Besluit van 25 juni 1993, houdende bepalingen betreffende de ziektekostenvergoeding voor burgerambtenaren bij het Ministerie van Defensie

Interimbesluit ziektekosten burgerlijke ambtenaren defensie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Defensie van 1 februari 1993, nr. PAV2210/93002671;
Gelet op de artikelen 125, eerste lid, en 134, eerste lid, van de Ambtenarenwet 1929;
De Raad van State gehoord (advies van 29 maart 1993, nr. W07.93.0067);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Defensie van 16 juni 1993, nr. PAV2210/93008951;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze Minister:

    Onze Minister van Defensie;

  • b.

    ambtenaar:

  • c.
    • 1°.

      de echtgenote van de ambtenaar, die behoort tot het huishouden van de ambtenaar en aan dit besluit niet zelfstandig aanspraken ontleent en van wie de inkomsten lager zijn dan die van de ambtenaar;

    alsmede, de hierna genoemde kinderen, indien de ambtenaar voor hen de premie voor een ziektekostenverzekering heeft betaald,

  • 2°.

    het kind jonger dan 16 jaar, bedoeld in artikel 7 van de Algemene Kinderbijslagwet;

  • 3°.

    het kind van 16 tot 18 jaar en van 16 tot 25 jaar, bedoeld in artikel 7 respectievelijk artikel 26 van de Algemene Kinderbijslagwet;

  • 4°.

    het kind van 25 of 26 jaar dat behoudens de leeftijdseis voldoet aan het bepaalde in artikel 26, eerste lid onder a, respectievelijk tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet;

  • 5°.

    het kind van 18 tot 27 jaar dat in aanmerking komt voor studiefinanciering ingevolge de Wet studiefinanciering 2000, met dien verstande dat wat betreft de gezinsleden vermeld onder 2° tot en met 4° de ter uitvoering van de artikelen 7 en 26 van de Algemene Kinderbijslagwet gestelde regels van overeenkomstige toepassing zijn.

Artikel

2

Met inachtneming van artikel 4 van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie wordt in dit besluit en de daarop berustende bepalingen mede verstaan onder echtgenote of echtgenoot:

  • 1°.

    de geregistreerde partner;

  • 2°.

    degene die door de ambtenaar als partner is aangemeld bij de Stichting Pensioenfonds ABP en door het bestuur van dat fonds als zodanig is aangemerkt, op voorwaarde dat de ambtenaar een bewijs van die aanmelding heeft overgelegd aan de minister.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Vervallen

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

De uitbetaling van de tegemoetkomingen geschiedt door het orgaan dat belast is met de uitbetaling van de bezoldiging aan de ambtenaar over de desbetreffende maand juni onderscheidenlijk december, danwel in het geval van ontslag of overlijden over de maand van ontslag of overlijden, en wel voor rekening van het hoofdstuk van de rijksbegroting ten laste waarvan evenbedoelde bezoldiging komt.

Artikel

10

Artikel

11

Onze Minister kan voor de uitvoering van dit besluit nadere regels geven.

Artikel

12

Artikel

12a

Artikel

13

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 1993.

Artikel

14

Dit besluit wordt aangehaald als Interimbesluit ziektekosten burgerlijke ambtenaren defensie.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Defensie, A. L. ter Beek
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin