Tuchtrechtregelement Skal

Tuchtrechtreglement Skal

Het bestuur van de Stichting Skal,
Gelet op artikel 13, derde lid, van de Landbouwkwaliteitswet (Stb. 1971, 371) alsmede op artikel 34 van de Statuten der Stichting Skal;

heeft in zijn vergadering van 3 maart 1993 vastgesteld het navolgende reglement:

Algemeen

Artikel

1

In dit reglement worden de definities gebruikt overeenkomstig het gestelde in artikel 0 van de Statuten, tevens wordt verstaan onder:

Skal: Stichting Skal, gevestigd te Zwolle;

statuten: statuten van Skal;

tuchtgerecht: orgaan van Skal, als bedoeld in artikel 33 der statuten belast met de uitoefening van de tuchtrechtspraak over de aangeslotenen;

bestuur: bestuur van de Stichting Skal;

voorzitter: de voorzitter van het tuchtgerecht, dan wel, bij diens ontstentenis of verhindering, de vice-voorzitter;

besluit: het Landbouwkwaliteitsbesluit biologische produktiemethode, Stb. 1992, 661;

Minister: de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Officier van Justitie: Officier van Justitie bij de rechtbank van het arrondissement waar de overtreding werd gepleegd;

instelling: samengestelling en bevoegdheid van het tuchtrecht.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Het tuchtgerecht is bevoegd te oordelen over de overtredingen, door aangeslotenen begaan, van de voorschriften als bedoeld in artikel 5 van de Statuten voorzover deze voortvloeien uit het Besluit, dan wel uit de krachtens het Besluit vastgestelde regelen en besluiten.

Artikel

8

Artikel

9

Vervolging van de aangeslotene

Artikel

10

Artikel

11

De directeur van Skal doet de tuchtrechtelijke verklaring zo spoedig mogelijk toekomen aan het bestuur.

Artikel

12

Artikel

13

Het aanhangig maken als bedoeld in artikel 12, eerste lid, geschiedt niet dan nadat door of namens het bestuur de aangeslotene bij aangetekend schrijven, onder overlegging van een afschrift van de tuchtrechtelijke verklaring, als bedoeld in artikel 10, van zijn besluit daartoe heeft kennisgegeven.

Rechtsgang van het tuchtrechtelijk geding

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

De zittingen van het tuchtgerecht zijn openbaar, tenzij naar het oordeel van de voorzitter dringende redenen zich daartegen verzetten.

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

Aan de betrokken aangeslotene, onderscheidenlijk aan de in artikel 9, derde lid, bedoelde bestuurder, die, na door het tuchtgerecht bij aangetekend schrijven te zijn opgeroepen om in persoon te verschijnen, zonder geldige reden, zulks ter beoordeling van het tuchtgerecht, wegblijft, kan als tuchtrechtelijke maatregel een geldboete tot een bedrag van ten hoogste ƒ 2.500,– worden opgelegd.

Artikel

20

Het tuchtgerecht kan, onverminderd het bepaalde in artikel 19, de aangeslotene die niet ter terechtzitting van het tuchtgerecht is verschenen of zich niet heeft laten vertegenwoordigen, verstek verlenen, waarna de behandeling wordt voortgezet.

Artikel

21

Artikel

22

Artikel

23

Ter zitting opgeroepen getuigen en deskundigen, niet zijnde functionaris van Skal, ontvangen een vergoeding overeenkomstig het tarief in strafzaken.

Artikel

24

Artikel

25

Artikel

26

Artikel

27

Beroep

Artikel

28

Bij de kennisgeving van de Tuchtbeschikking, als bedoeld in artikel 27, tweede lid, wordt aan de betrokken aangeslotene tevens medegedeeld dat tegen die beschikking beroep a's bedoeld in titel IV van de Wet Tuchtrechtspraak Bedrijfsorganisatie open staat op het College van Beroep voor het Bedrijfsleven, uitsluitend terzake van de gronden, omschreven in artikel 17 van die wet, en dat dit beroep behoort te worden ingesteld binnen veertien dagen na datum verzending van voormelde kennisgeving door een schriftelijke verklaring van of namens de betrokken aangeslotene aan de griffier van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven.

Tenuitvoerlegging

Artikel

29

De tenuitvoerlegging van beschikkingen van het tuchtgerecht en van uitspraken van het College van Beroep voor het bedrijfsleven geschiedt op last van het bestuur. Het Bestuur kan mei van tenuitvoerlegging afzien, tenzij met goedkeuring van de voorzitter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Artikel

30

Een tuchtbeschikking wordt niet ten uitvoer gelegd zolang daartegen beroep openstaat of op een ingesteld beroep nog niet is beslist.

Artikel

31

Over de uitleg ener bepaling van dit reglement beslist het tuchtgerecht.

Artikel

32