Besluit van 27 december 1990, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 25 van de Luchtvaartwet

Besluit geluidsbelasting kleine luchtvaart

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 17 juli 1989, nr.MJZ17789031, Centrale Directie Juridische Zaken, afdeling Wetgeving, gedaan na overleg met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
Gelet op de artikelen 25, tweede lid, en 76, eerste lid, onder a, van de Luchtvaartwet (Stb. 1958, 47) en artikel VII, derde lid, van de Wet van 7 juni 1978, houdende wijziging van de Luchtvaartwet met betrekking tot de aanwijzing van luchtvaartterreinen (Stb. 354);
Gezien het advies van de Centrale raad voor de milieuhygiëne van 9 februari 1989;
De Raad van State gehoord (advies van 29 december 1989, nr. W08. 89. 0391);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 12 december 1990, nr. MJZ12d90065, Centrale Directie Juridische Zaken, afdeling Wetgeving, uitgebracht na overleg met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

I

Algemeen

Artikel

1

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

gebouw: een gebouw als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van de Woningwet;

bouwvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Woningwet;

woonwagenstandplaats: een standplaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder h, van de Woningwet;

bkl: geluidsbelastingseenheden kleine luchtvaart;

geluidsbelasting in bkl: de geluidsbelasting op een bepaalde plaats veroorzaakt door de gezamenlijke op een luchtvaartterrein landende en opstijgende vaste-vleugel luchtvaartuigen met schroefaandrijving en een toegelaten totaal massa die hoger is dan 390 kg doch niet hoger dan 6000 kg, uitgedrukt in bkl en vastgesteld volgens de formule:

geluidsbelasting = 10 log (∑n 10LAX/10) - 46:

waarin: het teken "∑" staat voor de optelling van de bijdragen van alle luchtvaartuigen die ter plaatse voorbijvliegen gedurende een representatieve dag, zijnde het gewogen daggemiddelde van het vliegverkeer gedurende een geheel jaar, waarbij de weging hieruit bestaat dat het aantal vliegtuigbewegingen op zater-, zon- en feestdagen in de drukste zes maanden van het jaar wordt vermenigvuldigd met een factor 5

waarin: het teken "n" staat voor een factor gelijk aan 1 gedurende de periode van 07.00 tot 19.00 uur en voor de verdere tijdsperiode volgens onderstaande tabel:

10

0

7 uur

1

7

19 uur

3,16

19

23 uur

10

23

24 uur

waarin het teken "LAX" staat voor het tijdgeïntegreerde geluidsniveau ten gevolge van elke vliegtuigpassage, berekend volgens de formule:

waarin het teken "LA(t)" staat voor het tijdsafhankelijke momentane geluidsniveau in dB(A),

waarin het teken "T" staat voor de referentietijd van 1 seconde en waarin de tekens "t1" en "t2" staan voor het begin respectievelijk het einde van de vliegtuigpassage;

geluidszone: een geluidszone als bedoeld in artikel 25a van de Luchtvaartwet voor de grenswaarde, bedoeld in artikel 25, eerste lid, aanhef en onder b, van die wet;

circuitvluchten: vliegtuigbewegingen in de onmiddellijke omgeving van het luchtvaartterrein, in het bijzonder verband houdend met het starten, het oefenen voor het landen en het landen als onderdeel van het lesvliegen.

Artikel

3

Hoofdstuk

II

DE MAXIMAAL TOELAATBARE GELUIDSBELASTING BUITEN DE GELUIDSZONE

Artikel

4

Voor de luchtvaartterreinen, genoemd in artikel 3, tweede lid, is de grenswaarde voor de maximaal toelaatbare geluidsbelasting, bedoeld in artikel 25, eerste lid, aanhef en onder b, van de Luchtvaartwet:

  • a.

    tot 1 januari 2000: 50 bkl;

  • b.

    met ingang van 1 januari 2000: 47 bkl.

Hoofdstuk

III

Procedurevoorschriften in verband met grenswaarde van zevenenveertig bkl

Artikel

5

Artikel

6

Hoofdstuk

IV

DE MAXIMAAL TOELAATBARE GELUIDSBELASTING BINNEN DE GELUIDSZONE

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Dit besluit is niet van toepassing op geluidsgevoelige objecten die geluidsgevoelige objecten als bedoeld in artikel 3, onder c, vervangen, tenzij de vervanging zou leiden tot:

  • a.

    een ingrijpende wijziging van de bestaande stedebouwkundige functie of structuur;

  • b.

    een wezenlijke toename van het aantal geluidgehinderden, of

  • c.

    een wezenlijke toename van de aan de uitwendige scheidingsconstructie optredende geluidsbelasting.

Hoofdstuk

V

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

10

Artikel

11

Vervallen

Artikel

12

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbijbehorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Het Oude Loo
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J.G.M. Alders
De Minister van Justitie, E.M.H. Hirsch Ballin

Bijlage

A

behorende bij het Besluit geluidsbelasting kleine luchtvaart

Vervallen.

Bijlage

B

behorende bij het Besluit geluidsbelasting kleine luchtvaart

Vervallen.