Artikel
1
Begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
wet: Wet op de expertisecentra;
school: een school voor speciaal onderwijs, voor voortgezet speciaal onderwijs of voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder f, h, j, k, m of n, van de wet, dan wel een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 8, eerste lid, tweede of derde volzin, van de wet, tenzij het tegendeel blijkt;
afdeling: afdeling als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de wet;
instelling: instelling als bedoeld in artikel 8, eerste lid, tweede of derde volzin, van de wet, tenzij het tegendeel blijkt;
nevenvestiging: een nevenvestiging als bedoeld in de artikelen 76a en 76b van de wet dan wel een nevenvestiging van een instelling, genoemd in artikel X van de Wet van 31 mei 1995, houdende wijziging van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en van enkele andere wetten inzake samenvoeging van de schoolsoorten onderwijs aan blinde kinderen en onderwijs aan slechtziende kinderen tot de schoolsoort onderwijs aan visueel gehandicapte kinderen (Stb. 1995, 319);
openbare school: door een of meer gemeenten, al dan niet te zamen met een of meer privaatrechtelijke rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid, in stand gehouden school;
bijzondere school: door een privaatrechtelijke rechtspersoon in stand gehouden school;
bevoegd gezag van volgens de wet bekostigde scholen: voor wat betreft:
-
a.
een openbare school: het college van burgemeester en wethouders voor zover de raad niet anders bepaalt, en, indien de raad dit wenselijk oordeelt, met inachtneming van door hem te stellen regelen, dan wel het krachtens een gemeenschappelijke regeling bevoegde orgaan;
-
b.
een bijzondere school: de rechtspersoon bedoeld in artikel 57 van de wet;
inspecteur: lid van de inspectie voor zover belast met taken op het gebied van het speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs;
ouders: ouders, voogden of verzorgers;
teldatum: een van de data, bedoeld in artikel 118 van de wet;
commissie: de commissie, bedoeld in artikel 41, tweede lid, van de wet;
leerling: tenzij anders is bepaald een leerling:
-
a.
die door een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs of artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs toelaatbaar is verklaard tot het speciaal onderwijs respectievelijk het voortgezet speciaal onderwijs,
-
b.
van een inrichting, accommodatie of residentiële instelling als bedoeld in artikel 71c van de wet waarmee het bevoegd gezag een overeenkomst als bedoeld in genoemd artikel van de wet heeft gesloten;
leerling met een niet-Nederlandse culturele achtergrond: leerling:
-
a.
die behoort tot de Molukse bevolkingsgroep;
-
b.
van wie ten minste een van de ouders of voogden afkomstig is uit Griekenland, Italië, het voormalige Joegoslavië, Kaapverdië, Marokko, Portugal, Spanje, Tunesië of Turkije;
-
c.
van wie ten minste een van de ouders of voogden afkomstig is uit Suriname of een van de Caribische delen van het Koninkrijk;
-
d.
van wie ten minste een van de ouders of voogden als vreemdeling rechtmatig verblijf heeft als bedoeld in artikel 8, onder c of d, van de Vreemdelingenwet 2000;
-
e.
van wie ten minste een van de ouders of voogden afkomstig is uit een ander niet-Engelstalig land buiten Europa, echter met uitzondering van Indonesië.
schooljaar: het tijdvak van 1 augustus tot en met 31 juli daaraanvolgend;
lokaal voor motorische therapie: ruimte van 120 m2 of minder die is bedoeld voor onderwijs in lichamelijke oefening aan leerlingen van 6 jaar en ouder;
schoolbad: een bad voor watergewenning of bewegingstherapie;
accountant: een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
formatiebasisbedrag: het formatiebasisbedrag, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel a;
formatieleeftijdsbedrag: het formatieleeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel b;
basisbedrag: het basisbedrag, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel c;
leeftijdsbedrag: het leeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel d.