Besluit van 8 november 1991, houdende regels met betrekking tot de aan het Rijk verschuldigde kosten en rechten terzake van reisdocumenten

Besluit paspoortgelden

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 30 augustus 1991, Directoraat-Generaal Openbaar Bestuur, IBI91/1223-RD, gedaan mede namens Onze Ministers van Financiën, van Buitenlandse Zaken en voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken;
Overwegende, dat het wenselijk is de afdracht van de aan het Rijk verschuldigde kosten en de heffing van de aan het Rijk verschuldigde rechten terzake van reisdocumenten nader te regelen en daarvoor bedragen vast te stellen;
De Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 14 oktober 1991, no. WO.4.91 0477/K);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 31 oktober 1991, Directoraat-Generaal Openbaar Bestuur, IBI91/1659/RD, uitgebracht mede namens Onze Ministers van Financiën, van Buitenlandse Zaken a.i. en voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken;
De bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

I

Algemeen

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: degene die een aanvraag als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Paspoortwet (Stb. 1991, 498) indient;

  • b.

    Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • c.

    de Gouverneur: de Gouverneur van de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk van Aruba;

  • d.

    kosten: de kosten, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de Paspoortwet;

  • e.

    rechten: de rechten, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder b, van de Paspoortwet;

  • f.

    leverancier: het bedrijf dat in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties belast is met het verrichten van diensten in verband met de verstrekking van reisdocumenten, waaronder de vervaardiging en levering van reisdocumenten en bijschrijvingsstickers;

  • g.

    bijschrijvingssticker: sticker, aan te brengen in een uitgereikt reisdocument, waarop de gegevens van een in dat reisdocument bij te schrijven kind zijn vermeld;

  • h.

    spoedlevering: de versnelde aflevering van een gepersonaliseerd reisdocument of een bijschrijvingssticker, bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Hoofdstuk

II

Kosten, verschuldigd terzake van reisdocumenten

§

1

In Nederland aan het Rijk verschuldigde kosten

Artikel

2

Artikel

3

§

2

In de Nederlandse Antillen en Aruba aan het Rijk verschuldigde kosten

Artikel

4

Artikel

5

§

3

De kosten

Artikel

6

Hoofdstuk

III

Rechten, verschuldigd terzake van reisdocumenten

§

1

Heffing van rechten in Nederland en buiten het Koninkrijk

Artikel

7

Bevoegd tot het heffen van de in artikel 12 vastgelegde rechten, dan wel tot het verlenen van gehele of gedeeltelijke kwijtschelding daarvan zijn:

  • a.

    in Nederland: Onze Minister en de door hem daartoe aangewezen autoriteiten, voor zover de aanvraag niet bij een burgemeester is ingediend;

  • b.

    buiten het Koninkrijk: de hoofden van de door Onze Minister van Buitenlandse Zaken aangewezen consulaire posten.

  • c.

    Onze Minister van Buitenlandse Zaken.

Artikel

8

Aan de aanvrager in het buitenland die woonachtig is in het ressort van de consulaire post waar hij zijn aanvraag indient en niet in staat is anders dan met buitengewoon bezwaar de door hem aan het Rijk verschuldigde rechten geheel of gedeeltelijk te betalen kan geheel of gedeeltelijk kwijtschelding van deze rechten worden verleend.

Artikel

9

Met betrekking tot het verlenen van gehele of gedeeltelijke kwijtschelding zijn de krachtens artikel 26 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221) door Onze Minister van Financiën in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 (Stcrt. 1990, 103) in de eerste en tweede afdeling van het tweede hoofdstuk gestelde regels van overeenkomstige toepassing.

Artikel

10

De vaststelling van de valuta waarin de betaling van de in artikel 12 vastgelegde rechten in het buitenland plaatsvindt en de herleiding van deze rechten in de vastgestelde valuta geschieden overeenkomstig artikel 12 van de Wet op de Kanselarijrechten (Stb. 1948, I 481).

§

2

Heffing van rechten in de Nederlandse Antillen en Aruba

Artikel

11

§

3

De rechten

Artikel

12

Artikel

13

De in artikel 12 bedoelde rechten worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

Hoofdstuk

IV

Slotbepalingen

Artikel

14

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop de Paspoortwet in werking treedt.

Artikel

15

Dit besluit kan worden aangehaald als "Besluit paspoortgelden".

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State van het Koninkrijk en de Algemene Rekenkamer.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, D. IJ. W. de Graaff-Nauta
De Minister van Financiën, W. Kok
De Minister van Buitenlandse Zaken a.i., R. F. M. Lubbers
De Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken, E. M. H. Hirsch Ballin
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin