepassing.
2
Op het bepaalde in artikel 3, eerste en tweede lid, betreffende de restitutie ter zake van de uitvoer, zijn de hoofdstukken I en II, paragraaf 2, onderdeel A, alsmede hoofdstuk V, paragraaf I, met uitzonderingen van de artikelen 78 en 79 van de beschikking van toepassing dan wel van overeenkomstige toepassing.
3
In voorkomend geval wordt een voorfixatiecertificaat afgegeven overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk III, paragraaf 2 van de beschikking, alsmede in de ingevolge de vorige leden van dit artikel van toepassing danwel van overeenkomstige toepassing verklaarde artikelen van de beschikking.
Artikel
6
Op het bepaalde in artikel 2, tweede lid, betreffende de subsidie ter zake van de invoer zijn de artikelen 112, 114 en 115 van de beschikking van overeenkomstige toepassing.
Artikel
7
1
Op het bepaalde in artikel 3, tweede lid, betreffende de heffing ter zake van de uitvoer zijn de artikelen 27 tot en met 30, 103, 104, 105, 107, eerste lid, 108, 109 en 111, van de beschikking, van toepassing, danwel van overeenkomstige toepassing, met dien verstande evenwel:
a.
dat de zekerheid bij het produktschap wordt gesteld;
b.
dat de heffing door het produktschap wordt opgelegd en
c.
dat de heffing bij het produktschap wordt betaald.
2
Indien bij uitvoer een heffing is verschuldigd, wordt al naar gelang het geval in het document voor het communautair douanevervoer in het vak ‘omschrijving der goederen’ één van de volgende vermeldingen aangebracht: