Regeling superheffing 1993

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 3950/92 van de Raad tot instelling van een extra heffing in de sector melk en zuivelprodukten (PbEG L 405) en op Verordening (EEG) nr. 536/93 van de Commissie tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de extra heffing in de sector melk en zuivelprodukten (PbEG L 57);
Gezien het advies van het Produktschap voor Zuivel en het Landbouwschap;

Besluit:

Paragraaf

1

Definities

Artikel

1

Paragraaf

2

De heffingsgrondslag

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Paragraaf

3

De referentiehoeveelheid

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

De vaststelling van het representatieve vetgehalte vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 1392/2001. Het productschap is belast met de uitvoering hiervan.

Paragraaf

4

De erkenning van een koper

Artikel

10

Het is een koper verboden melk of het equivalent daarvan afkomstig van een producent geleverd te krijgen als hij niet door het productschap erkend is als koper.

Artikel

11

Paragraaf

5

Verplichtingen van de producent

Artikel

12

Het is de producent verboden feitelijk melk van zijn bedrijf te leveren anders dan op eigen naam, behoudens ontheffing verleend door het productschap.

Artikel

13

Het is de producent verboden om voor zover hij melk of het equivalent daarvan niet rechtstreeks aan de consument levert, te leveren aan een niet door het productschap erkende koper.

Artikel

14

De in artikel 6, eerste en tweede lid, bedoelde registratie van referentiehoeveelheden ten name van een koper kunnen slechts geschieden ten name van erkende kopers.

Paragraaf

6

Overdracht van een referentiehoeveelheid

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

21

Vervallen

Artikel

22

Artikel

23

Paragraaf

7

Tijdelijke overdracht van een referentiehoeveelheid

Artikel

24

Een producent kan het gedeelte van een referentiehoeveelheid dat door hem niet zal worden gebruikt, overeenkomstig de EG-verordeningen en met inachtneming van de hierna volgende artikelen van deze paragraaf voor de duur van een heffingsperiode tijdelijk overdragen.

Artikel

25

Paragraaf

8

Vaststelling, oplegging en inning van de heffing

Artikel

26

Artikel

27

Artikel

28

Artikel

29

Artikel

30

Voor de vaststelling en oplegging van de heffingen, bedoeld in de artikelen 2, 3, en 4 wordt geen rekening gehouden met rechtshandelingen waarvan op grond van de omstandigheden dat zij geen wezenlijke verandering van feitelijke verhoudingen hebben ten doel gehad, of op grond van andere bepaalde feiten en omstandigheden moet worden aangenomen, dat zij achterwege zouden zijn gebleven indien daarmede niet de vaststelling of oplegging voor het vervolg geheel of ten dele zou worden onmogelijk gemaakt.

Paragraaf

9

De administratieverplichting

Artikel

31

Artikel

32

Artikel

33

Paragraaf

10

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

34

Het productschap regelt overigens, met inachtneming van de EG-verordeningen en, zo nodig, de aanwijzingen van de minister, al hetgeen voor een goede uitvoering van deze regeling is vereist.

Artikel

35

Vervallen

Artikel

36

Wijzigt de Beschikking superheffing SLOM-deelnemers.

Artikel

37

Artikel

38

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 1993.

Artikel

39

Deze regeling wordt aangehaald als de ‘Regeling superheffing 1993’.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden gepubliceerd.

's-Gravenhage
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, P.Bukman