1
Indien bij of krachtens een op 31 december 1993 bestaande arbeidsovereenkomst dan wel publiekrechtelijke regeling een bedrijfsspaarregeling in de zin van het Besluit bedrijfsspaarregelingen (Stb. 1965, 261) is vastgelegd, blijven hetzij tot en met 31 december 1994, hetzij tot en met 31 december 1995, hetzij tot en met 31 december 1996, de op 31 december 1993 bestaande wettelijke bepalingen met betrekking tot die bedrijfsspaarregeling van kracht indien de werkgever in onderscheidenlijk het kalenderjaar 1994, de kalenderjaren 1994 en 1995 of de kalenderjaren 1994, 1995 en 1996 afziet van het treffen van regelingen, bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel h, en artikel 34a van de Wet op de loonbelasting 1964 zoals deze luiden van 1 januari 1994 tot en met 31 december 1996.
2
Indien met betrekking tot een bedrijfsspaarregeling het eerste lid toepassing vindt in het kalenderjaar 1994, in de kalenderjaren 1994 en 1995, dan wel in de kalenderjaren 1994, 1995 en 1996, wordt met betrekking tot die bedrijfsspaarregeling in artikel IX van de Wet van 1 november 1993 tot wijziging van een aantal wetten inzake belastingen, alsmede van een aantal andere wetten met het oog op het bevorderen van werknemersparticipaties en winstdelings- en spaarregelingen voor werknemers in plaats van “op 31 december 1993 bestaande aanspraken” gelezen onderscheidenlijk “op 31 december 1994 bestaande aanspraken”, “op 31 december 1995 bestaande aanspraken” of “op 31 december 1996 bestaande aanspraken”.