Besluit van 16 december 1993, houdende vaststelling van het Landbouwkwaliteitsbesluit geografische aanduidingen, oorsprongsbenamingen en specificiteitscertificering

Landbouwkwaliteitsbesluit geografische aanduidingen, oorsprongsbenamingen en specificiteitscertificering

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 19 augustus 1993, nr. J.939620, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, gedaan mede namens de Minister van Economische Zaken;
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juli 1992 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwprodukten en levensmiddelen (PbEG L 208) en Verordening (EEG) nr. 2082/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juli 1992 inzake de specificiteitscertificering van landbouwprodukten en levensmiddelen (PbEG L 208), alsmede de artikelen 2, 4, 7, 8 en 9 van de Landbouwkwaliteitswet;
Gezien de adviezen van:
-. het Landbouwschap;
-. het Produktschap voor Groenten en Fruit;
-. het Hoofdproduktschap voor Akkerbouwprodukten;
-. het Produktschap voor Vee en Vlees;
-. het Produktschap voor Pluimvee en Eieren;
-. het Produktschap voor Zuivel;
-. het Produktschap voor Vis en Visprodukten;
-. de Verenigde Nederlandse Voedsel- en Agrarische Industrie;
-. de Stichting Nederlandse Vleeswarencontrole;
-. de Stichting Centraal Orgaan Zuivelcontrole;
-. het Kwaliteits-Controle-Bureau voor Groenten en Fruit;
De Raad van State gehoord;
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 26 november 1993, nr. J.9316405, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Artikel

2

De bescherming van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen, alsmede de certificering van de specificiteit van produkten worden verkregen overeenkomstig de bepalingen van verordening 2081/92, respectievelijk 2082/92, alsmede overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens dit besluit.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Onze Minister kan voor de toepassing van de in artikel 4, tweede lid, bedoelde regels de medewerking vorderen van het Bestuur van het Hoofdproduktschap voor Akkerbouwprodukten.

Artikel

6

Artikel

7

De in artikel 6 genoemde controle-instellingen zijn belast met:

  • a.

    het toezicht op de naleving door de bij hen aangeslotenen van het bij of krachtens dit besluit bepaalde;

  • b.

    de keuring van produkten die een beschermde geografische aanduiding of beschermde oorsprongsbenaming danwel een specificiteitscertificering genieten teneinde te waarborgen dat deze produkten aan de eisen van het betreffende produktdossier voldoen.

Artikel

8

De voorzitters van de in artikel 6 genoemde controle-instellingen mogen geen belang hebben bij de produktie of verhandeling van produkten waarvoor ingevolge artikel 2 een communautaire beschermde geografische aanduiding of oorsprongsbenaming, dan wel een specificiteitscertificering kan worden of is verkregen.

Artikel

9

Artikel

10

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel

11

Dit besluit wordt aangehaald als: Landbouwkwaliteitsbesluit geografische aanduidingen, oorsprongsbenamingen en specificiteitscertificering.

Lasten en bevelen dat dit besluit met daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J. D. Gabor
De Minister van Economische Zaken, J. E. Andriessen
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin