Landbouwkwaliteitsregeling Controle groenten en fruit 1993
Landbouwkwaliteitsregeling controle groenten en fruit 1993
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Overwegende dat de Nederlandse regelgeving inzake de kwaliteitscontroles op groenten en fruit dient te worden aangepast aan de Verordening (EEG) 2251/92 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 juli 1992 inzake de kwaliteitscontrole van verse groenten en fruit (Pb EG L 219);
Gezien de adviezen van het Produktschap voor Groenten en Fruit, het Kwaliteits-Controle-Bureau voor Groenten en Fruit, het Bedrijfschap voor de Groothandel en Tussenpersonen in Groenten en Fruit en het Bedrijfschap voor de Detailhandel in Aardappelen, Groenten en Fruit;
Besluit:
Paragraaf
1
Algemene bepalingen
Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
K.C.B.:
het Kwaliteits-Controle-Bureau voor Groenten en Fruit, gevestigd te 's-Gravenhage;
PD:
Plantenziektenkundige Dienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
kwaliteitsnormen voor groenten en fruit vastgesteld op basis van verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van de Europese Unie van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (PbEG L 297);
verordening (EG) nr. 1148/2001 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 juni 2001 betreffende de handelsnormcontroles voor verse groenten en fruit (PbEG 156), zoals deze is gewijzigd bij verordening (EG) nr. 2379/2001 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 5 december 2001 (PbEG L 231)
verordening (EG) nr 2898/95 van de Commissie van 15 december 1995 houdende voorschriften inzake de controle op de naleving van de kwaliteitsnormen in de sector bananen (PbEG L 304);.
derde land:
gebied dat geen deel uitmaakt van het grondgebied van de Europese Gemeenschap of een gebied waarop de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte niet van toepassing is.
Artikel
1a
De minister is als coördinerende autoriteit belast met de taken, vermeld in de artikelen 3, 4, vierde lid, 7, zesde lid, en 10, eerste en tweede lid, van verordening 1148/2001 en beheert daartoe een gegevensbank.
Artikel
2
1
Keuring van groenten en fruit, als bedoeld in artikel 7 van het besluit geschiedt overeenkomstig de bepalingen van deze regeling en, voor zover het betreft keuring door het K.C.B. overeenkomstig de voorschriften, vervat in het controlereglement van die instelling.
2
De keuring heeft betrekking op de eisen bedoeld in de artikelen 3, 4 en 5 van het besluit en geschiedt steekproefsgewijs.
3
Indien de keuring groenten en fruit betreft, waarvoor gemeenschappelijke kwaliteitsnormen zijn vastgesteld, geschiedt de keuring overeenkomstig de in artikel 9 van verordening 1148/2001 respectievelijk artikel 4 van verordening 2898/95 vastgelegde controlemethode.
Artikel
2a
1
Een ieder die groenten en fruit verhandelt vermeldt op de facturen en de begeleidende documenten de kwaliteitsklasse, het land van oorsprong en indien van toepassing de industriële bestemming van het product. Deze verplichting geldt niet voor de verkoop in de detailhandel aan de consument.
2
De verpakkers van producten bestemd voor industriële verwerking brengen duidelijk zichtbaar op de verpakking een etiket aan met de vermelding "bestemd voor industriële verwerking" of een andere vermelding van dezelfde strekking. In het geval van onverpakte goederen die rechtstreeks op een vervoermiddel worden geladen, wordt deze vermelding aangegeven op een notitie die de zending vergezelt of die op een zichtbare plaats in het vervoermiddel is aangebracht.
Paragraaf
2
Regelen inzake keuring en bewijsstukken voor groenten en fruit uit derde landen
Artikel
3
1
De PD is belast met de keuring van groenten en fruit die via Nederland binnen het handelsverkeer in de Europese Gemeenschap worden gebracht.
2
Indien het groenten en fruit betreft waarvoor gemeenschappelijke kwaliteitsnormen bestaan, verricht de PD daarop voordat zij binnen het douanegebied van de Europese Gemeenschap worden binnengebracht een normcontrole overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 9 en 10, tweede lid, van verordening 1148/2001 respectievelijk artikel 4 van verordening 2898/95.
3
De PD kan besluiten de in het tweede lid bedoelde controles achterwege te laten wanneer de produkten bestemd zijn om zonder verdere bewerking te worden uitgevoerd naar een derde land. Van het achterwege laten van de controle wordt mededeling gedaan aan de douane, bij voorkeur door een aantekening op de in artikel 4 bedoelde kennisgeving.
4
Het tweede lid is niet van toepassing op groenten en fruit afkomstig uit derde landen met een erkende officiële controledienst als bedoeld in artikel 7 van verordening 1148/2001, indien deze groenten en fruit vergezeld gaan van het in bijlage 1 bij die verordening vastgestelde controlebewijs, waarvan de geldigheidsduur nog niet is verstreken. In dit geval verricht de PD geregeld controles als bedoeld in artikel 7, lid vijf en vijfbis, van verordening 1148/2001 en neemt de minister indien van toepassing de in deze artikelen voorgeschreven maatregelen.
5
Het bepaalde in het tweede lid is niet van toepassing indien aan degene die uit derde landen ingevoerde bananen in de handel brengt, ingevolge artikel 7, eerste lid, van verordening 2898/95 op een daartoe strekkend verzoek vrijstelling is verleend. In dat geval verricht de PD geregeld controles, bedoeld in artikel 7, derde lid, van verordening 2898/95.
6
De minister is belast met:
a.
de afgifte van certificaten van industriële bestemming, op basis van door de PD verrichte controles als bedoeld in artikel 8, tweede en derde lid, van verordening 1148/2001;
b.
het verlenen van vrijstellingen en de afgifte van vrijstellingscertificaten, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening 2898/95.
Artikel
4
1
Alvorens groenten en fruit van herkomst uit derde landen op het grondgebied van de Gemeenschap worden gebracht, wordt de PD door de importeur of diens vertegenwoordiger tijdig in kennis gesteld aan welke grenscontrolepost de produkten zullen worden aangeboden, wat de aard en het volume van de zending is, uit hoeveel partijen deze bestaat en op welke datum en zo mogelijk het tijdstip waarop de zending naar verwachting zal aankomen. Deze kennisgeving dient zo mogelijk schriftelijk te geschieden.
2
Indien een partij groenten en fruit van herkomst uit een derde land blijkens de normcontrole niet voldoet aan het bij of krachtens het besluit bepaalde, dienen deze groenten en fruit tijdens het vervoer naar een plaats, alwaar ze in Nederland opnieuw worden gesorteerd, verpakt of geëtiketteerd, te worden vergezeld van een door de PD afgegeven formulier.
3
Nadat een partij, als bedoeld in het tweede lid, in overeenstemming is gebracht met het bij of krachtens het besluit bepaalde, dient de partij opnieuw ter keuring bij de PD te worden aangeboden. Het afvoeren, verhandelen, vernietigen of vervreemden van de partij is slechts toegestaan nadat de minister hiervoor toestemming heeft gegeven.
4
Indien de normcontrole van groenten en fruit van herkomst uit derde landen naar het oordeel van de PD om technische redenen niet kan geschieden op de plaats waar deze produkten op het grondgebied van de Gemeenschap zijn gebracht, dienen deze produkten tijdens het vervoer van deze plaats naar de plaats van lossing te worden vergezeld van een formulier.
5
In gevallen, waarin het vierde lid van toepassing is, dient de aanmelding als bedoeld in het eerste lid opnieuw te geschieden zodra de betreffende zending op de plaats van lossing is aangekomen.
Paragraaf
3
Regelen inzake keuring en bewijsstukken voor groenten en fruit, die zich in het vrije verkeer binnen de Gemeenschap bevinden
Artikel
5
1
Het K.C.B, is ten aanzien van zendingen die geheel of ten dele bestaan uit in Nederland geproduceerde groenten en fruit, bij zijn aangeslotenen belast met de in de artikelen 4 en 5 van verordening 1148/2001 bedoelde normcontroles en de afgifte van certificaten, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van verordening 1148/2001, alsmede van certificaten, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van verordening 1148/2001. Voorzover de in dit lid bedoelde controles, onderscheidenlijk afgifte van certificaten, plaatsvinden bij niet bij het K.C.B. aangeslotenen is de PD, onderscheidenlijk de minister, hiermee belast.
2
De PD is belast met de in het eerste lid bedoelde normcontroles ten aanzien van zendingen, welke geheel bestaan uit in andere landen geproduceerde groenten en fruit. De minister is belast met de afgifte van certificaten ten aanzien van deze zendingen. De PD is tevens belast met de in artikel 8 van verordening 2898/95 bedoelde onaangekondigde incidentele controles.
3
Degene die voornemens is een zending groenten en fruit naar derde landen uit te voeren, stelt de instantie welke ingevolge deze regeling belast is met de afgifte van certificaten als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van verordening 1148/2001, tijdig in kennis van aard en volume van de zending en de plaats en het tijdstip waarop de normcontrole ter afgifte van het certificaat kan plaatsvinden.
4
Vrijstellingen als bedoeld in artikel 4, derde lid, van verordening 1148/2001 worden verleend door het K.C.B., onderscheidenlijk de minister, voorzover het K.C.B., onderscheidenlijk de PD, bevoegd is tot het verrichten van de controles waarvoor vrijstelling wordt verleend.
5
Indien bij een normcontrole wordt vastgesteld dat een partij groenten en fruit, die zich in het vrije verkeer binnen de Gemeenschap bevindt, niet voldoet aan de regelen gesteld bij of krachtens het besluit, dienen deze producten tijdens het vervoer naar een plaats, waar zij in overeenstemming worden gebracht met de bedoelde regelen, te worden vergezeld van een door de betrokken instantie af te geven formulier. Nadat de partij met de voorschriften in overeenstemming is gebracht, dient de partij opnieuw aan de betrokken instantie ter keuring te worden aangeboden. Het afvoeren, verhandelen, vernietigen of vervreemden van de partij is slechts toegestaan nadat het K.C.B., onderscheidenlijk de minister, hiervoor toestemming heeft gegeven, al naar gelang de keuring door het K.C.B., onderscheidenlijk de PD, is verricht.
Paragraaf
4
Regelen inzake merken
Artikel
6
Vervallen
Artikel
7
Vervallen
Paragraaf
5
Slotbepalingen
Artikel
8
De Landbouwkwaliteitsbeschikking keuring groenten en fruit wordt ingetrokken.
Artikel
9
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Artikel
10
Deze regeling kan worden aangehaald als: Landbouwkwaliteitsregeling controle groenten en fruit 1993.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhage
De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,