Wet van 24 juni 1993, houdende de verzelfstandiging van de rijksmuseale diensten

Wet verzelfstandiging rijksmuseale diensten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de bestaande rijksmuseale diensten te verzelfstandigen in de vorm van een stichting en een machtiging tot oprichting daarvan als bedoeld in artikel 29 van de Comptabiliteitswet te verstrekken;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

In deze wet wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • b.

    stichting: stichting als bedoeld in artikel 2;

  • c.

    overgangsdatum: datum van oprichting van een stichting;

  • d.

    personeelslid: degene die op de dag vóór de overgangsdatum tewerkgesteld is bij de dienst die in de op te richten stichting wordt voortgezet, hetzij als ambtenaar, hetzij op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.

Artikel

2

Onze Minister wordt gemachtigd tot de oprichting van stichtingen die tot doel hebben de uitoefening van museale en museaal ondersteunende functies als voortzetting van de diensten, vermeld in de bij deze wet behorende bijlage.

Artikel

3

Onze Minister gaat tot oprichting van een stichting niet eerder over dan een maand nadat van het voornemen daartoe, onder overlegging van de ontwerp-statuten, schriftelijk mededeling is gedaan aan beide Kamers der Staten-Generaal.

Artikel

4

Onze Minister is belast met het privaatrechtelijk beheer van de museale verzamelingen of museale voorwerpen die eigendom zijn van de Staat dan wel aan de zorg van de Staat zijn toevertrouwd.

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Ter zake van de vermogensoverdracht van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds aan de instelling, bedoeld in artikel 6, eerste lid, blijft heffing van overdrachtsbelasting achterwege.

Artikel

8

Artikel

9

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

10

Deze wet kan worden aangehaald als: Wet verzelfstandiging rijksmuseale diensten.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, H. d'Ancona
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

Bijlage

behorende bij de Wet verzelfstandiging rijksmuseale diensten

De diensten, bedoeld in artikel 2 van de Wet verzelfstandiging rijksmuseale diensten, zijn:

  • 1.

    Rijksmuseum voor de geschiedenis van de natuurwetenschappen en van de geneeskunde "Museum Boerhaave" te Leiden;

  • 2.

    Rijksmuseum Het Catharijneconvent. Museum voor de christelijke Cultuur in Nederland te Utrecht;

  • 3.

    Rijksdienst Kastelenbeheer te 's-Gravenhage, waarvan deel uitmaken:

    • -

      Rijksmuseum Gevangenpoort te 's-Gravenhage

    • -

      Rijksmuseum Muiderslot te Muiden

    • -

      Slot Loevestein te Brakel

    • -

      Kasteel Radboud te Medemblik

    • -

      Ruïne van Brederode te Santpoort

    • -

      Ruïne van de Jacobaburcht te Oostvoorne

    • -

      Ruïne van Strijen te Oosterhout

    • -

      Ruïne van Teylingen te Voorhout;

  • 4.

    Rijksmuseum Kröller-Müller te Otterloo;

  • 5.

    Koninklijk Kabinet van Schilderijen "Mauritshuis" te 's-Gravenhage;

  • 6.

    Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum (Museum van het Boek) te 's-Gravenhage;

  • 7.

    Rijksmuseum Hendrik Willem Mesdag te 's-Gravenhage;

  • 8.

    Nationaal Natuurhistorisch Museum te Leiden;

  • 9.

    Rijksmuseum van Oudheden te Leiden;

  • 10.

    Rijksmuseum Paleis Het Loo te Apeldoorn;

  • 11.

    Rijksmuseum het Koninklijk Penningkabinet te Leiden;

  • 12.

    Rijksmuseum te Amsterdam;

  • 13.

    Rijksmuseum Nederlands Scheepvaartmuseum te Amsterdam;

  • 14.

    Rijksmuseum Twenthe, museum voor kunst- en cultuurgeschiedenis te Enschede;

  • 15.

    Rijksmuseum Vincent van Gogh te Amsterdam;

  • 16.

    Rijksmuseum voor Volkenkunde te Leiden;

  • 17.

    Rijksmuseum Het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen;

  • 18.

    Centraal Laboratorium voor onderzoek van voorwerpen van kunst en wetenschap te Amsterdam;

  • 19.

    Opleiding Restauratoren te Amsterdam;

  • 20.

    Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie te 's-Gravenhage;

  • 21.

    Rijksdienst Beeldende Kunst te 's-Gravenhage.