Besluit van 28 april 1988, houdende uitvoering van artikel 32, tweede en derde lid, van de Wet milieugevaarlijke stoffen

Administratiebesluit milieugevaarlijke stoffen en preparaten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 26 juni 1987, no. MJZ 2667007, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
De Raad van State gehoord (advies van 27 januari 1988, Nr. W08.87.0301);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 21 april 1988, no. MJZ 2148044, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet milieubeheer;

  • b.

    vervaardigen: produceren van een stof of preparaat met het oogmerk deze, al dan niet verwerkt in een (ander) preparaat dan wel verwerkt of omgezet in een produkt, aan een ander ter beschikking te stellen;

  • c.

    administratieplichtige: ieder die beroepshalve stoffen of preparaten vervaardigt of in Nederland invoert.

Artikel

1a

De administratieplichtige houdt een administratie bij van de hoeveelheden van de stoffen of preparaten die hij heeft vervaardigd, in Nederland ingevoerd of aan een ander ter beschikking gesteld.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Van de administratieplicht zijn uitgezonderd:

  • a.

    stoffen en preparaten die in Nederland worden ingevoerd en die niet in het vrije verkeer worden gebracht, tenzij zij binnen Nederlands grondgebied worden verwerkt of omgezet;

  • b.

    stoffen die in de procesinstallatie waarin zij ontstaan, worden omgezet in andere stoffen zonder dat daarbij tussentijdse opslag plaatsvindt;

  • c.

    gewasbeschermingsmiddelen of biociden die zijn toegelaten of vrijgesteld op grond van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

Artikel

5

Lasten en bevelen dat dit besluit met daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, E. H. T. M. Nijpels
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes