Regeling passief veredelingsverkeer landbouwgoederen

Regeling passief veredelingsverkeer landbouwgoederen

De minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Overwegende dat Verordening (EEG) No. 2473/86 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 juli 1986 betreffende de regeling passieve veredeling en het systeem uitwisselingsverkeer (Pb EG No. L 212) nationale uitvoering behoeft;
Mede gelet op artikel 11 van de In- en uitvoerwet (Stb. 1988, 288);
In overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Besluit:

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Teneinde vast te stellen dat de veredelingsprodukten zijn vervaardigd uit tijdelijk uit het douanegebied van de Europese Gemeenschappen uitgevoerde goederen kan het produktschap bepalen op welke wijze de tijdelijk uitgevoerde goederen in de veredelingsprodukten moeten worden voorzien van een identificatie.

Artikel

6

Het produktschap kan, ingeval de omstandigheden dit naar zijn oordeel rechtvaardigen en een juiste toepassing van het bepaalde bij of krachtens de onderhavige regeling en hetgeen is vastgesteld bij of krachtens het Communautair douanewetboek verzekerd is of kan worden, toestaan dat de rechten en verplichtingen, die voortvloeien uit de aanspraak op een ten behoeve van passief veredelingsverkeer te verlenen vrijstelling, door de vergunninghouder aan een ander worden overgedragen, mits deze laatste aan het produktschap een verklaring van de vergunninghouder, ten bewijzen van de overdracht, overlegt en voor zover de voorwaarden van de vergunning zijn vervuld.

Artikel

7

Ingeval de uit het In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1980 voortvloeiende bevoegdheden met betrekking tot een na veredeling in te voeren goed toekomen aan een ander produktschap, dan dat hetwelk deze bevoegdheden met betrekking tot het ter veredeling uit te voeren goed uitoefent, wordt door de toepassing van deze regeling het eerstbedoelde produktschap mede als bevoegd produktieschap aangemerkt en treedt dit, voor wat het deel van de veredelingshandelingen betreft, dan binnen zijn sector valt, als zodanig op.

Artikel

8

Deze regeling laat onverlet de bevoegdheid van het produktschap om, indien de daarin geregelde onderwerpen in het belang van haar goede uitvoering nadere regeling behoeven, daarin met inachtneming van het Communautair douanewetboek te voorzien.

Artikel

9

Indien in geval van passief veredelingsverkeer bij de be- of verwerking verschillende soorten goederen worden verkregen, die niet alle ter compensatie van de uitvoer worden ingevoerd, stelt het produktschap de gevolgen daarvan voor de bepaling van het bedrag van de vrijstelling vast. Het neemt daarbij hetgeen bij het Communautair douanewetboek is vastgesteld in acht.

Artikel

10

's-Gravenhage
De minister van Landbouw en Natuurbeheer en Visserij,
voor deze:
De secretaris-generaal. T. H. J.Joustra