Artikel
1
1
In deze regeling zijn de begripsomschrijvingen van de Regeling in- en uitvoer landbouwgoederen van toepassing.
Besluit:
In deze regeling zijn de begripsomschrijvingen van de Regeling in- en uitvoer landbouwgoederen van toepassing.
Ter zake van de invoer van uit passieve veredeling voortkomende veredelingsproducten kan gehele of gedeeltelijke ontheffing worden verleend van de heffingen bij invoer, bedoeld in de Regeling in- en uitvoer landbouwgoederen.
De vrijstelling wordt verleend door:
het produktschap met betrekking tot de goederen die vallen onder de basisverordeningen genoemd in kolom I van bijlage I van de Regeling in- en uitvoer landbouwgoederen, met uitzondering van de goederen die vallen onder de basisverordeningen in kolom 1 van de horizontale balken I-l, VI-a, VI-b en VI-c alsmede VII-a.
de Belastingdienst met betrekking tot de goederen die vallen onder de basisverordeningen genoemd in kolom 1 van de horizontale balken I-1, VI-a, VI-b en VI-c alsmede VII-a van bijlage I van de Regeling in- en uitvoer landbouwgoederen.
De gehele of gedeeltelijke vrijstelling geldt voor personen aan wie de in artikel 2 genoemde instanties vergunning tot passief veredelingsverkeer hebben verleend.
Van de uitvoer in passief veredelingsverkeer dient te blijken door middel van een door een ambtenaar der invoerrechten en accijnzen afgetekend formulier L, als bedoeld in artikel 39 van de Douaneregeling, waarop is aangetekend dat de uitvoer geschiedt in het kader van passief veredelingsverkeer. In vak 44 van voornoemd formulier dient het nummer van de vergunning alsmede de gehanteerde identificatiemiddelen te worden vermeld.
In geval van invoer in passief veredelingsverkeer van goederen, die zijn verkregen door de be- of verwerking van uit Nederland uitgevoerde goederen, dient van deze invoer te blijken door middel van een door een ambtenaar der invoerrechten en accijnzen afgetekend formulier L, als bedoeld in artikel 37 van de Douaneregeling. In vak 44 van voornoemd formulier dient het nummer van de vergunning alsmede de gehanteerde identificatiemiddelen te worden vermeld.
In geval van invoer in passief veredelingsverkeer van goederen, die zijn verkregen door de be- of verwerking van uit een andere Lid-Staat uitgevoerde goederen, dient van deze invoer te blijken door middel van een door een ambtenaar der invoerrechten en accijnzen afgetekend formulier L, als bedoeld in artikel 37 van de Douaneregeling benevens door overlegging van een volledig en naar waarheid ingevuld en ondertekend, door de bevoegde autoriteiten van het land van uitvoer afgegeven en geviseerd document INF-2, waarvan het model is opgenomen als bijlage bij Toepassingsverordening communautair douanewetboek.
Teneinde vast te stellen dat de veredelingsprodukten zijn vervaardigd uit tijdelijk uit het douanegebied van de Europese Gemeenschappen uitgevoerde goederen kan het produktschap bepalen op welke wijze de tijdelijk uitgevoerde goederen in de veredelingsprodukten moeten worden voorzien van een identificatie.
Het produktschap kan, ingeval de omstandigheden dit naar zijn oordeel rechtvaardigen en een juiste toepassing van het bepaalde bij of krachtens de onderhavige regeling en hetgeen is vastgesteld bij of krachtens het Communautair douanewetboek verzekerd is of kan worden, toestaan dat de rechten en verplichtingen, die voortvloeien uit de aanspraak op een ten behoeve van passief veredelingsverkeer te verlenen vrijstelling, door de vergunninghouder aan een ander worden overgedragen, mits deze laatste aan het produktschap een verklaring van de vergunninghouder, ten bewijzen van de overdracht, overlegt en voor zover de voorwaarden van de vergunning zijn vervuld.
Ingeval de uit het In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1980 voortvloeiende bevoegdheden met betrekking tot een na veredeling in te voeren goed toekomen aan een ander produktschap, dan dat hetwelk deze bevoegdheden met betrekking tot het ter veredeling uit te voeren goed uitoefent, wordt door de toepassing van deze regeling het eerstbedoelde produktschap mede als bevoegd produktieschap aangemerkt en treedt dit, voor wat het deel van de veredelingshandelingen betreft, dan binnen zijn sector valt, als zodanig op.
Deze regeling laat onverlet de bevoegdheid van het produktschap om, indien de daarin geregelde onderwerpen in het belang van haar goede uitvoering nadere regeling behoeven, daarin met inachtneming van het Communautair douanewetboek te voorzien.
Indien in geval van passief veredelingsverkeer bij de be- of verwerking verschillende soorten goederen worden verkregen, die niet alle ter compensatie van de uitvoer worden ingevoerd, stelt het produktschap de gevolgen daarvan voor de bepaling van het bedrag van de vrijstelling vast. Het neemt daarbij hetgeen bij het Communautair douanewetboek is vastgesteld in acht.