Besluit van 6 juli 1992, houdende Warenwetbesluit elektrotechnische produkten

Warenwetbesluit elektrotechnische produkten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 23 januari 1992, VVP/P-U 692599, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Overwegende dat ingevolge het koninklijk besluit van 20 juli 1989 (Stb. 1989, 331) de bij Onze Minister van Economische Zaken berustende verantwoordelijkheid voor de veiligheid en de daarmee verband houdende deugdelijkheid en doelmatigheid van elektrische toestellen en installaties met ingang van 1 november 1989 is overgedragen aan Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur;
Overwegende dat in verband hiermee de op artikel 12 van de Electriciteitswet (Stb. 1938, 523) gebaseerde regelingen betreffende de veiligheid van elektrotechnische produkten, waaronder het Elektriciteitsbesluit 1976 (Stb. 1976, 75) dat uitvoering geeft aan richtlijn 73/23/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen (PbEG L 77), tot de eerste verantwoordelijkheid van Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur zijn gaan behoren;
Overwegende dat genoemde verantwoordelijkheid het wenselijk maakt de desbetreffende regelingen te baseren op de Warenwet (Stb. 1988, 360);
Gelet op de artikelen 4, eerste lid, onderdeel a, 8, onderdeel c, 13 en 14 van de Warenwet en op artikel 12, tweede lid, van de Elektriciteitswet;
Gehoord de Adviescommissie Warenwet (advies van 18 september 1991, nr. 14317/(49)5);
De Raad van State gehoord (advies van 25 maart 1992, nr. W13.92.0045);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 9 juni 1992, DGVgz/VVP/P 921195 uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Het Elektriciteitsbesluit (Stb. 1968, 493) en het Elektriciteitsbesluit 1976 (Stb. 1976, 75) worden ingetrokken.

Artikel

8

Lasten en bevelen dat dit besluit en de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, H. J. Simons
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

Bijlage

behorende bij het Warenwetbesluit elektrotechnische produkten

De in artikel 3, eerste lid, van het Warenwetbesluit electrotechnische produkten, bedoelde eisen zijn:

  • a.

    gegevens waarvan de kennis voor een juist en veilig gebruik (waaronder onderhoud) van het produkt noodzakelijk is, moeten duidelijk en in de Nederlandse taal zijn aangegeven op het produkt of, indien dat niet mogelijk is, op een daarbij gevoegde instructie;

  • b.

    een aanduiding van de fabrikant of degene die het produkt, al dan niet in Nederland, in de handel brengt, moet duidelijk en in de Nederlandse taal zijn aangebracht op het produkt of, indien dat niet mogelijk is, op de verpakking daarvan;

  • c.

    het produkt en zijn onderdelen moeten veilig en behoorlijk kunnen worden aangesloten en geïnstalleerd;

  • d.

    bij gebruik overeenkomstig de bestemming en voldoende onderhoud moeten gevaar voor letsel of schade ten gevolge van onvrijwillige aanraking van onderdelen die bestemd zijn om onder spanning te staan of stroom te geleiden, alsmede de mogelijkheid van het onder spanning raken of stroom geleiden van niet daartoe bestemde onderdelen zijn uitgesloten;

  • e.

    bij gebruik overeenkomstig de bestemming en voldoende onderhoud mogen geen temperaturen, lichtbogen of stralingen optreden, die gevaar zouden veroorzaken;

  • f.

    bij gebruik overeenkomstig de bestemming en voldoende onderhoud moet afdoende bescherming bestaan tegen gevaren van niet-elektrische aard, die volgens de ervaring van die produkten kunnen uitgaan;

  • g.

    de isolatie moet berekend zijn op de bij gebruik overeenkomstig de bestemming en voldoende onderhoud te verwachten elektrische spanningen en belastingen en mechanische krachten;

  • h.

    bij gebruik overeenkomstig de bestemming en voldoende onderhoud moeten zij voldoende bestand zijn tegen te verwachten uitwendige mechanische krachten;

  • i.

    bij gebruik overeenkomstig de bestemming en voldoende onderhoud moeten zij voldoende bestand zijn tegen te verwachten uitwendige niet-mechanische invloeden;

  • j.

    bij gebruik overeenkomstig de bestemming en voldoende onderhoud moet gevaar ten gevolge van voorzienbare overbelasting zijn uitgesloten.