Artikel
1
In dit besluit wordt verstaan onder:
-
a.
Onze Ministers: Onze Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken;
-
b.
ambtenaar:
-
1°.
degene die als ambtenaar is genoemd in artikel 1 van het Ambtenarenreglement voor de rijkspolitie 1975 (Stb. 1977, 172);
-
2°.
degene die als ambtenaar is genoemd in artikel 1 van het Ambtenarenreglement voor de gemeentepolitie 1958 (Stb. 1957, 547);
-
3°.
degene die als ambtenaar is genoemd in artikel 1 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (Stb. 1931, 248) en die werkzaam is binnen het Korps Rijkspolitie;
-
4°.
degene die door of vanwege een gemeente als ambtenaar is aangesteld om binnen een gemeentelijk politiekorps werkzaam te zijn en wiens loonkosten worden bestreden uit de op basis van het Besluit Vergoeding politiekosten 1986 (Stb. 610) verstrekte doeluitkering;
-
5°.
degene die op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht voor onbepaalde tijd in dienst is van het Rijk en die werkzaam is binnen het Korps Rijkspolitie;
-
6°.
degene die op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht voor onbepaalde tijd in dienst is van een gemeente en die werkzaam is binnen een gemeentelijk politiekorps;
-
7°.
degene die krachtens een ambtelijke aanstelling dan wel een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht voor onbepaalde tijd werkzaam is bij de diensten en instellingen ressorterende onder de directie Politie van het Ministerie van Justitie, met uitzondering van het Gerechtelijk Laboratorium, het Laboratorium voor Gerechtelijke Pathologie en de rijksrecherche van de Procureurs-Generaal, fungerend directeuren van politie;
-
8°.
degene die als zodanig door Onze Ministers wordt aangewezen, voor zover hij krachtens een ambtelijke aanstelling dan wel een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht bij het Ministerie van Justitie of het Ministerie van Binnenlandse Zaken werkzaam is ten behoeve van de politie;
-
9°.
degene die als zodanig door de burgemeester in overeenstemming met de Regionale Commissie, bedoeld in artikel 1 van het Besluit overleg en medezeggenschap reorganisatie politiebestel (Stb. 1991, 675), wordt aangewezen, voor zover hij krachtens een ambtelijke aanstelling dan wel een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam is ten behoeve van de politie;
-
1°.
-
c.
reorganisatie: de reorganisatie van het politiebestel, bedoeld in de Wet tijdelijke voorzieningen reorganisatie politiebestel (Stb. 1991, 674);
-
d.
Rijkswachtgeldbesluit: het Rijkswachtgeldbesluit 1958 (Stb. 1986, 489);
-
e.
Uitkeringsregeling: de Uitkeringsregeling 1966 (Stb. 1986, 490);
-
f.
personeelsplan: het plan als bedoeld in artikel 2, eerste lid;
-
g.
politieregio: een politieregio als bedoeld in artikel 2 van de Wet tijdelijke voorzieningen reorganisatie politiebestel;
-
h.
burgemeester: de burgemeester, bedoeld in artikel 2 van de Wet tijdelijke voorzieningen reorganisatie politiebestel;
-
i.
korpschef: de commissaris of hoofdcommissaris van gemeentepolitie dan wel de districtscommandant van het Korps Rijkspolitie, bedoeld in artikel 7 van de Wet tijdelijke voorzieningen reorganisatie politiebestel;
-
j.
Regionale Commissie: de regionale Commissie, bedoeld in artikel 1 van het Besluit overleg en medezeggenschap reorganisatie politiebestel;
-
k.
Korps landelijke politiediensten: het Korps landelijke diensten, bedoeld in artikel 14 van de Wet tijdelijke voorzieningen reorganisatie politiebestel;
-
l.
chef Korps landelijke politiediensten: de ambtenaar van gemeentepolitie dan wel van rijkspolitie, bedoeld in artikel 14 van de Wet tijdelijke voorzieningen reorganisatie politiebestel;
-
m.
Commissie Korps landelijke politiediensten: de Commissie Korps landelijke diensten, bedoeld in artikel 1 van het Besluit overleg en medezeggenschap reorganisatie politiebestel;