Wet van 3 mei 1989, houdende regelen met betrekking tot de privatisering van het Waarborgfonds Motorverkeer

Wet houdende regelen met betrekking tot de privatisering van het Waarborgfonds Motorverkeer

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de betrokkenheid van de Staat bij het Waarborgfonds Motorverkeer terug te dringen en dat in verband daarmee wijziging van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Stb. 1984, 269) en het treffen van enkele andere wettelijke voorzieningen noodzakelijk zijn;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

I

Wijzigingen van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen

Artikel

1

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Hoofdstuk

II

Aanwijzing

Artikel

3

Hoofdstuk

III

Personele aspecten

Artikel

4

Artikel

5

Met ingang van het in artikel 2 bedoelde tijdstip verkrijgen de in artikel 4, tweede lid, bedoelde personeelsleden jegens de door de krachtens artikel 23, eerste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Stb. 1984, 269) aangewezen rechtspersoon te bepalen instelling, aanspraken als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van de Pensioen- en Spaarfondsenwet 1952 (Stb. 275) die gelijkwaardig zijn aan die, welke deze personeelsleden op bedoelde datum krachtens de Algemene Burgerlijke Pensioenwet (Stb. 1979, 679) hebben.

Hoofdstuk

IV

Slotbepalingen

Artikel

6

Artikel

7

Ter zake van de verkrijging door de aangewezen rechtspersoon van de vermogensbestanddelen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, blijft heffing van overdrachtsbelasting achterwege.

Artikel

9

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes
De Minister van Financiën, H. O. C. R. Ruding
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes