Artikel
1
1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
wet: Landbouwkwaliteitswet (Stb. 1971, 371);
Onze Minister: Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
biologische produktiemethode: voortbrenging van plantaardige en dierlijke landbouwprodukten en houden van dieren overeenkomstig de bij of krachtens de Verordening (EEG) 2092/91 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 juni 1991 (PbEG 1991, L198), zoals deze is of zal komen te luiden, gestelde voorschriften;
bereiding: alle handelingen van verwerking, verduurzaming en verpakking van landbouwprodukten;
ingrediënten: stoffen, met inbegrip van additieven, welke worden gebruikt voor de bereiding van produkten bestemd voor menselijke voeding en die, al dan niet in gewijzigde vorm, aanwezig blijven in het eindprodukt;
verhandelen: bedrijfsmatig in voorraad hebben, voorhanden hebben of te koop aanbieden, verkopen of afleveren;
invoer: invoer als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de In- en uitvoerwet;
derde landen: landen die geen deel uitmaken van de Europese Unie.
2
Het bepaalde bij of krachtens dit besluit is niet van toepassing op goederen die op regelmatige wijze zijn aangebracht en aangegeven of op regelmatige wijze zijn aangebracht onder geleide van een document voor communautair douanevervoer en die nog niet zijn vrijgegeven voor een van de douaneregelingen als bedoeld in artikel 4, onderdeel 16, onder a, d of f, van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PbEG L 302).
3
Het bepaalde bij of krachtens dit besluit is slechts van toepassing met betrekking tot produkten waarvoor regels als bedoeld in artikel 2, eerste lid, zijn gesteld.