Wet van 3 december 1992, houdende medezeggenschap in het onderwijs, niet zijnde hoger onderwijs

Wet medezeggenschap onderwijs 1992

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet medezeggenschap onderwijs (Stb. 1981, 778) te vervangen door een nieuwe wet, aangezien de evaluatie van deze wet en de invoering van het formatiebudgetsysteem aanleiding geven tot aanzienlijke wijzigingen in de medezeggenschapsregeling die thans geldt voor het basisonderwijs, het speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs, en het voortgezet onderwijs;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Begripsbepalingen

Artikel

2

Aard bepalingen

De bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften, voor zover zij de scholen betreffen, zijn regels voor het openbaar onderwijs en voorwaarden voor bekostiging van het bijzonder onderwijs.

Artikel

3

Medezeggenschapsraad

Artikel

4

Voorzitter medezeggenschapsraad

De medezeggenschapsraad kiest uit zijn midden een voorzitter en een of meer plaatsvervangende voorzitters. De voorzitter, of bij diens verhindering een plaatsvervangende voorzitter, vertegenwoordigt de raad in rechte.

Artikel

5

Algemene bevoegdheden en taken medezeggenschapsraad en raadsleden

Artikel

6

Instemmingsbevoegdheid medezeggenschapsraad

Het bevoegd gezag behoeft de voorafgaande instemming van de medezeggenschapsraad voor elk door het bevoegd gezag te nemen besluit met betrekking tot in ieder geval de volgende aangelegenheden:

  • a.

    verandering van de onderwijskundige doelstellingen van de school;

  • b.

    vaststelling of wijziging van het schoolplan dan wel het leerplan of de onderwijs- en examenregeling en het zorgplan;

  • c.

    vaststelling of wijziging van een mogelijk schoolreglement;

  • d.

    vaststelling van de schoolgids voor zover het niet betreft de vaststelling van de onderwijstijd;

  • e.

    vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot het verrichten door ouders van ondersteunende werkzaamheden ten behoeve van de school en het onderwijs;

  • f.

    vaststelling of wijziging van regels op het gebied van de arbeidsomstandigheden;

  • g.

    het doen van een verzoek tot afwijking als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van deze wet;

  • h.

    vaststelling of wijziging van het bestuursreglement van een instelling voor educatie en beroepsonderwijs, alsmede indien artikel 9.1.7, vierde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs van toepassing is, het desbetreffende deel van de statuten;

  • i.

    vaststelling of wijziging van de model-onderwijsovereenkomst wat een instelling voor educatie en beroepsonderwijs betreft; en

  • j.

    het doen van een aanvraag als bedoeld in artikel 72a, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs of artikel 73a, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra.

Artikel

7

Adviesbevoegdheid medezeggenschapsraad

De medezeggenschapsraad wordt vooraf in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen over elk door het bevoegd gezag te nemen besluit met betrekking tot in ieder geval de volgende aangelegenheden:

  • a.

    verandering van de grondslag van de school;

  • b.

    vaststelling of wijziging van de lesrooster in het voortgezet onderwijs;

  • c.

    vaststelling of wijziging van de hoofdlijnen van het meerjarig financieel beleid voor de school, waaronder de voorgenomen bestemming van de middelen die door het bevoegd gezag ten behoeve van de school uit de openbare kas zijn toegekend of van anderen zijn ontvangen, met uitzondering van de middelen, bedoeld in artikel 9, onderdelen b en e;

  • d.

    beëindiging, belangrijke inkrimping of uitbreiding van de werkzaamheden van de school of van een belangrijk onderdeel daarvan, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake;

  • e.

    overdracht of omzetting van de school of van een onderdeel daarvan, respectievelijk fusie van de school met een andere school, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake;

  • f.

    het aangaan, verbreken of belangrijk wijzigen van een duurzame samenwerking met een andere instelling, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake;

  • g.

    deelneming of beëindiging van deelneming aan een onderwijskundig project of experiment, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake;

  • h.

    vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot de organisatie van de school;

  • i.

    vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot de aanstelling en het ontslag van de schoolleiding en het overige personeel;

  • j.

    aanstelling of ontslag van de schoolleiding;

  • k.

    vaststelling of wijziging van de concrete taakverdeling binnen de schoolleiding, alsmede vaststelling of wijziging van het managementstatuut;

  • l.

    vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot de toelating en verwijdering van leerlingen;

  • m.

    vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot de toelating van studenten die elders in opleiding zijn voor een functie in het onderwijs;

  • n.

    regeling van de vakantie;

  • o.

    het oprichten van een centrale dienst;

  • p.

    nieuwbouw of belangrijke verbouwing van de school;

  • q.

    vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot het onderhoud van de school;

  • r.

    aansluiting bij een geschillencommissie; en

  • s.

    vaststelling of wijziging van de wijze waarop de voorziening, bedoeld in artikel 45, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs, wordt georganiseerd.

Artikel

8

Instemmingsbevoegdheid personeelsdeel medezeggenschapsraad

Artikel

9

Instemmingsbevoegdheid ouders/leerlingendeel medezeggenschapsraad

Het bevoegd gezag behoeft de voorafgaande instemming van het deel van de medezeggenschapsraad dat uit en door de ouders of de leerlingen is gekozen, voor elk door het bevoegd gezag te nemen besluit met betrekking tot de volgende aangelegenheden:

  • a.

    regeling van de gevolgen voor de ouders of leerlingen van een besluit met betrekking tot een aangelegenheid als bedoeld in artikel 7 onder a, d, e, f, g en o;

  • b.

    de vaststelling of wijziging van de hoogte en de vaststelling of wijziging van de bestemming van de middelen die van de ouders of de leerlingen worden gevraagd zonder dat daartoe een wettelijke verplichting bestaat onderscheidenlijk zijn ontvangen op grond van een overeenkomst die door de ouders is aangegaan;.

  • c.

    vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot voorzieningen ten behoeve van de leerlingen;

  • d.

    vaststelling van het leerlingenstatuut, bedoeld in artikel 24g van de Wet op het voortgezet onderwijs dan wel een mogelijk ouders- of leerlingenstatuut anders dan bedoeld in artikel 24g van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • e.

    de aanvaarding van materiële bijdragen of geldelijke bijdragen anders dan onder b bedoeld en niet gebaseerd op de onderwijswetgeving indien het bevoegd gezag daarbij verplichtingen op zich neemt waarmee de leerlingen binnen de schooltijden respectievelijk het onderwijs en tijdens de activiteiten die worden georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, alsmede tijdens het overblijven, zullen worden geconfronteerd;

  • f.

    vaststelling of wijziging van de klachtenregeling;

  • g.

    vaststelling van de onderwijstijd; en

  • h.

    vaststelling of wijziging van de wijze waarop de overblijfvoorziening, bedoeld in artikel 45 van de Wet op het primair onderwijs, wordt georganiseerd.

Artikel

10

Adviesbevoegdheid personeels- of ouders/leerlingendeel medezeggenschapsraad

Indien het bevoegd gezag op grond van artikel 8 of artikel 9, dan wel op grond van het bepaalde in het medezeggenschapsreglement krachtens artikel 15, tweede lid, voor een te nemen besluit de voorafgaande instemming van een deel van de medezeggenschapsraad behoeft, wordt het andere deel van de raad in de gelegenheid gesteld over het besluit advies uit te brengen.

Artikel

11

Regels wijze besluitvorming

Artikel

12

Adviesaanvrage

Indien een te nemen besluit ingevolge het bepaalde in artikel 7, dan wel op grond van het bepaalde in het medezeggenschapsreglement krachtens artikel 15, tweede lid, vooraf voor advies dient te worden voorgelegd aan de medezeggenschapsraad, draagt het bevoegd gezag er zorg voor dat:

  • a.

    advies wordt gevraagd op een zodanig tijdstip, dat het advies van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming;

  • b.

    de raad in de gelegenheid wordt gesteld met hem overleg te voeren voordat advies wordt uitgebracht;

  • c.

    de raad zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis wordt gesteld van de wijze waarop aan het uitgebrachte advies gevolg wordt gegeven; en

  • d.

    de raad, indien het bevoegd gezag het advies niet of niet geheel wil volgen, in de gelegenheid wordt gesteld nader overleg met hem te voeren alvorens het besluit definitief wordt genomen.

Artikel

13

Nadere regels bijzondere bevoegdheden

Artikel

14

Medezeggenschapsreglement

Artikel

15

Inhoud medezeggenschapsreglement

Artikel

16

Bijlagen medezeggenschapsreglement

Artikel

17

Geldigheidsduur bijzondere bevoegdheden ingevolge toepassing artikel 15, tweede lid

Artikel

18

Commissie voor geschillen

Artikel

19

Competentie commissie

Artikel

20

Geschillen bijzondere instemmingsbevoegdheid

Artikel

21

Geschil inhoud medezeggenschapsreglement

Artikel

22

Geschil bijzondere adviesbevoegdheid raad

Artikel

23

Geschil interpretatie

Op een verzoek als bedoeld in artikel 19, eerste lid onderdeel d, doet de commissie de bindende uitspraak welke interpretatie aan het bepaalde bij of krachtens deze wet dan wel het bepaalde in het medezeggenschapsreglement dient te worden gegeven.

Artikel

24

Nadere geschillen

Indien in het medezeggenschapsreglement ingevolge de toepassing van artikel 15, derde lid onderdeel d, geschillen worden aangegeven en indien het reglement van de commissie voor geschillen daarvoor de mogelijkheid biedt, kunnen deze geschillen aan de commissie worden voorgelegd overeenkomstig het daaromtrent bepaalde in het medezeggenschapsreglement.

Artikel

25

Procesbevoegdheid medezeggenschapsraad

Artikel

26

Geledingenraden

Artikel

27

Deelraden

Artikel

28

Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad

Artikel

29

Gemeenschappelijke geledingenraden

Indien meer scholen door hetzelfde bevoegd gezag in stand worden gehouden, geeft het bevoegd gezag gelegenheid tot het instellen van een gemeenschappelijke raad voor een geleding als bedoeld in artikel 26. Een dergelijke raad is bevoegd desgevraagd of eigener beweging advies uit te brengen aan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad dan wel de afzonderlijke medezeggenschapsraden van de betrokken scholen over aangelegenheden, die van gemeenschappelijk belang zijn en de desbetreffende geleding in het bijzonder aangaan.

Artikel

30

Afwijking bij bijzondere omstandigheden

Artikel

31

Ontheffing in verband met eigen aard

Artikel

32

Voorzieningen

Artikel

33

Scholing

Artikel

34

Inhouding vergoeding

Artikel

37

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

38

Vervallen

Artikel

39

Overgangsrecht bevoegdheden artikel 8

Artikel

40

Overgangsrecht medezeggenschapreglement

Artikel

41

Overgangsrecht bijzondere bevoegdheden

Artikel

42

Overgangsrecht medezeggenschapsraad

Artikel

43

Commissies voor geschillen

Een commissie voor geschillen als bedoeld in de Wet medezeggenschap onderwijs, geldt met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet als commissie voor geschillen in de zin van deze wet.

Artikel

44

Beslissing aanhangige geschillen

De op de dag voor de datum van inwerkingtreding van deze wet nog niet besliste geschillen, door het bevoegd gezag van een school voorgelegd aan een commissie voor geschillen als bedoeld in de Wet medezeggenschap onderwijs, gelden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet als geschillen die krachtens deze wet aanhangig zijn bij een commissie voor geschillen in de zin van deze wet.

Artikel

45

Voorlopige medezeggenschapsraad

Artikel

46

Vervallen

Artikel

47

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

48

Wijzigingsbepalingen bevoegd gezag openbare school

Wijzigt deze wet.

Artikel

49

Verslag

Onze minister brengt vijf jaren na de inwerkingtreding van deze wet verslag uit over de werking ervan aan de beide Kamers van de Staten-Generaal.

Artikel

50

Inwerkingtreding; citeertitel

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen, J. Wallage
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, P. Bukman
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin