Artikel
1
Krachtens deze wet wordt een verbruiksbelasting geheven ter zake van de uitslag en de invoer van alcoholvrije dranken.
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Krachtens deze wet wordt een verbruiksbelasting geheven ter zake van de uitslag en de invoer van alcoholvrije dranken.
Vervallen
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
vervaardigen van alcoholvrije dranken: elk handelen waarbij of waardoor die goederen ontstaan of de voor de belastingheffing relevante samenstelling daarvan wordt gewijzigd;
inrichting: iedere plaats waar op grond van de bepalingen van deze wet alcoholvrije dranken onder schorsing van belasting mogen worden vervaardigd, mogen worden verwerkt, voorhanden mogen zijn, mogen worden ontvangen en mogen worden verzonden;
douane-entrepot: de regeling douane-entrepot, bedoeld in artikel 240, eerste lid, van het Douanewetboek van de Unie;
plaats voor tijdelijke opslag: een ruimte voor tijdelijke opslag of een andere plaats die is aangewezen of goedgekeurd voor de opslag van goederen in tijdelijke opslag als bedoeld in artikel 147, eerste lid, van het Douanewetboek van de Unie;
lidstaat: een lidstaat van de Europese Unie;
derde land: elke staat of elk grondgebied waarop het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie niet van toepassing is;
EU-douaneregeling: de bijzondere regelingen douanevervoer, douane-entrepot, tijdelijke invoer en actieve veredeling, bedoeld in artikel 210 van het Douanewetboek van de Unie, uitvoer als bedoeld in artikel 269 van dat wetboek en wederuitvoer als bedoeld in artikel 270 van dat wetboek;
schorsing van belasting: het stelsel waarin van goederen die worden vervaardigd, worden verwerkt, voorhanden zijn of worden vervoerd, op grond van de bepalingen van deze wet de belasting nog niet is geheven;
ondernemer: een ondernemer in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968;
GN-code: de code, bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PbEG 1987, L 256), zoals deze luidde op 1 januari 2022.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder uitslag: het brengen van alcoholvrije dranken buiten een plaats die voor dat soort goederen als inrichting is aangewezen.
Indien artikel 15a, eerste lid, van toepassing is, wordt als uitslag mede aangemerkt het vervaardigen van vruchten- of groentesap boven een hoeveelheid van 12.000 liter per kalenderjaar.
Als uitslag wordt mede aangemerkt het verbruik, anders dan als grondstof, van alcoholvrije dranken binnen een plaats die voor dat soort goed als inrichting is aangewezen.
Als uitslag wordt niet aangemerkt het, met inachtneming van bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden, brengen van alcoholvrije dranken vanuit een inrichting naar:
een andere inrichting die voor dat soort goed als zodanig is aangewezen;
een ondernemer dan wel een publiekrechtelijk lichaam, anders dan als ondernemer, in een andere lidstaat;
een derde land.
Als uitslag wordt mede aangemerkt het voorhanden hebben van alcoholvrije dranken waarvan de belasting niet is geheven, door:
een ondernemer in het kader van zijn onderneming, anders dan in een inrichting die voor dat soort goed als zodanig is aangewezen;
een publiekrechtelijk lichaam, anders dan als ondernemer;
een natuurlijke persoon voor andere doeleinden dan voor persoonlijk verbruik.
Het eerste lid is, onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden, niet van toepassing met betrekking tot alcoholvrije dranken die worden vervoerd naar:
een inrichting die voor dat soort goed als zodanig is aangewezen;
een ondernemer of een publiekrechtelijk lichaam, anders dan als ondernemer;
een natuurlijke persoon die de goederen voor andere doeleinden dan voor persoonlijk verbruik betrekt in Nederland;
een andere lidstaat via Nederland;
een derde land.
Bij algemene maatregel van bestuur kan, onder daarbij te stellen voorwaarden en beperkingen, worden bepaald dat het eerste lid geen toepassing vindt indien sprake is van het op incidentele basis aanwenden van beperkte hoeveelheden alcoholvrije dranken voor eigen verbruik in het kader van de onderneming of het publiekrechtelijke lichaam.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder invoer: het vanuit een derde land brengen van alcoholvrije dranken in Nederland.
Als invoer wordt mede aangemerkt:
het in Nederland beëindigen van een EU-douaneregeling waaronder alcoholvrije dranken zijn geplaatst, anders dan door plaatsing onder een andere EU-douaneregeling;
het in Nederland onttrekken van alcoholvrije dranken aan een EU-douaneregeling;
het eigen verbruik, anders dan als grondstof, in Nederland van alcoholvrije dranken die onder een EU-douaneregeling zijn geplaatst of binnen een plaats voor tijdelijke opslag.
Als invoer wordt niet aangemerkt het, met inachtneming van bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden:
brengen van alcoholvrije dranken vanuit een derde land naar een inrichting die voor dat soort goed als zodanig is aangewezen of naar een plaats voor tijdelijke opslag;
in Nederland plaatsen onder een EU-douaneregeling van vanuit een derde land binnengebrachte alcoholvrije dranken;
brengen van alcoholvrije dranken die zijn geplaatst onder een EU-douaneregeling naar een inrichting die voor dat soort goed als zodanig is aangewezen;
brengen van alcoholvrije dranken vanuit een plaats voor tijdelijke opslag naar een inrichting die voor dat soort goed als zodanig is aangewezen;
onder ambtelijk toezicht vernietigen van alcoholvrije dranken die onder een EU-douaneregeling zijn geplaatst.
Onder alcoholvrije dranken worden verstaan vruchten- en groentesap, limonade en water, mineraalwater en spuitwater voor zover niet vallend onder GN-code 2201, ook indien zij alcohol bevatten, voor zover zij niet worden aangemerkt als bier, wijn, tussenproducten of overige alcoholhoudende producten in de zin van de Wet op de accijns.
Vervallen
Onder limonade worden verstaan met water aangelengd vruchten- of groentesap alsmede gezoete en aromatische dranken en dranken waaraan geurstoffen of smaakstoffen zijn toegevoegd die kennelijk zijn bestemd om onverwarmd te worden gedronken.
Als limonade wordt mede aangemerkt de drank, bedoeld in het eerste lid, in vaste vorm of als concentraat in kleinhandelsverpakking of in een verpakking die is bestemd voor afnemers die voor gebruik gerede limonade vervaardigen voor gebruik ter plaatse.
Als limonade wordt niet aangemerkt:
de uit melk of melkproducten bereide drank met een gehalte aan melkvetten van 0,02%mas of meer waarin zich melkeiwit en melksuiker bevinden, niet zijnde een uit wei of weiproducten vervaardigde drank;
de uit soja bereide drank met een vetgehalte en een eiwitgehalte die vergelijkbaar zijn met het vetgehalte en het eiwitgehalte van melk.
Voor de toepassing van het eerste lid geschiedt de herleiding van vruchtensap, groentesap en limonade in vaste of geconcentreerde vorm naar het volume van voor gebruik gereed vruchten- en groentesap of voor gebruik gerede limonade op basis van de factor 4, waarbij voor het herleiden van vruchtensap, groentesap en limonade in vaste vorm een gram wordt gelijkgesteld aan een milliliter.
Vervallen
Vervallen
Vervallen
Een vergunning als bedoeld in artikel 14, eerste lid, is niet vereist indien:
per kalenderjaar doorgaans niet meer dan 12.000 liter vruchten- of groentesap wordt vervaardigd; en
uitsluitend vruchten- of groentesap wordt vervaardigd.
Indien in twee achtereenvolgende kalenderjaren meer dan 12.000 liter vruchten- of groentesap per kalenderjaar is vervaardigd, moet een vergunning als bedoeld in artikel 14, eerste lid, worden aangevraagd.
De vergunning, bedoeld in het tweede lid, wordt verleend voor een periode van ten minste vijf jaar.
De belasting wordt geheven:
van de vergunninghouder van de inrichting; of
van degene die ingevolge artikel 15a geen vergunning voor een inrichting heeft maar in een kalenderjaar meer dan 12.000 liter vruchten- of groentesap vervaardigt.
In afwijking van artikel 16 wordt de belasting bij toepassing van artikel 4, eerste lid, geheven van degene die de alcoholvrije dranken voorhanden heeft of enige andere persoon die is betrokken bij het voorhanden hebben ervan.
De belasting wordt verschuldigd op het tijdstip van de uitslag.
In afwijking van artikel 18 wordt de belasting bij toepassing van artikel 4, eerste lid, verschuldigd op het tijdstip van de aanvang van het voorhanden hebben van de alcoholvrije dranken.
Bij toepassing van artikel 19 dient in afwijking van artikel 20, eerste lid, en van artikel 10, tweede lid, en artikel 19, derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen uiterlijk op de dag na het in artikel 19 bedoelde tijdstip aangifte te worden gedaan en de belasting op aangifte te worden voldaan.
In afwijking van het eerste lid kan de inspecteur, bij toepassing van artikel 4, eerste lid, onderdeel a, op verzoek toestemming verlenen om de in een week op de voet van artikel 19 verschuldigd geworden belasting uiterlijk op de vrijdag van de week daaropvolgend op aangifte te voldoen.
De artikelen 54 en 55 van de Wet op de accijns zijn van overeenkomstige toepassing.
De artikelen 56, vijfde tot en met achtste lid, en 57 tot en met 60 van de Wet op de accijns zijn van overeenkomstige toepassing.
De vergunninghouder van een inrichting heeft voor de belasting die is begrepen in de verkoopprijs van de door hem geleverde alcoholvrije dranken, zolang hij ter zake geen betaling heeft ontvangen doch niet langer dan een half jaar nadat hij die belasting verschuldigd is geworden, voorrecht op alle goederen van de koper.
Het voorrecht, bedoeld in het eerste lid, heeft gelijke rangorde als het voorrecht dat ’s Rijks schatkist heeft op de voet van artikel 21 van de Invorderingswet 1990.
De vervoerder van alcoholvrije dranken is hoofdelijk aansprakelijk voor het bedrag aan belasting dat wordt vertegenwoordigd door de hoeveelheid van die goederen waarvan de belasting niet is geheven die door hem wordt vervoerd naar het buitenland, naar een inrichting of naar een persoon of lichaam als bedoeld in artikel 4, eerste lid, indien tijdens dat vervoer door hem of door zijn toedoen een onregelmatigheid of een overtreding is begaan.
Ter zake van de belasting bij invoer zijn de wettelijke bepalingen, bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet, met uitzondering van artikel 88 van de Gedelegeerde Verordening Douanewetboek van de Unie, van overeenkomstige toepassing.
Bij ministeriële regeling kunnen, onder daarbij te stellen voorwaarden, regels worden gesteld ingevolge welke de heffing van belasting van alcoholvrije dranken die in kleine zendingen dan wel door reizigers als bagage worden ingevoerd, geschiedt volgens daarbij vast te stellen forfaitaire tarieven.
Vervallen
Onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen wordt vrijstelling van belasting verleend ter zake van de uitslag en de invoer van alcoholvrije dranken die door degene die de betreffende dranken betrekt, worden gebruikt als grondstof voor het vervaardigen van andere goederen dan alcoholvrije dranken.
Om de alcoholvrije dranken met vrijstelling te kunnen betrekken, dient degene die deze goederen betrekt in het bezit te zijn van een daartoe strekkende vergunning.
Artikel 65, vierde tot en met zevende lid, van de Wet op de accijns zijn van overeenkomstige toepassing.
Onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen wordt vrijstelling van belasting verleend ter zake van de uitslag en de invoer van alcoholvrije dranken die worden gebruikt:
aan boord van schepen in het verkeer van Nederland naar een andere lidstaat, anders dan over de binnenwateren;
aan boord van luchtvaartuigen in het verkeer van Nederland naar een andere lidstaat.
De artikelen 68 en 69 van de Wet op de accijns en de artikelen 21a en 21b van de Wet op de omzetbelasting 1968 zijn van overeenkomstige toepassing.
Onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen wordt op verzoek teruggaaf van belasting verleend voor alcoholvrije dranken waarvoor aanspraak op vrijstelling zou bestaan op de voet van:
artikel 29; of
artikel 30.
De in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde teruggaaf wordt verleend aan degene die een vergunning heeft ingevolge artikel 29, tweede lid.
Onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen wordt op verzoek teruggaaf van belasting verleend voor alcoholvrije dranken die:
zijn verloren gegaan;
zijn vernietigd onder ambtelijk toezicht;
zijn gebracht naar een derde land of zijn geplaatst onder een EU-douaneregeling met als bestemming een derde land;
zijn gebracht binnen een inrichting die voor dat soort goed als zodanig is aangewezen;
door een ondernemer zijn overgebracht naar een ondernemer dan wel een publiekrechtelijk lichaam, anders dan als ondernemer, in een andere lidstaat.
Vervallen
De artikelen 80, 83 en 84 van de Wet op de accijns zijn van overeenkomstige toepassing.
De artikelen 2, vijfde, zesde, zevende en elfde lid, en 85 van de Wet op de accijns zijn van overeenkomstige toepassing.
Het is verboden:
anders dan als particulier voor eigen verbruik, alcoholvrije dranken te vervaardigen buiten een inrichting die voor dat soort goed als zodanig is aangewezen, tenzij deze vervaardiging plaatsvindt overeenkomstig de ingevolge artikel 29 bij algemene maatregel van bestuur gestelde voorwaarden en beperkingen, dan wel alcoholvrije dranken worden vervaardigd uit andere alcoholvrije dranken en het bedrag van de belasting die eerstbedoelde alcoholvrije dranken vertegenwoordigen niet hoger is dan het bedrag van de belasting dat de alcoholvrije dranken vertegenwoordigen waaruit zij zijn vervaardigd;
alcoholvrije dranken voorhanden te hebben die niet overeenkomstig de bepalingen van deze wet in de heffing zijn betrokken, met uitzondering van alcoholvrije dranken die door particulieren voor eigen verbruik zijn betrokken uit een andere lidstaat.
Het eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing indien buiten een inrichting die voor dat soort goed als zodanig is aangewezen, vruchten- of groentesap wordt vervaardigd tot een hoeveelheid van 12.000 liter per kalenderjaar dan wel gedurende ten hoogste twee achtereenvolgende kalenderjaren een hoeveelheid van meer dan 12.000 liter per kalenderjaar.
Vervallen
Degene die opzettelijk een in artikel 39 opgenomen verbod overtreedt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie of, indien dit bedrag hoger is, ten hoogste eenmaal het bedrag van de te weinig geheven belasting.
Degene die opzettelijk alcoholvrije dranken waarvoor vrijstelling of teruggaaf van belasting is verleend een bestemming geeft waarvoor geen vrijstelling of teruggaaf van belasting zou zijn verleend, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie of, indien dit bedrag hoger is, ten hoogste eenmaal het bedrag van de te weinig geheven belasting.
Vervallen
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1993.
Deze wet wordt aangehaald als: Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.