Artikel
1
Als organen voor gezondheidszorg worden aangewezen:
-
A.
de navolgende instellingen voor gezondheidszorg
-
1.
ziekenhuizen,
-
2.
academische ziekenhuizen,
-
3.
sanatoria,
-
4.
epilepsie-inrichtingen,
-
5.
kraaminrichtingen,
-
6.
dialysecentra,
-
7.
audiologische centra,
-
8.
beademingscentra,
-
9.
radiotherapeutische centra,
-
10.
psychiatrische ziekenhuizen,
-
11.
instellingen voor psychiatrische deeltijdbehandeling,
-
12.
verpleeghuizen,
-
12a.
verzorgingshuizen,
-
13.
zwakzinnigeninrichtingen,
-
14.
instellingen voor zintuiglijk gehandicapten,
-
15.
"Het Dorp",
-
16.
instellingen die thuiszorg leveren als bedoeld in artikel 15 van het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering,
-
16a.
instellingen voor ouder- en kindzorg,
-
16b.
instellingen voor dieetadvisering,
-
17.
provinciale ent-administraties als bedoeld in de Regeling nadere regels zorgaanspraken AWBZ;
-
18.
kraamcentra,
-
19.
trombosediensten,
-
20.
vervallen,
-
21.
vervoerders voor zover zij ambulancevervoer verrichten waarop de wet Ambulancevervoer van toepassing is,
-
22.
gezondheidscentra,
-
23.
regionale instellingen voor ambulante geestelijke gezondheidszorg,
-
24.
instellingen voor jeugdtandverzorging,
-
25.
tandheelkundige centra als bedoeld in artikel 7, vierde lid, van het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering,
-
26.
abortusklinieken,
-
27.
huisartsenlaboratoria,
-
28.
regionale instellingen voor beschermd wonen,
-
28a.
instellingen voor revalidatie,
-
29.
centra voor erfelijkheidsonderzoek,
-
29a.
zelfstandige behandelcentra die als zodanig een vergunning ingevolge het bepaalde bij of krachtens de Wet ziekenhuisvoorzieningen hebben verkregen,
-
29b.
instellingen, niet behorende tot de onder 1 tot en met 29a bedoelde categorieën en niet behorend tot de instellingen, bedoeld in de artikelen 2 tot en met 4, in het kader waarvan prestaties worden geleverd door meerdere beroepsbeoefenaren als bedoeld onder B, onderdeel 5, welke met zelfstandige behandelcentra als bedoeld in 29a gelijk zijn te stellen, en die geen medisch-specialistische zorg verlenen als waarop bij of krachtens de Ziekenfondswet aanspraak bestaat, ongeacht de wijze waarop de kosten daarvan worden vergoed,
-
29c
huisartsendienstenstructuren, waaronder wordt verstaan: rechtspersoonlijkheid bezittende organisatorische verbanden van beroepsbeoefenaren als bedoeld onder B, onderdeel 1, welke verbanden enkel zijn aangegaan ten behoeve van de levering gedurende avond, nacht en weekend van door die beroepsbeoefenaren te leveren huisartsenzorg als waarop bij of krachtens de Ziekenfondswet aanspraak bestaat, ongeacht de wijze waarop de kosten daarvan worden vergoed, waarmee door een ziekenfonds een medewerkersovereenkomst als bedoeld in de artikelen 44 en 45 van de Ziekenfondswet is gesloten voor de levering enkel gedurende avond, nacht en weekend van huisartsenzorg als waarop bij of krachtens die wet aanspraak bestaat, waardoor een beroepsbeoefenaar met wie dat ziekenfonds voor de levering van huisartsenzorg een medewerkersovereenkomst heeft gesloten gedurende avond, nacht en weekend van de levering van die zorg is vrijgesteld zolang eerstbedoelde medewerkersovereenkomst geldt.
-
30.
instellingen niet behorende tot de onder 1 tot en met 29c bedoelde categorieën, voor zover de werkzaamheden daarvan zijn gericht op donatie of transplantatie van weefsel of organen,
-
31.
instellingen, niet behorende tot de onder 1 tot en met 30 bedoelde categorieën van instellingen, voor zover de werkzaamheden daarvan er op zijn gericht ten behoeve van laatstbedoelde instellingen een deel van de door hen te leveren prestaties te verrichten,
-
32.
instellingen, niet behorende tot de onder 1 tot en met 31 bedoelde categorieën en niet behorend tot de instellingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, in het kader waarvan prestaties worden geleverd door beroepsbeoefenaren als bedoeld onder B of personen als bedoeld in artikel 2 en waarvan de werkzaamheden uitsluitend of in hoofdzaak daarop zijn gericht,
-
33.
instellingen, niet behorende tot de onder 1 tot en met 32 bedoelde categorieën en niet behorend tot de instellingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, voor zover er prestaties worden geleverd door beroepsbeoefenaren als bedoeld onder B of personen als bedoeld in artikel 2.
-
1.
-
B.
de navolgende personen die een medisch of paramedisch beroep uitoefenen:
-
1.
huisartsen,
-
2.
tandartsen,
-
3.
tandarts-specialisten voor mondziekten en kaakchirurgie,
-
4.
tandarts-specialisten in de dentomaxillaire orthopaedie,
-
5.
medisch specialisten, te onderscheiden naar categorieën van specialismen overeenkomstig het onderscheid zoals dat wordt gemaakt in het specialistenregister van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, zoals dat register luidt op het tijdstip van het goedkeuren of vaststellen van een tarief of maximumtarief door het College tarieven gezondheidszorg voor de desbetreffende categorie van specialismen,
-
6.
verloskundigen,
-
7.
fysiotherapeuten,
-
8.
oefentherapeuten Mensendieck en César,
-
9.
logopedisten.
-
1.
-
C.
de navolgende met organen voor gezondheidszorg gelijkgestelde voorzieningen voor maatschappelijke dienstverlening:
-
1.
dagverblijven voor gehandicapten,
-
2.
gezinsvervangende tehuizen voor gehandicapten,
-
3.
vervallen,
-
4.
instellingen voor zover de werkzaamheden daarvan zijn gericht op sociaal-pedagogische zorg,
-
5.
herstellingsoorden.
-
1.
-
D.
de navolgende andere met organen voor gezondheidszorg gelijkgestelde instellingen:
-
1.
centrale posten voor het ambulancevervoer,
-
2.
de Stichting Centraal Begeleidingsorgaan Intercollegiale Toetsing (CBO),
-
3.
het Pathologisch Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA).
-
1.