Regeling aanwijzing nationaal park Dwingelderveld

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Overwegende dat het beleid van de regeling is gericht op het tot stand brengen van een stelsel van nationale parken; dat er een goedgekeurd Beheers- en Inrichtingsplan Nationaal Park Dwingelderveld is, op basis waarvan aan het nationaal park in oprichting Dwingelderveld de definitieve status van nationaal park verleend kan worden.
Gezien de adviezen van de Voorlopige Commissie Nationale Parken van 31 maart 1982 en 22 juni 1989;

Besluit:

Artikel

1

Deze regeling verstaat onder;

minister:

Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

overlegorgaan:

overlegorgaan als bedoeld in artikel 3;

nationaal park:

gebied zoals omschreven in het Structuurschema Natuur- en Landschapsbehoud (Kamerstukken II, 1980/81, 16 820, nrs. 1–2, blz. 122).

Artikel

2

Als nationaal park wordt aangewezen het natuur- en bosgebied Dwingelderveld, zoals aangegeven op de kaart die is opgenomen als figuur 1 in het plan, bedoeld in artikel 6.

Artikel

3

Er is een overlegorgaan Dwingelderveld.

Artikel

4

Het overlegorgaan heeft tot taak zorg te dragen voor de inrichting en het beheer van het nationaal park Dwingelderveld.

Artikel

5

Tot de taak van het overlegorgaan behoort onder meer:

  • het streven naar onderlinge afstemming van alle voor de inrichting en het beheer van het nationaal park van belang zijnde plannen en activiteiten;

  • het doen van voorstellen aan de minister voor de besteding van de voor het nationaal park Dwingelderveld beschikbare middelen in het kader van een jaarlijks voor te stellen activiteitenprogramma met bijbehorende begroting;

  • het opstellen van een meerjarenprogramma voorlichting en educatie, ter bevordering en coördinatie van voorlichting en educatie met betrekking tot het nationaal park Dwingelderveld.

Artikel

6

Het overlegorgaan voert zijn taak uit overeenkomstig het Beheers- en Inrichtingsplan Nationaal Park Dwingelderveld van 5 juli 1988, zoals dit door de minister op 12 oktober 1989 is goedgekeurd.

Artikel

7

In het overlegorgaan hebben zitting:

  • a.

    één door de minister te benoemen lid, tevens voorzitter;

  • b.

    tien door de minister te benoemen leden, als vertegenwoordiger en op voordracht van onderscheidenlijk:

    • de provincie Drenthe;

    • de gemeente Beilen;

    • de gemeente Dwingeloo;

    • de gemeente Ruinen;

    • het waterschap De Oude Vaart;

    • het waterschap De Wold Aa;

    • het Recreatieschap Noord- en Midden-Drenthe;

    • het Recreatieschap Zuid-West Drenthe;

    • de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland;

    • het Staatsbosbeheer;

  • c.

    twee door de minister te benoemen leden als vertegenwoordigers van de kleine particuliere eigenaren;

  • d.

    de Directeur van de Directie Noord van het Ministerie van landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Artikel

8

Artikel

9

Indien in het overlegorgaan belangrijke verschillen van inzicht blijken te bestaan, doet de voorzitter daarvan mededeling aan de minister, die daarop de naar zijn oordeel nodige stappen onderneemt.

Artikel

10

De voorzitter en de vertegenwoordigers van de kleine particuliere eigenaren genieten voor het bijwonen van vergaderingen en overige bijeenkomsten een vacatiegeld op grond van het Vacatiegeldenbesluit 1988. Voorts ontvangen zij vergoeding voor reis- en verblijfkosten overeenkomstig het voor ambtenaren geldende Reisbesluit 1971.

Artikel

11

De Regeling aanwijzing nationaal park in oprichting Dwingelderveld (Stcrt. 1986, 129) wordt ingetrokken.

Artikel

12

's-Gravenhage
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J. D.Gabor