Warenwetregeling Monsterneming

De staatsecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, in overeenstemming met de staatssecretaris van Economische Zaken, A. J. Evenhuis, en de minister van Landbouw en Visserij,
Overwegende, dat uit oogpunt van rechtszekerheid, regels met betrekking tot het nemen van monsters van waren ten behoeve van de uitvoering van het toezicht gewenst zijn;
Overwegende, dat tevens uitvoering moet worden gegeven aan de Richtlijn van de Commissie tot vaststelling van communautaire bemonsteringsmethoden voor de officiële controle op residuen van bestrijdingsmiddelen in en op groenten en fruit (79/700/EEG) (PbEG L 207);
Overwegende, dat tevens uitvoering moet worden gegeven aan bepalingen in de Richtlijn van de Raad betreffende het gebruik van bepaalde conserveermiddelen voor de oppervlaktebehandeling van citrusvruchten alsmede betreffende de controlemaatregelen voor de opsporing en de kwantitatieve bepaling van conserveermiddelen in en op citrusvruchten (67/427/EEG) (PbEG, nr. 148), voor zover het betreft de in dat verband voorgeschreven monsterneming;
Overwegende, dat de Nederlandse regelgeving die uitvoering gaf aan vorengenoemde richtlijnen inmiddels van rechtswege is komen te vervallen vanwege de inwerkingstelling van de Wijzigingswet 1988 Warenwet;
Overwegende, dat uitvoering moet worden gegeven aan de Eerste Richtlijn van de Commissie van de Europese Gemeenschappen tot vaststelling van communautaire methoden voor chemisch onderzoek met het oog op de controle op verduurzaamde melkprodukten (897/524/EEG) (PbEG L 306);
Gelet op artikel 26, derde lid, van de Warenwet (Stb. 1988, 360);

Besluit:

Paragraaf

1

Monsterneming in het algemeen

Artikel

1

Artikel

2

Paragraaf

2

Monsterneming ten behoeve van controle op de radioactiviteit van groenten en fruit

Artikel

3

Artikel

3a

Vervallen

Paragraaf

3

Monsterneming ten behoeve van de controle op verduurzaamde gedehydrateede melkprodukten

Artikel

4

Vervallen

Artikel

5

In afwijking van het bepaalde in artikel 1, is ten behoeve van het chemisch onderzoek van verduurzaamde gedehydrateerde melkprodukten, het bepaalde in de bijlage bij de Eerste Richtlijn van de Commissie van de Europese Gemeenschappen tot vaststelling van communautaire methoden voor chemisch onderzoek met het oog op de controle op verduurzaamde melkprodukten (87/524/EEG) (PbEG L 306) van toepassing.

Paragraaf

4

Monsterneming ten behoeve van de controle van de temperatuur van diepgevroren levensmiddelen

Artikel

5a

Vervallen

Artikel

5b

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

a.
diepvriezen:

het bevriezingsproces waardoor zo snel als nodig is de maximale kristallisatiezone wordt overschreden, met het gevolg dat na thermische stabilisatie de temperatuur overal in de waar zonder onderbreking gehandhaafd blijft op –18°C of lager;

b.
diepgevroren levensmiddelen:

diepgevroren eet- of drinkwaren, andere dan consumptie-ijs, die verhandeld worden op een wijze waaruit blijkt dat zij dat kenmerk bezitten.

Artikel

5c

Artikel

5d

Onverminderd artikel 5c mogen voor de daar bedoelde controle ook andere wetenschappelijk-adequate methoden worden gebruikt, onder de voorwaarde dat het vrije verkeer van diepgevroren levensmiddelen, waarvan aan de hand van de Warenwetregeling Diepgevroren levensmiddelen is aangetoond dat zij aan de desbetreffende voorschriften voldoen, hierdoor niet wordt belemmerd.

Paragraaf

5

Monsterneming voor de chemische analyse van caseïne en caseïnaten

Paragraaf

6

Monsterneming voor de officiële controle op residuen van bestrijdingsmiddelen in en op producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong

Artikel

5f

Vervallen

Artikel

5g

Vervallen

Artikel

5h

Vervallen

Artikel

5i

De bemonstering van producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong met het oog op de bepaling van het gehalte aan residuen van bestrijdingsmiddelen, geschiedt met inachtneming van richtlijn nr. 2002/63/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 juli 2002 (PbEG L 187) houdende vaststelling van communautaire bemonsteringsmethoden voor de officiële controle op residuen van bestrijdingsmiddelen in en op producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong en tot intrekking van richtlijn 79/700/EG.

Paragraaf

7

Slotbepalingen

Artikel

5j

Vervallen

Artikel

5k

Vervallen

Artikel

5l

Vervallen

Artikel

5m

Vervallen

Artikel

5n

Vervallen

Artikel

6

Rijswijk
De staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, D. J. D.Dees