Artikel
1
Begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
-
a.
Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen;
-
b.
de wet: de Wet op de erkende onderwijsinstellingen;
-
c.
instelling: een instelling, als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de wet;
-
d.
bevoegd gezag: het bevoegd gezag, als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de wet;
-
e.
de inspectie: de inspectie bedoeld in artikel 22 van de wet, voor zover belast met taken op het gebied van het onderwijs waarop de wet van toepassing is;
-
f.
gecommitteerde: een gecommitteerde in de zin van artikel 13, eerste lid, van de wet, belast met het toezicht op het examen of een deel daarvan;
-
g.
schriftelijk onderwijs: het schriftelijk onderwijs, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de wet;
-
h.
auteur: een auteur als bedoeld in artikel 1, onderdeel f, van de wet;
-
i.
docent: een docent als bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van de wet;
-
j.
cursus: een cursus als bedoeld in artikel 1, onderdeel h, van de wet;
-
k.
deelexamen: een deelexamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel i, van de wet;
-
l.
kandidaat: degene die in staat wordt gesteld examen dan wel een of meer deelexamens af te leggen.