Wet van 7 juli 1987, houdende regelen omtrent de bescherming van de titels architect, stedebouwkundige, tuin- en landschapsarchitect en interieurarchitect

Wet op de architectentitel

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is bij de wet regelen te stellen omtrent de bescherming van de titels architect, stedebouwkundige, tuin- en landschapsarchitect en interieurarchitect, alsmede regelen te stellen ter uitvoering van de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 10 juni 1985 inzake de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels op het gebied van de architectuur, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten (PbEG 1985, L 223/15);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

I

Algemeen

Artikel

1

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:

Onze Minister: Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Onze andere Ministers: Onze Ministers van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, van Landbouw en Visserij, van Justitie en van Economische Zaken;

EEG-richtlijn: de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 10 juni 1985 inzake de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels op het gebied van de architectuur, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten (PbEG 1985, L 223/15).

Hoofdstuk

II

Het architectenregister

Artikel

2

Hoofdstuk

III

Het bureau architectenregister

Artikel

3

Artikel

4

Artikel 6

Vervallen

Artikel

8

Hoofdstuk

IV

De inschrijving in het register

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

20

Voor de toepassing van het bepaalde in artikel 16, eerste lid, geldt het tijdstip waarop een doorhaling ongedaan is gemaakt als tijdstip van inschrijving in het register.

Hoofdstuk

V

Titelbescherming

Artikel

22

Artikel

23

Artikel

24

Hoofdstuk

VI

Examens

Artikel

25

Artikel

26

Artikel

27

Zij die zich aan een van de in artikel 25 bedoelde examens of bepaalde onderdelen daarvan dan wel aan het in artikel 26 bedoelde examen wensen te onderwerpen, worden hiertoe niet toegelaten dan na betaling van een examengeld, waarvan het bedrag ingevolge het bepaalde in artikel 7 is vastgesteld.

Hoofdstuk

VII

Overgangsbepalingen

Artikel

28

Vervallen

Artikel

29

Vervallen

Artikel

30

Vervallen

Artikel

31

Vervallen

Artikel

32

Vervallen

Artikel

33

Vervallen

Artikel

34

Vervallen

Artikel

35

Vervallen

Artikel

36

Vervallen

Artikel

37

Vervallen

Artikel

38

Vervallen

Artikel

39

Vervallen

Artikel

40

Vervallen

Artikel

41

Vervallen

Hoofdstuk

VIII

Slotbepalingen

Artikel

42

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, E. H. T. M. Nijpels
De Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, L. C. Brinkman
De Minister van Landbouw en Visserij, G. J. M. Braks
De Minister van Onderwijs en Wetenschappen, W. J. Deetman
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes
De Staatssecretaris van Economische Zaken, A. J. Evenhuis
De Minister van Justitie a.i. C. P. van Dijk