Besluit van 25 juni 1993, houdende regeling betreffende verlening aan burgerlijke ambtenaren in dienst van het Ministerie van Defensie van een aanvulling op arbeidsongeschiktheidsuitkering bij onvrijwillige werkloosheid

Besluit aanvulling arbeidsongeschiktheidsuitkering burgerlijke ambtenaren defensie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Defensie van 1 februari 1993, nr. PAV 2210/93002671;
De Raad van State gehoord (advies van 29 maart 1993, nr. WO7.93.0073);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Defensie van 16 juni 1993, nr. PAV2210/93008948;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze Minister: Onze Minister van Defensie;

  • b.

    wachtgeld: elke uitkering ter zake van onvrijwillige werkloosheid;

  • c.

    arbeidsongeschiktheidsuitkering: elke uitkering ter zake van arbeidsongeschiktheid;

  • d.

    invaliditeitspensioen: invaliditeitspensioen krachtens de Algemene burgerlijke pensioenwet;

  • e.

    betrokkene;

    • 1°.

      de gewezen ambtenaar in de zin van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie, met uitzondering van hem op wie hoofdstuk VI van dat reglement niet van toepassing was, aan wie wegens blijvende ongeschiktheid voor het vervullen van zijn betrekking ontslag is verleend met dadelijk ingaand recht op invaliditeitspensioen;

    • 2°.

      de gewezen ambtenaar in de zin van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie, die op grond van artikel 62 van dat reglement aanspraak heeft op een uitkering overeenkomstig de normen van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en aan het hem verleende ontslag geen aanspraak op wachtgeld kon ontlenen.

    • 3°.

      de gewezen werknemer in burgerlijke openbare dienst bij het Ministerie van Defensie in de zin van het Arbeidsovereenkomstenbesluit wiens arbeidsovereenkomst met dadelijk ingaand recht op invaliditeitspensioen is beëindigd door opzegging wegens ongeschiktheid uit hoofde van ziekten of gebreken voor het vervullen van zijn betrekking, tenzij hij ter zake van het vervullen van die betrekking werknemer was in de zin van de Werkloosheidswet;

    • 4°.

      de gewezen werknemer in burgerlijke openbare dienst bij het Ministerie van Defensie in de zin van het Arbeidsovereenkomstenbesluit, die op grond van artikel 32c van dat besluit aanspraak heeft op een uitkering overeenkomstig de normen van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en aan de beëindiging der arbeidsovereenkomst geen aanspraak op wachtgeld kon ontlenen;

een en ander met uitzondering van degene die ingevolge artikel A1, tweede lid onder a, b, of d, van de Algemene militaire pensioenwet wordt begrepen onder militair, beroepsmilitair of reservist.

Artikel

2

Artikel

3

De duur van de uitkering bedraagt zes maanden.

Artikel

4

Artikel

5

Het recht op uitkering vervalt:

  • a.

    met ingang van de eerste dag van de maand, waarin de betrokkene de leeftijd van 65 jaar bereikt;

  • b.

    met ingang van de dag waarop de betrokkene door eigen schuld of toedoen niet als onvrijwillig werkloos kan worden aangemerkt;

  • c.

    met ingang van de dag, waarop vaststaat dat de betrokkene, wegens het aanvaard hebben van een nieuwe betrekking bij arbeidsongeschiktheid aanspraak zal kunnen maken op arbeidsongeschiktheidsuitkering;

  • d.

    met ingang van de dag, waarop vaststaat dat de betrokkene, wegens het aanvaard hebben van een nieuwe betrekking bij onvrijwillige werkloosheid aanspraak zal kunnen maken op wachtgeld.

Artikel

6

Artikel

8

Artikel

9

De bepalingen van dit besluit en de krachtens dit besluit gestelde regelen zijn voor zoveel mogelijk van toepassing ten aanzien van:

  • a.

    de gewezen ambtenaar en de gewezen werknemer in de zin van dit besluit die ter zake van zijn ontslag recht heeft op wachtgeld krachtens het Wachtgeldbesluit burgerlijke ambtenaren defensie of het Uitkeringsbesluit burgerlijke ambtenaren defensie en wiens recht op wachtgeld eindigt wegens het ontstaan van recht op invaliditeitspensioen wegens blijvende ongeschiktheid voor het vervullen van de betrekking, waaruit hij met recht op wachtgeld is ontslagen;

  • b.

    de gewezen ambtenaar en de gewezen arbeidscontractant in de zin van dit besluit, die als herplaatsbaar verklaarde ambtenaar in de zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet ter zake van zijn ontslag recht heeft op herplaatsingswachtgeld en wiens invaliditeitspensioen ingaat binnen 6 maanden na het hem verleende ontslag;

met dien verstande, dat de duur van de uitkering van de in dit artikel bedoelde betrokkenen wordt verminderd met de duur van het tijdvak, waarin recht bestond op wachtgeld.

Artikel

10

Artikel

11

Onze Minister kan regels stellen ter voorkoming of beperking van samenloop van uitkeringen krachtens dit besluit, alsmede van uitkering krachtens dit besluit met andere uitkeringen.

Artikel

11a

Van de bevoegdheid tot het vaststellen van ministeriële regelingen als bedoeld in de artikelen 10 en 11 kan mandaat worden verleend aan de directeur-generaal personeel van het Ministerie van Defensie.

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

13

Een uitkering op grond van het Besluit aanvulling arbeidsongeschiktheidsuitkering toegekend terzake van een ontslag uit de burgerlijke openbare dienst bij het Ministerie van Defensie, wordt gelijkgesteld met een uitkering, toegekend op grond van dit besluit.

Artikel

14

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 1993.

Artikel

15

Dit besluit kan worden aangehaald als "Besluit aanvulling arbeidsongeschiktheidsuitkering burgerlijke ambtenaren defensie".

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Defensie, A. L. ter Beek
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin