Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Gelet op richtlijn 77/93/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1976 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten of voor plantaardige produkten schadelijke organismen(PbEG 1977, L 26) en de daarop gebaseerde richtlijnen;
Gezien de adviezen van het Landbouwschap, het Hoofdproduktschap voor Akkerbouwprodukten, het Produktschap voor Siergewassen en het Produktschap voor Groenten en Fruit;

Besluit:

Paragraaf

1

Algemene Bepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

richtlijn van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PbEG L 169);

richtlijn 92/90/EEG:

richtlijn van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 3 november 1992 tot vaststelling van de verplichtingen van producenten en importeurs van planten, plantaardige produkten of andere materialen, en van nadere bepalingen inzake registratie(PbEG L 344);

richtlijn 92/105/EEG:

richtlijn van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 3 december 1992 tot een zekere mate van standaardisering van plantenpaspoorten voor het verkeer van bepaalde planten, plantaardige produkten of andere materialen in de Gemeenschap, en tot vaststelling van nadere regels voor de afgifte van deze paspoorten en van de voorwaarden en nadere regels voor de vervanging ervan(PbEG L 4);

richtlijn 2001/32/EG:

Richtlijn van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 8 mei 2001 tot erkenning van beschermde gebieden in de Gemeenschap waar bijzondere plantenziektenrisico's bestaan, en tot intrekking van Richtlijn 92/76/EEG (PbEG L 127).

Richtlijn 95/44/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 26 juli 1995, tot vaststelling van de voorwaarden waaronder bepaalde in de bijlagen I tot en met V bij Richtlijn 77/93/EEG van de Raad vermelde schadelijke organismen, planten, plantaardige produkten en andere materialen voor proefnemingen of wetenschappelijke doeleinden en voor selectiewerkzaamheden in de Gemeenschap of in bepaalde beschermde gebieden daarvan mogen worden binnengebracht of naar een andere plaats worden overgebracht (Pb EG L184);

zending:

hoeveelheid planten of plantaardige produkten, andere materialen, of resten daarvan of afval van deze planten of plantaardige produkten, die in haar geheel wordt vervoerd en wordt afgeleverd op één adres;

in het verkeer brengen:

verkopen, te koop aanbieden of afleveren, alsmede in- en uitvoeren van en naar Lid-Staten;

vrijmaken:

op grond van douanebepalingen ter beschikking stellen van een zending aan degene die de zending bij de ambtenaar der invoerrechten en accijnzen heeft aangegeven;

importeur:

persoon of rechtspersoon die een zending invoert of doet invoeren, doorvoer uitgezonderd, danwel handelingen verricht waaruit blijkt dat de ingevoerde zending voor de eerste maal wordt geaccepteerd;

doorvoer:

vervoer van een zending tussen derde landen over het grondgebied van een of meer Lid-Staten;

producent:

natuurlijke persoon of rechtspersoon die planten teelt, danwel plantaardige produkten vervaardigt met het oogmerk deze in het verkeer te brengen;

handelaar:

persoon of rechtspersoon die beroepshalve een partij planten of plantaardige produkten splitst in meerdere partijen of partijen planten of plantaardige produkten samenvoegt, danwel op andere wijze handelingen verricht, waardoor het gezondheidsniveau van de planten of plantaardige produkten kan wijzigen;

commercieel koper:

natuurlijk persoon of rechtspersoon die planten of plantaardige produkten verhandelt of levert aan de consument;

beschermd gebied:

gebied in de Europese Gemeenschappen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder h, van richtlijn 2000/29/EG en genoemd in richtlijn 2001/32/EG;

Lid-Staat:

tot de Europese Gemeenschappen behorende staat, waarvan uitgezonderd de Franse Overzeese Departementen alsmede de Canarische eilanden, Ceuta en Melilla;

derde land:

niet tot de Europese Gemeenschappen behorende staat, alsmede de Franse Overzeese Departementen, de Canarische eilanden, Ceuta en Melilla;

andere materialen:

zaken, niet zijnde planten of plantaardige produkten, die drager kunnen zijn van schadelijke organismen;

plantenpaspoort:

label, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel f, van richtlijn 2000/29/EG;

fytosanitair certificaat:

certificaat overeenkomstig het in bijlage VII A bij richtlijn 2000/29/EG opgenomen model;

fytosanitair certificaat voor herverzending:

certificaat overeenkomstig het in bijlage VII B bij richtlijn 2000/29/EG opgenomen model;

officiële constatering of verklaring:

constatering gedaan door een vertegenwoordiger van de officiële dienst voor plantenbescherming of door een vertegenwoordiger van een onder verantwoordelijkheid van die dienst functionerende instelling.

voor opplant bestemde planten:

planten die reeds zijn geplant en die bestemd zijn om geplant te blijven of opnieuw te worden geplant nadat zij zijn binnengebracht, of planten die nog niet zijn geplant op het ogenblik van binnenbrengen, maar die bestemd zijn om daarna te worden geplant.

Artikel

2

Artikel

2 bis

Op kleine hoeveelheden planten, plantaardige produkten en andere materialen, bestemd voor gebruik door de eigenaar of ontvanger voor niet-industriële en niet-commerciële doeleinden of voor verbruik tijdens het vervoer, zijn, mits er geen gevaar bestaat voor verspreiding van schadelijke organismen, niet van toepassing de artikelen 4, eerste lid, onder d en tweede lid; 5, tweede lid, onder c en derde lid; 9; 10, eerste lid, onder b; 11, eerste lid, voor zover wordt verwezen naar artikel 5, tweede lid, onder c; 12 en 13.

Artikel

3

De artikelen 4 tot en met 20 gelden, voor zover niet anders is bepaald, voor hout:

  • a.

    slechts indien dit, geheel of gedeeltelijk, zijn natuurlijke ronde oppervlak, met of zonder schors, heeft behouden, dan wel de vorm heeft van plakjes, spanen, kleine stukjes, zaagsel, restanten en afval van hout,

  • b.

    in de vorm van een stuwmateriaal, tussenschotten, laadborden of verpakkingsmateriaal die worden gebruikt bij het vervoer van voorwerpen van allerlei aard, voor zover het hout vanuit plantenziektenkundig oogpunt een gevaar inhoudt.

Paragraaf

2

Regelen betreffende het in het verkeer brengen van planten.

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

5bis

Bacterievuurwaardplanten voldoen uitsluitend aan de bijzondere eisen, bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel c, indien zij zijn aangewezen door Onze Minister en worden geteeld in door hem aangewezen gebieden.

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Commerciële kopers van planten, plantaardige produkten of andere materialen moeten, wanneer zij eindgebruikers zijn die uit hoofde van hun beroep bij de produktie van planten zijn betrokken, de desbetreffende op de paspoorten aanwezige gegevens in hun administratie vermelden.

Artikel

9

Alvorens zaad, genoemd in bijlage IV, deel A, rubriek II, bij richtlijn 2000/29/EG in het verkeer wordt gebracht, stelt de Plantenziektenkundige Dienst of een onder haar verantwoordelijkheid functionerende instelling een onderzoek in ten einde zekerheid te verkrijgen dat het zaad voldoet aan de bijzondere eisen die daarop betrekking hebben en in dat deel van die bijlage worden vermeld.

Paragraaf

3

Regelen betreffende in- en uitvoer van en naar derde landen

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

12a

Onverminderd de bepalingen van artikel 12 gelden voor knollen van Solanum tuberosum L., andere dan bestemd voor opplant, van oorsprong uit Egypte, de volgende bepalingen:

  • a.

    de aardappelen worden alleen binnengebracht in Eemshaven, Harlingen, Beverwijk, Amsterdam, Rotterdam, Vlissingen en Hansweert;

  • b.

    de aardappelen worden op de plaats van binnenkomst gecontroleerd;

  • c.

    de aardappelen worden gecontroleerd overeenkomstig de bijzondere eisen genoemd in punt 2, eerste alinea, en punt 3, eerste alinea, van de bijlage bij beschikking 96/301/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 3 mei 1996 tot machtiging van de Lid-Staten om ten aanzien van Egypte tijdelijk aanvullende maatregelen te nemen tegen de verspreiding van Pseudomonas solanacearum (Smith) Smith (PbEG L115) en

  • d.

    de aardappelen worden gecontroleerd op aanwezigheid van de in punt 1, onderdeel c, vierde en negende streepje, van de bijlage bij beschikking 96/301/EG, bedoelde documenten en officiële fytosanitaire certificaten.

Artikel

12b

Artikel 12, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing op snijbloemen van Orchidaceae van oorsprong uit Thailand, met dien verstande dat het onderzoek, bedoeld in onderdeel d, mede omvat het onderzoek of de zending vergezeld gaat van een fytosanitair certificaat dat voldoet aan de bijzondere eisen van beschikking 98/109/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 2 februari 1998 tot machtiging van de lidstaten om ten aanzien van Thailand tijdelijk spoedmaatregelen te nemen tegen de verspreiding van Thrips palmi Karny.

Artikel

12c

Artikel

12d

Onverminderd artikel 12 geldt tot en met 31 januari 2004 voor tomatenplanten (Lycopersicon lycopersicum (L.) Karsten ex Farw.) bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden dat bedoelde planten moeten voldoen aan de bijzondere eisen, bedoeld in punt 1 van de bijlage bij beschikking nr. 2003/64/EG van de Commissie van 28 januari 2003 betreffende voorlopige maatregelen met betrekking tot voor opplant bestemde tomatenplanten om het binnenbrengen en de verspreiding in de gemeenschap van het pepinomozaïekvirus te voorkomen (PbEG L 24), en voorzover het betreft zaden van tomaten, aan de bijzondere eisen, bedoeld in punt 2 van genoemde bijlage.

Artikel

12e

Artikel

12f

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

Paragraaf

4

Regelen met betrekking tot registratie

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

Paragraaf

5

Overige bepalingen

Artikel

20

Artikel

21

Artikel

22

De Regeling invoer, uitvoer en vervoer van planten wordt ingetrokken.

Artikel

23

's-Gravenhage
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Voor deze,
De plv. secretaris-generaal, M.Brabers