Wet van 16 december 1993, betreffende melding ongebruikelijke transacties bij financiële dienstverlening

Wet melding ongebruikelijke transacties

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is uitvoering te geven aan de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 10 juni 1991 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld (91/308/EEG), alsmede dat het wenselijk is de aanbevelingen 15, 16, 17, 20, 26, 28 en 32 van de Financial Action Task Force on money laundering van 30 mei 1990 in de Nederlandse wet- en regelgeving te implementeren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Artikel

1

Hoofdstuk

II

Het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties

Artikel

2

Er is een Meldpunt Ongebruikelijke Transacties.

Artikel

3

Het meldpunt heeft tot taak:

  • a.

    het verzamelen, registreren, bewerken en analyseren van de gegevens die het verkrijgt, teneinde te bezien of deze gegevens van belang kunnen zijn voor de voorkoming en opsporing van misdrijven;

  • b.

    het verstrekken van persoonsgegevens en andere gegevens in overeenstemming met deze wet en het bij of krachtens de Wet politieregisters bepaalde;

  • c.

    degene die overeenkomstig artikel 9 een melding heeft gedaan, in afwijking van artikel 4, tweede lid, met het oog op de juiste naleving van de meldingsplicht, berichten over de afdoening van de melding. In dat geval wordt slechts meegedeeld of verstrekking heeft plaatsgevonden overeenkomstig onderdeel b;

  • d.

    het verrichten van onderzoek naar ontwikkelingen op het gebied van witwassen en heling van geld en naar de verbetering van de methoden om witwassen en heling van geld te voorkomen en op te sporen;

  • e.

    het geven van aanbevelingen voor de bedrijfstakken omtrent de invoering van passende procedures voor interne controle en communicatie en andere te treffen maatregelen tot voorkoming van het gebruik van die bedrijfstakken voor witwassen en heling van geld;

  • f.

    het geven van voorlichting omtrent de voorkoming en opsporing van witwassen en heling van geld:

    • 1°.

      aan de bedrijfstakken en beroepsgroepen;

    • 2°.

      aan het openbaar ministerie en de overige ambtenaren belast met de opsporing van strafbare feiten;

    • 3°.

      aan het publiek;

  • g.

    het onderhouden van contacten met buitenlandse van overheidswege aangewezen politiële- of niet-politiële instanties die een vergelijkbare taak hebben als het meldpunt;

  • h.

    het jaarlijks uitbrengen van een verslag van zijn werkzaamheden en van zijn voornemens voor het komende jaar aan Onze Minister van Justitie, en het ter kennis brengen van dit verslag van Onze Minister van Financiën.

Artikel

4

Artikel

5

De algemene leiding, de organisatie en het beheer van het meldpunt berusten bij Onze Minister van Justitie.

Artikel

6

Benoeming, schorsing en ontslag van het hoofd van het meldpunt geschiedt bij koninklijk besluit op voordracht van Onze Minister van Justitie in overeenstemming met Onze Minister van Financiën.

Artikel

7

Onze Minister van Justitie bepaalt in overeenstemming met Onze Minister van Financiën het budget en de sterkte van het meldpunt.

Hoofdstuk

III

De meldingsplicht

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Het meldpunt kan nadere regels stellen omtrent de wijze waarop een melding moet worden gedaan, respectievelijk gegevens en inlichtingen, gevraagd krachtens artikel 10, eerste lid, moeten worden verstrekt.

Artikel

12

Artikel

13

Degene die tot een melding op de voet van artikel 9 is overgegaan, is niet aansprakelijk voor schade die een derde dientengevolge lijdt, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat gelet op alle feiten en omstandigheden in redelijkheid niet tot melding had mogen worden overgegaan.

Hoofdstuk

IV

De Begeleidingscommissie

Artikel

14

Er is een Begeleidingscommissie voor het meldpunt.

Artikel

15

De commissie heeft tot taak:

  • a.

    het meldpunt in zijn functioneren te begeleiden;

  • b.

    het ter beschikking stellen aan het meldpunt van haar kennis en deskundigheid;

  • c.

    het desgevraagd of uit eigen beweging adviseren van Onze Minister van Justitie of Onze Minister van Financiën over onder meer:

    • 1°.

      de wijze waarop het meldpunt zijn taak verricht;

    • 2°.

      de vaststelling van de indicatoren bedoeld in artikel 8;

    • 3°.

      de effectiviteit van de meldingsplicht.

Artikel

16

Hoofdstuk

V

Het toezicht

Artikel

17

De instellingen die met het toezicht op financiële instellingen zijn belast, lichten, in afwijking van eventuele geheimhoudingsbepalingen in de op die instellingen toepasbare andere wetten, het meldpunt in, indien zij bij de uitoefening van hun taak feiten ontdekken die duiden op witwassen of heling van geld.

Artikel

17b

Hoofdstuk

VI

Geheimhouding

Artikel

18

Het is aan een ieder die uit hoofde van de toepassing van deze wet of van krachtens deze wet genomen besluiten enige taak vervult of heeft vervuld verboden van gegevens of inlichtingen, die ingevolge deze wet zijn verstrekt of ontvangen, verder of anders gebruik te maken of daaraan verder of anders bekendheid te geven dan voor de uitoefening van zijn taak of door deze wet wordt geëist.

Artikel

19

Hoofdstuk

VII

Overgangsbepaling

Artikel

20

Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet worden, in afwijking van het bepaalde in artikel 8, eerste lid, door Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Justitie gezamenlijk, gehoord de instanties bedoeld in artikel 16, onder c en d, zo nodig per daarbij te onderscheiden categorieën transacties, voor een termijn van ten hoogste zes maanden, de indicatoren vastgesteld aan de hand waarvan wordt beoordeeld of een transactie moet worden aangemerkt als een ongebruikelijke transactie.

Hoofdstuk

VIII

Slotbepalingen

Artikel

21

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

22

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

23

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

24

Deze wet kan worden aangehaald als: Wet melding ongebruikelijke transacties.

Lasten en bevelen dat deze in het staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Financiën, W. Kok
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin