Verplaatsingskostenregeling 1989

De minister van Binnenlandse Zaken,
Gelet op het Verplaatsingskostenbesluit 1989 (Stb. 424);

Besluit:

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

De betrokkene die het transport van zijn inboedel niet door een transportondernemer laat verzorgen, maar de verhuizing in eigen beheer uitvoert, heeft aanspraak op vergoeding van de kosten van huur en brandstof van een (bestel- of vracht)auto dan wel – indien het vervoer van de inboedel anderszins plaatsvindt – op de vergoeding per kilometer genoemd in artikel 2 van de Reisregeling binnenland, met dien verstande dat niet meer dan twee ritten naar de nieuwe woning worden vergoed. De betrokkene zendt zijn declaratie – in geval er sprake is van huur van een auto vergezeld van de rekening van het verhuurbedrijf – naar het bevoegde gezag.

Artikel

5

Vervallen

Artikel

6

Artikel

7

De tegemoetkoming in dubbele woonkosten, als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel b van het besluit, is gelijk aan de noodzakelijk te maken kosten, met dien verstande, dat de tegemoetkoming maximaal € 272,27 per maand bedraagt en over een termijn van maximaal vier maanden wordt verleend.

Artikel

8a

Vervallen

Artikel

9

Artikel

10

Bij een verplaatsing uit, naar en buiten Nederland worden voor rijksrekening slechts genomen de kosten van een dekkende verzekering van de bagage en de inboedel tegen schade ten gevolge van of in verband met de verhuizing voor rijksrekening, mits bij die verzekering de verzekerde waarde binnen – naar het oordeel van de minister – redelijke grenzen blijft.

Artikel

11

Artikel

11a

Artikel

12

Artikel

12a

Vervallen

Artikel

13

Artikel

13a

Vervallen

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

16a

Vervallen

Artikel

17

Deze regeling, die zal worden gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant, treedt in werking op 1 november 1989.

's-Gravenhage
De minister van Binnenlandse Zaken, C. P. vanDijk