Regeling keuring en handelsverkeer vleesproducten 1993

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Overwegende, dat uitvoering dient te worden gegeven aan de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 december 1988, nr. 88/658/EEG, tot wijziging van richtlijn 77/99/EEG inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vleesproducten (PbEG 1988, L 382);
Gelet op de artikelen 69, 70, tweede lid, en 71 van de Veewet (Stb. 1920, 153) en de artikelen 19, eerste lid, en 26 van de Landbouwwet (Stb. 1957, 342);
Gehoord het Produktschap voor Vee en Vlees, de Centrale Organisatie voor de Vleesgroothandel, het Produktschap voor Pluimvee en Eieren, het Bedrijfschap Pluimveehandel en -industrie, de Vereniging van de Nederlandse pluimveeverwerkende industrie en de Vereniging voor de Nederlandse Vleeswarenindustrie.

Besluit:

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

richtlijn 64/433/EEG:

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende de gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van vers vlees (PbEG L 121);

richtlijn 71/118/EEG:

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 februari 1971 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het handelsverkeer in vers vlees van pluimvee (PbEG L 55);

richtlijn 77/99/EEG:

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende de gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van vleesproducten en bepaalde andere producten van dierlijke oorsprong (PbEG 1977, L 26);

richtlijn 80/215/EEG:

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 januari 1980 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vleesproducten (PbEG L 47);

richtlijn 83/201/EEG:

richtlijn van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 april 1983 houdende afwijking van Richtlijn 77/99/EEG van de Raad ten aanzien van sommige producten die andere levensmiddelen bevatten en die voor een gering percentage uit vlees of vleesproducten zijn samengesteld (PbEG L 112);

richtlijn 88/657/EEG:

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 december 1988 tot vaststelling van de eisen voor de produktie van en het handelsverkeer in gehakt, vlees in stukken van minder dan 100 gram en vleesbereidingen en tot wijziging van de richtlijnen 64/433/EEG, 71/118/EEG en 72/462/EEG (PbEG L 382);

richtlijn 89/662/EEG:

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 395);

richtlijn 91/495/EEG:

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 november 1990 inzake gezondheidsvoorschriften en veterinairrechtelijke voorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van konijnevlees en vlees van gekweekt wild (PbEG 1991, L 268);

richtlijn nr. 97/78/EG van de Raad van de Europese Unie van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEG 1998, L 24);

verordening 999/2001/EG:

verordening van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001, houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën;

verordening 136/2004/EG:

verordening (EG) nr. 136/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 januari 2004 tot vaststelling van procedures voor de veterinaire controles in de grensinspectieposten van de Gemeenschap bij het binnenbrengen van producten uit derde landen (PbEU L 21);

de Minister:

de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

officiële dierenarts:

door de bevoegde centrale autoriteit van het land van verzending aangewezen dierenarts;

vers vlees:

vlees, dat geen behandeling heeft ondergaan ter bevordering van de houdbaarheid, tenzij het betreft een koelbehandeling;

pluimvee:

huisdieren, behorende tot de soorten: kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden of ganzen;

vlees van pluimvee:

alle delen van pluimvee, die naar hun aard geschikt zijn voor menselijke consumptie;

konijnen:

tamme konijnen;

konijnevlees:

alle voor menselijke consumptie geschikte delen van konijnen;

gekweekt wild:

landzoogdieren en vogels als bedoeld in artikel 2, onderdeel 2, van richtlijn 91/495/EEG, niet zijnde vee als bedoeld in artikel 66, onderdeel a, van de Veewet en niet zijnde konijnen;

vlees van gekweekt wild:

vlees als bedoeld in artikel 2, onderdeel 2, van richtlijn 91/495/EEG;

gekweekt vederwild:

vogels als bedoeld in artikel 2, onderdeel 3, van richtlijn 91/495/EEG;

hazen:

hazen die in gevangenschap zijn gekweekt, gehouden en geslacht;

hazevlees:

alle voor menselijke consumptie geschikte delen van hazen;

vleesproducten:

producten, als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, aanhef, van richtlijn 77/99/EEG, niet zijnde vlees onderscheidenlijk producten als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, sub i en ii, van die richtlijn;

andere producten van dierlijke oorsprong:

producten als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van richtlijn 77/99/EEG;

kant-en-klaargerechten:

verpakte vleesproducten die overeenstemmen met gekookte of voorgekookte culinaire bereidingen, in onmiddellijke verpakking, en door koude geconserveerd;

vleesbereidingen:

vlees als bedoeld in artikel 2 van richtlijn 64/433/EEG, 71/118/EEG of 92/45/EEG, dan wel vlees dat voldoet aan artikel 3, 6 of 8 van richtlijn 91/495/EEG, waaraan levensmiddelen, kruiderijen of additieven zijn toegevoegd of dat een behandeling heeft ondergaan in een mate die niet volstaat om de inwendige celstructuur van het vlees te veranderen en aldus de kenmerken van vers vlees te doen verdwijnen;

producten die andere levensmiddelen bevatten en die voor een gering percentage uit vlees of vleesproducten zijn samengesteld:

vleesproducten met niet meer dan 10 gewichtspercenten toegevoegd vlees of vleesproducten in verhouding tot het eindproduct, klaar voor het gebruik, na bereiding volgens de gebruiksaanwijzingen van de fabrikant;

lid-staat:

lid-staat van de Europese Unie, niet zijnde Nederland;

derde land:

land, niet zijnde Nederland en niet zijnde een lid-staat;

separatorvlees:

verkleinde substantie verkregen door beenderen van vee of pluimvee machinaal te ontdoen van spierweefsel, bindweefsel, merg en vet;

hermetisch gesloten recipiënt:

bergingsmiddel dat geen lucht doorlaat bestemd om de inhoud tijdens en na de hittebehandeling te beschermen tegen het binnendringen van micro-organismen;

onmiddellijke verpakking:

het beschermen van vleesproducten en andere producten van dierlijke oorsprong, die, na behandeling, bestemd zijn voor menselijke consumptie of de bereiding van andere levensmiddelen, door middel van een eerste omhulsel of van een eerste bergingsmiddel dat rechtstreeks in contact komt met het betrokken product, alsmede het eerste omhulsel of het eerste bergingsmiddel zelf;

eindverpakking:

het plaatsen van een of meer al dan niet van een onmiddellijke verpakking voorziene vleesproducten of andere producten van dierlijke oorsprong, die, na behandeling, bestemd zijn voor menselijke consumptie of de bereiding van andere levensmiddelen, in een bergingsmiddel, alsmede het bergingsmiddel zelf;

herverpakkingscentrum:

werkplaats of opslagplaats waar producten bestemd om in de handel te worden gebracht, opnieuw worden bijeengebracht en/of worden voorzien van een nieuwe onmiddellijke verpakking;

partij:

eenzelfde hoeveelheid producten van dezelfde aard waarvoor – voor zover voorgeschreven eenzelfde veterinair certificaat of document geldt, die met hetzelfde vervoermiddel wordt vervoerd van één inrichting naar eenzelfde plaats van bestemming.

richtlijn 92/45/EEG:

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 16 juni 1992 betreffende de gezondheidsvoorschriften en veterinairrechtelijke voorschriften voor het doden van vrij wild en het in de handel brengen van vlees van vrij wild (PbEG L 268);

vrij wild:

landzoogdieren en vogels als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van richtlijn 92/45/EEG;

klein vrij wild:

zoogdieren en vogels als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, van richtlijn 92/45/EEG;

vlees van vrij wild:

alle voor menselijke consumptie geschikte delen van vrij wild;

belanghebbende bij de lading:

belanghebbende bij de lading als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel e, van richtlijn 97/78/EG;

verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (PbEU L 268);

verordening (EG) nr. 1830/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 september 2003 betreffende de traceerbaarheid van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen en diervoeders en tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG (PbEU L 268).

Artikel

2

Paragraaf

1

Regelen ten aanzien van de uitvoer van in Nederland vervaardigde producten

Artikel

3

Artikel

4

Een handelsdocument, onderscheidenlijk keuringscertificaat als bedoeld in artikel 3, eerste lid, en vierde lid, wordt slechts afgegeven indien:

  • a.

    de vleesproducten zijn bereid en opgeslagen in een vleesproductenfabriek die is erkend overeenkomstig artikel 13;

  • b.

    de vleesproducten zijn bereid uit:

  • c.

    onverminderd onderdeel b, voor zover het vlees betreft dat is ingevoerd uit een derde land, niet zijnde Noorwegen dat vlees voldoet aan de minimumeisen van hoofdstuk III van richtlijn 71/118/EEG en het overeenkomstig richtlijn 97/78/EG is gecontroleerd.

  • d.

    de vleesproducten niet zijn bereid met vlees dat met inachtneming van de eisen van de artikelen 5 en 6 van richtlijn 64/433/EEG, artikel 4, eerste lid, derde alinea, van richtlijn 71/118/EEG en hoofdstuk IX van bijlage I van richtlijn 71/118/EEG, of anderszins voor menselijke consumptie ongeschikt is verklaard, en van:

    • 1)

      de organen van het genitaal apparaat van vrouwelijke of mannelijke dieren, met uitzondering van de testikels;

    • 2)

      de organen van het urinair apparaat, met uitzondering van de nieren en de blaas;

    • 3)

      kraakbeen van het strottehoofd, de luchtpijp en de extra-lobulaire bronchiën;

    • 4)

      ogen en oogleden;

    • 5)

      de externe gehoorgang;

    • 6)

      hoornachtig weefsel, en

    • 7)

      bij pluimvee, de kop – met uitzondering van de kam en de oorschelpen, de lellen en de caruncula –, de slokdarm, de krop, de darmen en de organen van het genitaal apparaat;

  • e.

    de vleesproducten zijn bereid in overeenstemming met het bepaalde in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van richtlijn 77/99/EEG, met inachtneming van de eisen van hoofdstuk III van bijlage B, behorend bij richtlijn 77/99/EEG, en wat gepasteuriseerde of gesteriliseerde producten in hermetisch gesloten recipiënten of kant-en-klaargerechten betreft, deze producten voldoen aan de desbetreffende eisen van hoofdstuk VIII of hoofdstuk IX van genoemde bijlage B;

  • f.

    de vleesproducten zijn gecontroleerd overeenkomstig artikel 3, onderdeel A, sub 4, van richtlijn 77/99/EEG en – voor zover van toepassing – voldoen aan de eisen van artikel 7, tweede lid, van die richtlijn;

  • g.

    de vleesproducten, indien zij zijn voorzien van een onmiddellijke verpakking, een eindverpakking of een etiket, zijn verpakt of geëtiketteerd met inachtneming van artikel 3, onderdeel A, sub 6, van richtlijn 77/99/EEG;

  • h.

    de vleesprodukten zijn voorzien van het keurmerk, bedoeld in hoofdstuk VI van bijlage B, behorend bij richtlijn 77/99/EEG, waarbij tevens wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 3, onderdeel A, sub 7, van die richtlijn;

  • i.

    de vleesproducten zijn gehanteerd, opgeslagen en vervoerd in overeenstemming met het bepaalde in artikel 3, onderdeel a, sub 8, van richtlijn 77/99/EEG;

  • j.

    de vleesproducten niet onderworpen zijn geweest aan ioniserende straling, tenzij zulks om medische redenen verantwoord is en duidelijk op het product en op het certificaat dan wel handelsdocument staat vermeld dat het werd doorstraald;

  • k.

    bij het gebruik van lokalen, werktuigen en materieel, die worden gebruikt voor de vervaardiging van vleesproducten van of met vlees met een EEG-keurmerk, wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 4, tweede lid, van richtlijn 77/99/EEG;

  • l.

    voor zover de producten worden uitgevoerd via een herverpakkingscentrum, dit centrum is erkend overeenkomstig artikel 13, vijfde lid;

  • m.

    gewaarborgd is dat voldaan is aan het bepaalde in artikel 3, tweede lid, eerste alinea, van richtlijn 89/662/EEG, en

  • n.

    op grond van de regelgeving van de Europese Gemeenschap of de Toezichthoudende Autoriteit van de Europese Vrijhandelsassociatie geen verbod geldt om de vleesproducten uit te voeren of, voor zover de producten zijn bestemd voor een lid-staat of Noorwegen, van enige plaats in Nederland naar het grondgebied van die staat te vervoeren.

Artikel

5

Artikel

6

Het keurmerk, bedoeld in artikel 3, tweede en vijfde lid, wordt slechts aangebracht, indien:

  • a.

    de producten bereid zijn in een krachtens het bepaalde in artikel 13 erkende vleesproductenfabriek;

  • b.

    is voldaan aan de eisen neergelegd in artikel 4, eerste lid, onderdelen b tot en met g en i tot en met m, en

  • c.

    op grond van de regelgeving van de Europese Gemeenschap of de Toezichthoudende Autoriteit van de Europese Vrijhandelsassociatie geen verbod geldt om de producten uit te voeren of, voor zover de producten zijn bestemd voor een lid-staat of Noorwegen, van enige plaats in Nederland naar het grondgebied van die staat te vervoeren.

Artikel

6a

Keurmerken, handelsdocumenten of keuringscertificaten als bedoeld in artikel 3, eerste tot en met zesde lid, worden slechts afgegeven indien is voldaan aan:

  • 1°.

    de artikelen 4, eerste, tweede en zesde lid, 8, eerste lid, 9, eerste en derde lid, en 13 van verordening 1829/2003;

  • 2°.

    de artikelen 4, eerste, tweede, vierde en zesde lid, en 5, eerste en tweede lid, van verordening 1830/2003.

Artikel

7

Ten aanzien van in Nederland vervaardigde vleesproducten geldt voorts het volgende:

Artikel

8

Paragraaf

2

Regelen ten aanzien van de uitvoer van uit Lid-Staten of derde landen ingevoerde producten

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Paragraaf

3

Regelen ten aanzien van de keuring en hygiëne met betrekking tot producten van pluimvee, gekweekt vederwild, konijnen, hazen en klein vrij wild, bestemd voor gebruik in Nederland

Artikel

11a

Artikel

11b

Paragraaf

4

Regelen ten aanzien van de erkenning van vleesproductenfabrieken en herverpakkingscentra, alsmede ten aanzien van de verlening van een vergunning voor inrichtingen die andere producten van dierlijke oorsprong produceren

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

13a

Paragraaf

5

Overige bepalingen

Artikel

14

De minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij kan ontheffing verlenen van het bepaalde in deze regeling; hij kan aan een dergelijke ontheffing voorschriften en beperkingen stellen.

Artikel

15

Een wijziging van een of meer onderdelen van de in deze regeling genoemde richtlijnen treedt voor de toepassing van de artikelen uit deze regeling, waarin naar die onderdelen wordt verwezen, in werking met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.

Artikel

16

De Regeling uitvoer vleesproducten 1979 (Stcrt. 150) wordt ingetrokken.

's-Gravenhage
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Voor deze:
De secretaris-generaal, T. H. J.Joustra